Categorieën
Advies

Advies 2022-10

Verzoeker klaagt over info op de website van WUR die volgens hem misleidend is. Met de info wordt context en strekking van een bepaalde onderzoekslijn weergegeven. CWI heeft de klacht terecht niet-ontvankelijk verklaard omdat de gedragscode niet van toepassing is. Zie ook 2021-15 en 2022-09.

naar aanleiding van het verzoek van:

1. [Verzoeker]

over het aanvankelijk oordeel van

2. het College van Bestuur van Wageningen University & Research

Procesverloop

Op 18 januari 2022 heeft Verzoeker een klacht ingediend bij de Commissie Wetenschappelijke Integriteit van Wageningen University & Research (hierna: CWI) over een mogelijke schending van wetenschappelijke integriteit door [Betrokkene].

De CWI heeft het College van Bestuur van Wageningen University & Research (hierna: Bestuur) op 3 februari 2022 geadviseerd de klacht niet-ontvankelijk te verklaren.

Het Bestuur heeft het advies van de CWI overgenomen en heeft de klacht in het aanvankelijk oordeel van 8 februari 2022 niet-ontvankelijk verklaard.

Verzoeker heeft het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (hierna: LOWI) middels een verzoekschrift dat op 10 maart 2022 door het LOWI is ontvangen, verzocht advies uit te brengen over dit aanvankelijk oordeel.

Het LOWI heeft besloten het verzoek in behandeling te nemen.

Het LOWI heeft het Bestuur en Betrokkene in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen.

Verzoeker heeft gereageerd op het verweerschrift van het Bestuur. Het Bestuur heeft gereageerd op het verweerschrift van Betrokkene.

Betrokkene heeft een laatste reactie ingediend.

Het LOWI heeft in zijn vergadering van 18 mei 2022 besloten dat het zich voldoende geïnformeerd acht en dat het de zaak op de stukken zal behandelen.

Partijen zijn van dit besluit om geen hoorzitting te houden op de hoogte gebracht.

Overwegingen

Casus

1. Verzoeker is dezelfde verzoeker als in LOWI-adviezen 2021-15 en 2022-09. In die zaken heeft Verzoeker geklaagd over een statement in een wetenschappelijk tijdschrift waarin onder meer staat dat het SARS-Cov-2-virus een natuurlijke (wildlife) oorsprong heeft. In deze zaak klaagt Verzoeker over informatie op de website van de WUR waarin staat dat SARS-Cov2 van dier naar mens is overgedragen in Wuhan in 2019. Verzoekers centrale punt is dat er ook een scenario mogelijk is waarbij het virus uit een laboratorium is ontsnapt (en niet van dier op mens is overgedragen). Volgens hem staat niet ter discussie dat de voorouders van het virus een natuurlijke oorsprong hebben, maar is nog steeds niet bewezen dat SARS-Cov2 in 2019 via een dier naar de mens is overgegaan en daarmee een zoönose is. Dat dit standpunt wel op de website wordt gepubliceerd en wordt gecommuniceerd naar het brede publiek is volgens Verzoeker misleidend.

CWI-advies en aanvankelijk oordeel

2. Het Bestuur heeft de klacht onder verwijzing naar het CWI-advies
niet-ontvankelijk verklaard. De CWI benoemt dat er verschil van inzicht kan zijn over de oorsprong van het SARS-CoV2 virus en dat er een wetenschappelijk debat over wordt gevoerd. Volgens de CWI is de klachtenregeling echter niet bedoeld voor meningsverschillen die behoren tot het wetenschappelijk debat. De CWI adviseert het Bestuur vervolgens de klacht niet-ontvankelijk te verklaren om de reden dat het hier uitsluitend een professioneel verschil van opvatting betreft.

Verzoek

3. Verzoeker betoogt dat zijn klacht gaat over voorbarige of vroegtijdige publicatie van nog lopend onderzoek naar de oorsprong van het SARS-Cov2 virus. Volgens Verzoeker is hiermee een mogelijk onjuist wetenschappelijk resultaat gepubliceerd. Dit is volgens Verzoeker in strijd met normen 11 en 36 van de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit 2018. Verzoeker betoogt dat de geëigende fora en deskundigen op dit gebied (virologen en zoölogen) niet aanspreekbaar zijn en hun krediet hebben verspeeld.

Verweer Bestuur

4. Het Bestuur stelt zich op het standpunt dat de gedragscode niet van toepassing is op de informatie op de website waartegen Verzoeker bezwaren heeft geuit. Volgens het Bestuur gaat het om informatie of toelichting bij een onderzoeksdomein van een van de onderzoeksinstituten. De tekst op de website is geen verspreiding van wetenschapsresultaten en geen wetenschappelijk onderzoek in den brede zoals bedoeld in de gedragscode. De informatie op de website is kernachtig en compact bedoeld. Volgens het Bestuur is het niet redelijk om van een instelling te verlangen dat bij dergelijke teksten allerlei nuances en voetnoten worden toegevoegd. Ook zou volgens het Bestuur de geloofwaardigheid van de gedragscode in het geding komen als de gedragscode wel van toepassing zou worden verklaard in deze casus. Normen 11 en 36 die zien op de ontwerpfase respectievelijk verslagleggingsfase zijn volgens het Bestuur dan ook niet van toepassing.

5. In lijn met het CWI-advies voert het Bestuur verder aan dat Verzoeker een wetenschappelijke controverse opwerpt, te weten een verschil van inzicht over de interpretatie van het ontstaan c.q. de oorsprong van COVID-19. Deze discussie moet volgens het Bestuur in de daartoe geëigende fora worden beslecht in plaats van bij de CWI en nu het LOWI.

Verweer Betrokkene

6. Betrokkene stelt zich op het standpunt dat met de informatie op de website eigenlijk alleen is bedoeld aan te geven dat dieren een rol kunnen spelen in de verspreiding van SARS-CoV2 en dat het daarom belangrijk is om daar onderzoek naar te doen. Volgens Betrokkene verschilt de definitie van het begrip zoönose dat door verschillende instanties wordt gebruikt, maar wordt daar op de website niet op ingegaan. Betrokkene stelt dat er brede wetenschappelijke consensus is over de conclusie dat SARS-CoV2 zijn oorsprong heeft in dieren en dat de locatie Wuhan en de periode eind 2019 van de transmissie dier-mens veelvuldig worden gehanteerd in de literatuur maar dat deze nooit met volledige zekerheid zijn vastgesteld en dat dit wellicht ook niet meer gaat gebeuren.

Beoordeling LOWI

7. Het LOWI onderschrijft het standpunt van het Bestuur dat de gedragscode niet van toepassing is op de passage op de website. Nog daargelaten dat het voor het LOWI niet duidelijk is of Betrokkene daadwerkelijk de persoon is die verantwoordelijk zou moeten worden gehouden voor deze passage, gaat het hier zoals het Bestuur terecht heeft gesteld niet om het presenteren van onderzoeksresultaten. Het betreft een passage van informatieve strekking waarmee de context en relevantie van een bepaalde onderzoekslijn wordt weergegeven. Deze passage valt verder naar aard en inhoud ook niet onder ‘wetenschappelijk onderzoek in den brede’ zoals bedoeld in artikel 1.1 van de gedragscode. Aan de normen uit de gedragscode hoeft daarom niet te worden getoetst.

8. Reeds hierom is het naar het oordeel van het LOWI terecht dat Verzoekers klacht niet-ontvankelijk is verklaard.

Conclusie

9. Het verzoek is ongegrond.

ADVIES

Het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit:

I. verklaart het verzoek ongegrond;

II. adviseert het Bestuur de klacht onder verwijzing naar dit advies definitief niet-ontvankelijk te verklaren.

Aldus vastgesteld op 4 augustus 2022 door mr. E.J. Daalder, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.C. Zweistra, ambtelijk secretaris.