Categorieën
Advies

Advies 2011-04

Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit

Advies van 21 december 2011 inzake de klacht van …, per brief van … 2011 bij het LOWI aangebracht, tegen het voorgenomen besluit van de Raad van Bestuur van … van … 2011, betreffende het onderzoek naar inbreuk op wetenschappelijke integriteit door Prof. dr. … werkzaam bij…

1. De klacht

Per brief van … 2011 heeft … namens de Raad van Bestuur van … (hierna te noemen Klager), bij het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI), een klacht ingediend jegens het voorgenomen besluit van … 2011 van de Raad van Bestuur van …, (hierna te noemen het Bestuur).

Het Bestuur verklaart in dit voorgenomen besluit de klacht van Klager van … 2010 over Prof. dr. …, werkzaam bij … (hierna te noemen Beklaagde), ongegrond en bevestigt daarmee het advies van … Wetenschappelijke Integriteit van … van … 2010. Het Bestuur stelt geen aanwijzingen of bewijs te vinden voor wetenschappelijk wangedrag door publicatie van gefingeerde of onjuiste getallen door Beklaagde.

Wel meent het dat Dr. …, werkzaam bij Klager, als co-auteur van het artikel van … in … (hierna artikel van …) had behoren te worden opgenomen. Het Bestuur laat weten er op toe te zien dat Beklaagde in de toekomst zorgvuldig met kwesties van co-auteurschap en onderzoeksgegevens om zal gaan.

In zijn klacht van … 2011 aan het LOWI, stelt Klager zich niet met dit voorgenomen besluit te kunnen verenigen en onverkort zijn klacht van … 2010 te handhaven. De klacht behelst dat Beklaagde en/of onder zijn verantwoordelijkheid geplaatste medewerkers in een wetenschappelijke publicatie de ongefundeerde suggestie hebben gewekt meer experimenten te hebben uitgevoerd dan zij met data kunnen verantwoorden door van een reële … een gefingeerde … te maken, als indicatie voor … uitgevoerde experimenten.

De (eerdere) klacht van … 2010 behelst dat Beklaagde gefingeerde onderzoeksgegevens heeft gepubliceerd en dat er sprake was van handelingen in strijd met de wetenschappelijke integriteit, met name:

  • het zonder toestemming of bronvermelding publiceren van onderzoeksdata van de afdeling … en haar onderzoekers, welke zijn vergaard in het kader van het promotie- onderzoek van Dr. … aan …;
  • het manipuleren en bewust majoreren van de gepubliceerde data in …, nu daarin de … waarden identitiek zijn aan de waarden van het … onderzoek, terwijl in het laatstgenoemde onderzoek slechts … werden
  • gebruikt tegenover meervoudige waarnemingen … in het … onderzoek;
  • een patent is ingediend met … onderzoeksdata, terwijl ook hier … observaties gemanipuleerd lijkt.

In deze klachten staat … van het artikel van …. (inclusief het supplement) – met Beklaagde als laatste (eindverantwoordelijke) auteur – centraal.

Klager verzoekt, kort samengevat, het LOWI een oordeel te geven over zijn klacht van … 2011. Deze valt de facto in 4 onderdelen uiteen, waarbij Klager zich op het navolgende standpunt stelt:

  1. …: sprake is van het manipuleren/opplussen/majoreren/fingeren van data;
  2. …: … onderzoeksdata liggen ten grondslag aan …;
  3. Diefstal: Beklaagde heeft zonder instemming … onderzoeksdata meegenomen;
  4. Co-auteurschap: …, werkzaam bij Klager, had als co-auteur moeten worden vermeld.

2. De procedure

Klager heeft bij brief van … 2010 reeds eerder een klacht ingediend bij het LOWI. Op … 2009 had Klager vermoedens van schending van wetenschappelijke integriteit door Beklaagde bij het Bestuur aan de orde gesteld. Bij brief van … 2010 stelt het Bestuur de klacht niet in behandeling te (willen) nemen, omdat de klacht naar zijn mening ziet op een dispuut tussen Klager en … omtrent een door … ingediende patentaanvraag.

Het LOWI informeert op … 2010 Klager en het Bestuur de klacht van Klager van … 2010 op grond van het Reglement LOWI niet in behandeling te kunnen nemen omdat een voorgenomen besluit van het Bestuur ontbreekt. Wel adviseert het LOWI het Bestuur de klacht van Klager van … 2009 in behandeling te nemen.

Het LOWI stelt daartoe dat wetenschappelijke integriteit persoonsgebonden is: wanneer een klacht betrekking heeft op beweerde of vermeende inbreuk op de wetenschappelijke integriteit van een medewerker van een Instelling waar Beklaagde werkzaam is, rust op deze Instelling de plicht om klachten omtrent (schending van) wetenschappelijke integriteit krachtens de daarvoor bestaande procedures te behandelen.

Op … 2011 neemt het Bestuur een voorgenomen besluit. Het verklaart hierin de klacht wegens schending van wetenschappelijke integriteit ongegrond, maar verklaart dat het op het punt van het co-auteurschap – op basis van het rapport van … Wetenschappelijke Integriteit van … – van mening is dat … als co-auteur had behoren te fungeren. Het erkent dat Beklaagde zorgvuldiger had moeten handelen en stelt bij Beklaagde te zullen benadrukken in de toekomst zorgvuldiger met co-auteurschappen en met onderzoekgegevens om te gaan. Het ontkent dat het hierbij zou gaan om wetenschappelijk wangedrag.

Op … 2011 laat Klager aan het LOWI weten zich niet met dit besluit te kunnen verenigen en vraagt hij het LOWI de klacht tegen het voorgenomen besluit in behandeling te nemen. Zowel het Bestuur als Beklaagde hebben op .. 2011 resp. … 2011 schriftelijk verweer gevoerd.

Externe deskundigen

Het LOWI heeft twee externe deskundigen aangezocht om advies te geven over de uitgevoerde experimenten, het artikel van … en specifieke vragen over de viervoudige klacht van Klager. Deze deskundigen konden beschikken over het dossier met de betreffende klachten en met de ingediende verweerschriften. Op … 2011 heeft het LOWI gesprekken gevoerd met (1) Prof. dr. …, werkzaam te …, deskundige op het gebied van …, speciaal van …, en met (2) Prof. Dr. …, deskundige op het gebied van …, hoogleraar bij …

Van deze gesprekken zijn gespreksverslagen gemaakt, die door de deskundigen, na eventuele correcties, zijn goedgekeurd. De tweede deskundigen heeft zijn oordeel nader schriftelijk aangevuld. De deskundigenoordelen zijn vervolgens naar partijen en betrokkenen gestuurd.

Voorgesprekken

Alvorens een hoorzitting te houden heeft het LOWI het zinvol geacht afzonderlijke voorgesprekken te houden met betrokkenen, enerzijds vanwege de complexiteit van de zaak, anderzijds vanwege het grote aantal personen, dat naast de formele procespartijen, betrokken is geweest bij de experimenten, en/of bij de klachtprocedure, zoals …en zijn collega …. Deze voorgesprekken vonden plaats op … 2011 met:

(3) Dr. …, … bij Klager, in aanwezigheid van Prof. dr …, … toenmalig promotor van …, eveneens … bij Klager;
(4) Prof. dr. .., in aanwezigheid van …, secretaris van het Bestuur.
Op … 2011 volgden gesprekken met:
(5) Prof. dr. …, … Wetenschappelijke Integriteit bij Klager;
(6) Prof. dr. … (voormalig) … Wetenschappelijke Integriteit bij het Bestuur, in aanwezigheid van … secretaris van het Bestuur.

Vóór de hoorzitting zijn partijen en betrokkenen in het bezit gesteld van de gespreksverslagen, het addendum (antwoord op aanvullende vraag door …) en de aanvullende stukken van Beklaagde (nadere toelichting c.q. e-mail verkeer).

Hoorzitting

De hoorzitting vond plaats op … 2011 waarbij aanwezig waren Prof. dr. …, (Decaan) als Klager en Prof. dr. … (Decaan) en …, namens het Bestuur. Tevens waren aanwezig aan de zijde van …: … en … , en aan de zijde van …: … en Beklaagde. Namens het LOWI waren aanwezig de leden: Prof. dr. mr. C.J.M. Schuyt (Vz), Prof. mr. E.H. Hondius (plv. Vz), Prof. dr. J. Hartog, Prof. dr. J.J. Sixma en Prof. dr. J.F.G. Vliegenthart, en de secretaris Mr. dr. E.G. van Arkel.

Na de hoorzitting zijn nog de volgende stukken uitgewisseld tussen partijen en betrokkenen: i) een brief van Klager van … 2011 met in de bijlage … met – geel gemarkeerd – waarnemingen … door … in … met daarbij behorende … waarden, en – groen gemarkeerd – de door … in … gepresenteerde … waarden; en in reactie hierop: ii) een brief van Beklaagde van … 2011; en iii) een brief van het Bestuur van … 2011.

Het LOWI stelde zijn advies vast op 21 december 2011.

3. De standpunten van partijen

Het standpunt van Klager

3.1 Tijdens de hoorzitting stelt Klager het antwoord te zoeken op twee vragen, namelijk

1) wat is de verklaring voor het feit dat gegevens van … zonder diens medeweten terecht zijn gekomen in het artikel van …, en

2) hoe kan worden verklaard dat de getallen die 100% identiek zijn aan de … observaties die zijn gedaan met … experimenten in het artikel van … staan vermeld als … observaties?

Het antwoord is naar zijn mening te vinden in de deskundigenoordelen van … en …. Eerstgenoemde stelt dat … in het genoemde artikel is opgenomen, … is die in … is ontwikkeld. Laatstgenoemde stelt dat het bij … in het artikel van … gaat om gegevens uit … en dat … uitgevoerde experimenten kennelijk is opgehoogd. Klager is het niet eens met de conclusie die … trekt dat Beklaagde wat slordig is omgegaan met het overnemen van de inhoud van ….

Naar de mening van Klager kan dit niet een afdoende verklaring geven, omdat hij zich niet kan voorstellen dat je bij … dezelfde getallen krijgt als bij …, en … maakt bij …. Klager meent dat dit niet zonder intentie om de … op te hogen tot stand kan zijn gekomen.

3.2 … benadrukt dat … in het artikel van … in … is ontwikkeld door … in … als gemiddelden van … experimenten …. De onderliggende gegevens die … en Beklaagde gegenereerd hadden, waren evenwel preliminair. Verdere bewerking was noodzakelijk. Hij is van oordeel dat ten aanzien van het onderzoek in het artikel van … wel meer werk is verricht bij …. Echter, … kan niet de uitkomsten van het onderzoek in … dragen: in … is een … toegevoegd, … is opgehoogd naar … en vermeldt dezelfde gemiddelden als bij …. stelt zich op het standpunt dat wanneer door Beklaagde ‘slechts’ verkeerde getallen zouden zijn gebruikt en kwade opzet ontbreekt, hij het handelen van Beklaagde op zijn minst uiterst laakbaar en onzorgvuldig acht.

3.3 In het voorgesprek van … heeft … – die niet aanwezig was bij de hoorzitting – bevestigd dat het bewuste experiment met … door … en Beklaagde in … gezamenlijk is verricht, en dat de gegevens daarna zijn blijven liggen. Hij verklaart niet te hebben bijgedragen aan het onderzoek dat in … is uitgevoerd c.q. is beschreven in het artikel van …. Echter, naar zijn mening zou … geen verder onderzoek hebben verricht zonder de door .. en Beklaagde gegenereerde gegevens in ….

Hij verklaart dat in …, toen Beklaagde naar … vertrok, volgens hem geen schriftelijke afspraken zijn gemaakt met betrekking tot het meenemen van materiaal door Beklaagde naar … … voegt hier, tijdens hetzelfde voorgesprek, aan toe dat het volgens hem evenwel niet gebruikelijk was dat materiaal bij verandering van werkgever zonder meer meegenomen zou mogen worden door de vertrekkende onderzoeker. Naar zijn weten waren daar echter ook geen afspraken over gemaakt in ….

Wel is gebruik gemaakt van de data uit … (… voegt – ter hoorzitting – aan dit punt toe dat weliswaar over het meenemen van … geen afspraken bestonden, maar over andere zaken wel degelijk afspraken werden gemaakt tussen universiteiten onderling). … verklaart vervolgens het artikel van … ook al in … te hebben gezien. Beklaagde had hem toen echter verzekerd dat het artikel geen … onderzoeksresultaten bevatte.

In …, toen het … bedrijf … hem benaderde over de in … verrichte experimenten, viel de onregelmatigheid hem echter pas op: gegevens over … waren 100% identiek aan …, thans geclaimd op basis van … observaties, en de lijst bevatte precies dezelfde … die in … ook werden gevonden, met dezelfde … en dezelfde …. … laat weten toen al te hebben gevraagd aan Beklaagde waarom hij niet als mede-auteur vermeld stond. … zou toen hebben geantwoord dat alles in … was overgedaan en er niets was gebruikt aan … materiaal. Zelf denkt … dat er gegevens gemanipuleerd zijn.

Hij denkt dat … experimenten is opgeplust omdat …. experimenten voor publicatie in belangrijke wetenschappelijke tijdschriften te weinig wordt geacht.
Het standpunt van het Bestuur

3.4 … beaamt dat … niet klopt omdat er gemiddelden in staan die betrekking hebben op … experimenten enerzijds, maar er … in vermeld worden die weer geen betrekking hebben op …. … kan dit echter niet anders uitleggen dan dat het slordig is, een vergissing. Ook verwijst … naar (het addendum van) de deskundige … die stelt dat hij zo een uitglijder niet begrijpt omdat … meer ondersteunend dan dragend is voor de conclusie van het artikel van …, en dus een vergissing in het spel zou kunnen zijn.

Hij verwijst tevens naar de expert … die aangeeft dat het artikel even veel waard was als … er niet in had gestaan. … kan om deze reden ook niet bedenken waarom iemand dan intentioneel data zou verzinnen. Zijn conclusie is dan ook dat er geen sprake is van intentioneel verfraaien en ophogen (“oppimpen”) of fingeren van data; op zijn ergst is er sprake van slordigheid waarbij data met elkaar vermengd zijn.

Naar zijn mening zijn de data niet verzonnen. De gegevens van in … verrichte experimenten waren er wel degelijk, aldus…, en er zijn … onderzocht. Hij denkt dat dit uiteindelijk geen inbreuk is op wetenschappelijke integriteit. Wat betreft de kwestie van het mede-auteurschap heeft hij al uitspraak gedaan; en wat betreft het zonder toestemming meenemen van materiaal uit … naar …: dit moet worden gezien in het licht van de tijd, er waren in … tussen …en en … geen MTA’s, die thans de overdracht van onderzoeksmateriaal en het gebruik ervan regelen.

Ook benadrukt hij dat het om gezamenlijke promovendi ging die bezig waren met onderzoek in …: het gaat in die zin niet om … onderzoeksdata, althans men kan het niet zo zwart/wit stellen.

3.5 … geeft nog aan dat het idee om … bij … te halen en daarna te bekijken of die … kregen uniek was en het idee van Beklaagde. De onderzoekslijn c.q. … in … gaven slechts een preliminaire indicatie. De resultaten die hieruit voortvloeiden waren onvoldoende voor publicatie in een internationaal wetenschappelijk tijdschrift.

Pas nadat deze waren bevestigd door .. en … experimenten, konden resultaten ter publicatie worden aangeboden. Na de overgang van Beklaagde naar …., is gewerkt met … die waren geprepareerd in … maar zijn in … nieuwe … besteld waarmee voornoemde … experimenten zijn gedaan, met name de experimenten die hebben geleid tot … voor …. Wat betreft het artikel van … laat .. weten dat hij niet kan verklaren waarom de gemiddelden in … hetzelfde zijn als bij … Wat betreft het verrichte onderzoek bij …. stelt hij dat het wat onhandig is beschreven maar dat er geen feitelijke onjuistheden zijn.

Naar zijn oordeel heeft Beklaagde te weinig toezicht gehouden op de totstandkoming van …. De databestanden gingen verschillende keren over en weer, tussen mensen en tussen artikelen, waardoor gegevens steeds van elkaar afweken.

3.6 Beklaagde ten slotte verklaart niet te weten hoe de gemiddelden van … in … in het artikel van … terecht zijn gekomen. Terugblikkend verklaart hij dat … in … een onderzoekslijn uitwerkte die Beklaagde in … had bedacht en in … ook had geïnitieerd met .. Beklaagde stapte in … over naar … waar hij de door hem ontwikkelde onderzoekslijn kon voortzetten. …, een promovenda, is met hem meegegaan. Zij had in … met … meerdere experimenten gedaan en heeft … van … uit … naar …meegenomen, alsook bestanden om haar eigen promotieonderzoek, en de samenwerking met … bij wijze van gezamenlijke publicaties, te kunnen voort zetten.

Naar zijn weten was er van een MTA tussen … en … geen sprake in …. … en … hebben na … hun eigen bestanden verder bewerkt. In publicaties van …, … en/of beiden en/of met anderen, zo valt Beklaagde op, zijn – om die reden – inconsistenties tussen de data te constateren, terwijl zij dezelfde groepen data betreffen. Beklaagde betwist dat gegevens gemanipuleerd zouden zijn in het artikel van …. Zonder …was het artikel ook hetzelfde geweest. Hij vermoedt dat verwisseling van data tussen de verschillende … tot fouten heeft geleid. Hij is van oordeel dat hij echter bij het uitvoeren van zijn taak als begeleider van de promovendi zorgvuldig heeft gehandeld.

Wel erkent Beklaagde dat met het opnemen van … het in een acknowledgement noemen van … in het artikel van …. op zijn plaats zou zijn geweest. Hij benadrukt dat de …lijn in … geheel los stond van het onderzoek van … in …

4. De overwegingen van het LOWI

4.1 Het LOWI baseert zijn oordeel over (schending van) wetenschappelijke integriteit op de normen zoals die zijn af te leiden uit de Notitie Wetenschappelijke Integriteit 2001 (KNAW, VSNU, NWO), de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2004 (VSNU), de Notitie Wetenschappelijk Onderzoek: dilemma’s en verleidingen, 2005 (tweede druk, KNAW) dat een nadere uitwerking is van de Notitie Wetenschappelijke Integriteit van 2001, het OECD report Best Practices for Ensuring Scientific Integrity and Preventing Misconduct (2007), The European Code of Conduct for Research Integrity (2010), en The Singapore Statement on Research Integrity (2010).

4.2 Van schending van wetenschappelijke integriteit is naar het oordeel van het LOWI in ieder geval sprake, indien in openbare publicaties en/of gedragingen wordt gehandeld in strijd met de algemene verplichting om gegevens uit wetenschappelijk onderzoek naar waarheid te presenteren, waarbij met name gegevens van een wetenschappelijk onderzoek niet mogen worden vervalst, gemanipuleerd, verzwegen, verzonnen, of, indien fictief van aard, als echt gepresenteerd, of waarbij gegevens, letterlijke tekstgedeelten en wetenschappelijke ideeën, ontleend aan andere bronnen, zonder juiste, volledige bronvermelding en onder eigen naam worden gepubliceerd.

Het weglaten van een mede-auteur kan leiden tot schending van wetenschappelijke integriteit wanneer deze auteur een inhoudelijk wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het verrichte onderzoek.

4.3 Bij de vraag of sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit kan het LOWI gewicht toekennen aan deskundigenoordelen. Het LOWI is echter niet gebonden aan deze oordelen, ook niet wanneer de deskundigen zich uitspreken over schending wetenschappelijke integriteit.

4.4 In het onderhavige geval acht het LOWI enerzijds bewezen, althans meer dan voldoende aannemelijk gemaakt, dat de onderliggende gegevens van … in voornoemd artikel door Beklaagde en … in … – hetgeen door hen in het voorgesprek en/of ter hoorzitting is bevestigd – gezamenlijk zijn gegenereerd, en … met data uit … tot stand is gekomen; dat echter anderzijds ook vastgesteld kan worden dat het onderzoek zoals beschreven in het artikel van … uitgaande van … feitelijk is verricht.

Buiten twijfel, en niet meer in geschil tussen partijen, is echter dat … in het betreffende artikel ernstige fouten bevat wat betreft…l verrichte experimenten en de vermelde …. Het LOWI komt op grond van deze aannames tot de volgende overwegingen met betrekking tot de klachtonderdelen 1 tot en met 4.

Ten aanzien van klachtonderdeel 1

4.5 Klager stelt dat Beklaagde de ongefundeerde suggestie heeft gewekt meer experimenten te hebben uitgevoerd dan zij met data kunnen verantwoorden door van een reële …een gefingeerde … te maken, als indicatie voor … uitgevoerde experimenten.

4.6 Het LOWI acht het manipuleren/opplussen/majoreren/fingeren van data niet bewezen, noch aannemelijk op grond van de gebleken feiten en omstandigheden. Uit de voorgesprekken, de deskundigenoordelen, de hoorzitting en de door partijen en betrokkenen aan het LOWI overgelegde stukken blijkt niet dat sprake is geweest van een gefingeerde …. Het onderzoek zoals beschreven in het artikel van … is feitelijk verricht. Ook zijn er geen aanwijzingen als zou Beklaagde de intentie hebben gehad om personen en/of de wetenschap te misleiden.

Dit laatste is daarom niet aannemelijk omdat … niet dragend is voor het in het artikel beschreven onderzoek. In het artikel van … gaat het om …, maar worden er maar … beschreven in … bij …. De experts gaan dan ook eerder uit van een slordigheid of vergissing door het opnemen van …, die hele andere gemiddelden laat zien dan die behoren bij … of vice versa gemiddelden laat zien die behoren bij ….

Het LOWI wenst echter een stap verder te gaan, waar uit de hoorzitting en ook uit de stukken die na de hoorzitting door partijen zijn uitgewisseld, volgt dat er dermate slordig met data is omgesprongen dat niemand meer exact kan duiden waar welk getal vandaan komt. Beklaagde is – als eindverantwoordelijke auteur bij het artikel van … – tot op heden er ook niet in geslaagd om op overtuigende wijze de gemiddelden en … te verklaren bij … litigieuze ….

Dit acht het LOWI verwijtbaar onzorgvuldig. Dit leidt naar het oordeel van het LOWI echter in het onderhavige geval niet tot de door Klager beweerde schending van wetenschappelijke integriteit omdat het in het artikel van … beschreven onderzoek daadwerkelijk is verricht op basis van ….

Ten aanzien van dit onderdeel van de klacht is het LOWI echter wel van oordeel, dat Beklaagde, als hoofdverantwoordelijke voor het onderzoek en als laatste auteur, te weinig toezicht heeft gehouden op de juiste verslaglegging en feitelijke publicatie van het verrichte onderzoek. Dit gebrek aan toezicht, uit welke redenen of omstandigheden ook verklaarbaar, is hem als verwijtbare onzorgvuldigheid bij het verrichten van wetenschappelijk onderzoek aan te rekenen.

Ten aanzien van klachtonderdeel 2

4.7 Klager stelt in de tweede plaats dat … onderzoeksdata ten grondslag liggen aan het … experiment zoals dat is beschreven in het artikel van ….

4.8 Uit de rapportage van … d.d. … 2010, die door het Bestuur als bijlage bij het voorlopig besluit van het Bestuur van … 2011 is gevoegd, volgt dat door een … bedrijf …, dat banden had met …, één …experiment is verricht, bevestigd door … via …. In de klacht(brief) van Klager van … 2011, waarin Klager uitvoerig ingaat op voornoemde rapportage, wordt dit door Klager niet betwist.

4.9 Uit de voorgesprekken en de hoorzitting volgt voorts dat voor het … experiment, … is gebruikt dat werd verkregen in …, en met medeweten van … door … en/of … is meegenomen naar …. De … techniek was in die jaren waarover het gaat nog relatief nieuw en bestond in die tijd nog niet in …. Het … experiment is toentertijd dan ook niet verricht in …, maar door een … bedrijf,…, dat banden had met …. De data die uit dat experiment kwamen, zijn daarop ook nader bewerkt en uitgewerkt in …. Het artikel van … gebruikt de data uit …, waaraan … heeft meegewerkt, als opstap voor het verdere onderzoek in ….

4.10 De stelling dat … onderzoeksdata ten grondslag liggen aan het … experiment zoals dat is beschreven en nader is uitgewerkt in het artikel van …., is dan ook naar het oordeel van het LOWI te vergaand.

Immers, de onderzoekslijn was bedacht en geïnitieerd door Beklaagde; de gegevens werden door Beklaagde en … – al dan niet met andere …. onderzoekers – gezamenlijk gegenereerd; het ging bij deze in …. gegenereerde onderzoeksdata ook om gegevens die nog nader dienden te worden uitgewerkt: een gezamenlijk artikel door Beklaagde en … werd om die reden ook afgewezen; en tenslotte werd het … experiment via … door een …. bedrijf verricht c.q. ging het om een relatief nieuwe techniek die wellicht ook daarom tot andere data leidde dan die in …, zoals beschreven in het artikel van …. Hier doet niet aan af dat bij het onderzoek in …. gewerkt is met … van … uit ….

Ten aanzien van klachtonderdeel 3

4.11 Klager stelt in de derde plaats dat Beklaagde zonder toestemming onderzoeksdata van de afdeling …. en diens onderzoekers, welke zijn vergaard in het kader van het promotie onderzoek van …. in …, heeft gepubliceerd in het artikel van …..

4.12 Het LOWI acht diefstal van … onderzoeksdata niet aangetoond, noch op grond van de feiten en omstandigheden aannemelijk gemaakt. Het gaat om data die waren verkregen uit gezamenlijk onderzoek door … en Beklaagde in de periode dat zij beiden (samen) werkten in …., en het ging (nog steeds) om data die nog nader uitgewerkt dienden te worden toen Beklaagde naar … vertrok.

Het lag dan ook in de lijn der verwachtingen dat beiden die gegevens zouden aanwenden voor nader onderzoek en dat Beklaagde bij zijn overgang naar …. die gegevens mee zou nemen naar …. …. verklaart ook zelf dat hij na …. over de in …. gegenereerde …. resultaten nog met Beklaagde heeft gesproken in het kader van een concept artikel en een mogelijke voortgang van het project.

Dit mocht ook, althans door Klager is niet het tegendeel aangetoond door overlegging van afwijkende afspraken in individuele overeenkomsten en/of zogeheten Material Transfer Agreements (MTA’s). In de periode waarin de overgang van … naar … speelde, waren er (nog) geen formele regels en afspraken die het meenemen en gebruik van onderzoeksmateriaal afdoende regelden.

Ten aanzien van klachtonderdeel 4

4.13 Klager stelt ten slotte, waar het gaat om … onderzoeksdata in het artikel van …, … als co-auteur had moeten worden vermeld in het artikel.

4.14 Het LOWI is ten aanzien van het co-auteurschap van oordeel dat het Bestuur in zijn voorgenomen besluit van … 2011 – en ook tijdens de hoorzitting – terecht reeds heeft erkend dat …, werkzaam bij Klager, als co-auteur had moeten worden vermeld in het artikel van …. Het LOWI bevestigt op dit punt het onderzoek en het advies van … van …. Beklaagde neemt overigens een ander standpunt in waar hij spreekt van acknowledgment.

Het LOWI voegt hier volledigheidshalve aan toe dat het niet opvoeren van … als mede-auteur in het onderhavige geval naar zijn oordeel geen schending van wetenschappelijke integriteit oplevert.

Voor zover gesproken kan worden van een bijdrage aan het in het artikel beschreven onderzoek, gaat het naar het oordeel van het LOWI niet om een inhoudelijk wezenlijke bijdrage van het verrichte onderzoek. … verklaart ook uitdrukkelijk dat hij niet heeft bijgedragen aan het verrichte onderzoek in …. dat is beschreven in het artikel van …. Het artikel van … beschrijft namelijk verder ander onderzoek op basis van veel andere technieken dan het onderzoek dat is verricht in …. ten tijde van het opstellen van …..

4.15 Ten slotte constateert het LOWI dat de klacht betrekking heeft op de werkzaamheden van Beklaagde in de periode, waarin Beklaagde niet werkzaam was onder de verantwoordelijkheid van het Bestuur, maar van … Het Bestuur heeft derhalve geen bemoeienis gehad met de betwiste experimenten en kan voor de omstandigheden waaronder het onderzoek verricht is ook niet verantwoordelijk worden gehouden.

Het LOWI is van oordeel dat het Bestuur desalniettemin juist en adequaat heeft gehandeld om de vermoedens van en de klacht over schending van wetenschappelijke integriteit te onderzoeken, nu wetenschappelijke integriteit niet is gekoppeld aan de plaats waar de wetenschappelijke werkzaamheden worden verricht, maar als persoonsgebonden dient te worden opgevat.

5. Het advies van het LOWI

5.1 Het LOWI oordeelt de klacht van Klager van …. 2011 omtrent schending van wetenschappelijke integriteit ongegrond, alsook de klacht van …. 2010 voorzover die voornoemde klacht nader onderbouwt. Het LOWI bevestigt op dit punt het voorgenomen besluit van het Bestuur. Het LOWI merkt daarbij op dat een oordeel over burgerlijke geschillen – waaronder de patentkwestie waaraan Klager refereert in zijn klacht van …. 2010 – buiten zijn bevoegdheid valt.

5.2 Het LOWI is wél van oordeel dat Beklaagde verwijtbaar onzorgvuldig heeft gehandeld a) met betrekking tot databeheer, door in het artikel van … na te laten de gegevens van …. als laatste eindverantwoordelijke auteur op juistheid te controleren, en b) … niet te noemen bij het – al dan niet overbodig – opnemen van … die Beklaagde gezamenlijk met … had ontwikkeld in …. Het LOWI benadrukt dat wanneer Beklaagde de nodige zorgvuldigheid zou hebben betracht, hij een procedure als de onderhavige had kunnen voorkomen.

5.3 Het LOWI adviseert het Bestuur, mede ter voorkoming van procedures als de onderhavige, om zorgvuldig databeheer te benadrukken bij al haar medewerkers en bij Beklaagde in het bijzonder. Het treffen van maatregelen valt buiten de bevoegdheid van het LOWI. Het LOWI adviseert het Bestuur evenwel om bij het (eventueel) opleggen van maatregelen jegens Beklaagde het oordeel van het LOWI mee te wegen. Met betrekking tot het co-auteurschap heeft het Bestuur erkend dat Beklaagde zorgvuldiger had moeten handelen en luidt het advies van het LOWI om dienovereenkomstig met de uitgever en redactie van het desbetreffende tijdschrift in overleg te treden.

Namens het LOWI,

Prof. dr. mr. C.J.M. Schuyt, Voorzitter

Mr. dr. E.G. van Arkel, Secretaris

 

Amsterdam, 21 december 2011