Categorieën
Besluit

Besluit 2023-16

Het optreden van een wetenschapper als partij in een gerechtelijke procedure valt niet onder de reikwijdte van ‘wetenschappelijk onderzoek in den brede’ zoals bedoeld in de gedragscode (NGWI 2018). Ook niet als het een hoogleraar betreft.

naar aanleiding van het verzoek van:

1. [Verzoeker]

over het aanvankelijk oordeel van

2. het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam

Procesverloop

Op 22 april 2023 heeft Verzoeker een klacht ingediend bij de Commissie Wetenschappelijke Integriteit van de Universiteit van Amsterdam (hierna: CWI) over een mogelijke schending van wetenschappelijke integriteit door [Betrokkene].

De CWI heeft het College van Bestuur van de UvA (hierna: het Bestuur) op 28 september 2023 geadviseerd de klacht (kennelijk) niet-ontvankelijk te verklaren.

Het Bestuur heeft dit advies overgenomen en heeft de klacht op 10 oktober 2023 kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

Verzoeker heeft het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (hierna: LOWI) op 14 oktober 2023 verzocht advies uit te brengen over dit voorlopig oordeel.

Het LOWI heeft in zijn vergadering van 18 oktober 2023 besloten het verzoek niet in behandeling te nemen omdat het kennelijk ongegrond is. Hieronder wordt deze beslissing toegelicht.

Overwegingen

Inleiding

1. Verzoeker is onder meer schrijver en dichter.

2. Betrokkene is hoogleraar in de letteren.

3. Verzoeker en Betrokkene zijn al meer dan 10 jaar met elkaar in juridische procedures verwikkeld, omdat Verzoeker meent dat hij door Betrokkene in zijn carrière en schrijverschap is geschaad.

Klacht

4. Verzoeker klaagt bij de CWI dat Betrokkene in een van die juridische procedures zijn status als hoogleraar heeft gebruikt om de rechter op een dwaalspoor te zetten. Verzoeker schrijft hierover in zijn klacht onder meer: “De misleiding van de rechtsgang vond plaats in het kader van een civiel proces waarbij [Betrokkene] de rechter op een dwaalspoor zette met gebruikmaking van zijn mondeling gedane perfide beweringen. Hierdoor vatte de rechter alles wat betrokkene beweerde, als confidentieel op.” Verzoeker verwijst in zijn klacht onder meer naar een proces-verbaal van een aangifte die hij bij de politie heeft gedaan tegen Betrokkene. In dat proces-verbaal staat uitgebreider wat Verzoeker aan Betrokkene verwijt.

CWI-advies

5. De CWI overweegt dat het niet aan haar is om onderzoek te doen naar het optreden van partijen in gerechtelijke procedures, ook niet als één van de partijen de positie van hoogleraar heeft. De CWI constateert dat de activiteit die in de klacht centraal staat geen relatie heeft met wetenschapsbeoefening (als zodanig) met als gevolg dat de wetenschappelijke integriteit niet in het geding kan zijn.

Voorlopig oordeel Bestuur

6. Het Bestuur kan zich hierin vinden en verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

Verzoek

7. Verzoeker constateert dat de uitleg en motivering van het CWI-advies “helder, duidelijk, wettig en overtuigend” is en “niets te wensen over laat”. Toch wendt hij zich tot het LOWI en voert hiervoor drie redenen aan. Ten eerste stelt Verzoeker dat een vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit van de UvA dwars heeft gelegen bij een nader onderzoek naar vermeend plagiaat door Betrokkene. Ten tweede stelt Verzoeker dat Betrokkene hem sinds 2006 onder meer op Wikipedia ten onrechte beschuldigt. Tot slot stelt Verzoeker dat Betrokkene in het verleden op de vingers is getikt door een journalist vanwege het verspreiden van [bepaald] materiaal.

Oordeel LOWI

8. Het LOWI onderschrijft het voorlopig oordeel dat het optreden van een partij in een gerechtelijke procedure niet valt onder de reikwijdte van ‘wetenschappelijk onderzoek in den brede’ zoals bedoeld in de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit 2018. Ook niet als één van de partijen hoogleraar is. Het LOWI benadrukt dat het hier gaat om een wetenschapper die als partij deelnam aan een gerechtelijke procedure en niet om een wetenschapper die als inhoudelijk deskundige optrad in zo’n procedure.

9. Verder ziet het LOWI in de argumenten van Verzoeker geen reden voor een aanvullend advies aan het Bestuur. Verzoekers opmerkingen over beschuldigingen op Wikipedia en [verspreiding van bepaald] materiaal doen in het kader van een mogelijke schending van wetenschappelijke integriteit niet ter zake. Verzoekers stelling dat de vertrouwenspersoon een onderzoek naar vermeend plagiaat door Betrokkene zou hebben gedwarsboomd, vindt geen feitelijke grondslag in de e-mailcorrespondentie die Verzoeker heeft meegestuurd. De vertrouwenspersoon geeft daarin juist aan dat hij voor iemand anders die Verzoeker bij naam heeft genoemd, bereikbaar is om een voldoende onderbouwd vermoeden van plagiaat vertrouwelijk te bespreken. Dat de vertrouwenspersoon een positie heeft als “bestuurder van Wikipedia” en daarom teksten van Betrokkene “oogluikend doorliet” zoals in het verzoek wordt gesteld is tot slot niet nader onderbouwd en doet niet ter zake.

Conclusie

10. Het verzoek is kennelijk ongegrond. Het LOWI neemt het verzoek daarom conform artikel 9, lid 1, onder a, van het Reglement LOWI 2022 niet in behandeling. Het LOWI zal dan ook geen advies uitbrengen aan het Bestuur.

BESLUIT

Het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit:

I.   verklaart het verzoek kennelijk ongegrond;

II.  besluit het verzoek niet in behandeling te nemen;

III. brengt geen advies uit aan het Bestuur.

Aldus vastgesteld op 1 november 2023 door mr. E.J. Daalder, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.C. Zweistra, ambtelijk secretaris.