Categorieën
Besluit

Besluit 2019-24

Het LOWI is niet bevoegd het verzoek in behandeling te nemen en advies uit te brengen, omdat ZonMW destijds niet bij het LOWI was aangesloten (inmiddels wel).

naar aanleiding van het verzoek van:

1. …

over het aanvankelijk oordeel van

2. het Bestuur van ZonMw

Procesverloop

Op 19 februari 2019 heeft … (hierna: Verzoeker) een klacht ingediend bij het Meldpunt Integriteit van NWO.

Op 25 februari 2019 heeft Verzoeker deze klacht aangevuld.

De afdeling Juridische Zaken van NWO heeft deze klacht beoordeeld en heeft het Bestuur van ZonMw op 28 mei 2019 in een memo geadviseerd om de klacht niet-ontvankelijk te verklaren.

Het Bestuur van ZonMw heeft het advies van de afdeling Juridische Zaken overgenomen en heeft de klacht van Verzoeker bij aanvankelijk oordeel van 5 juni 2019 niet-ontvankelijk verklaard.

Verzoeker heeft het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (hierna: LOWI) middels een verzoekschrift dat op 10 juli 2019 door het LOWI is ontvangen, verzocht advies uit te brengen over dit aanvankelijk oordeel.

Het LOWI heeft het Bestuur van ZonMw bij brief van 19 september 2019 onder meer laten weten dat het zich onvoldoende geïnformeerd acht om te beslissen of het Verzoek in behandeling kan worden genomen. In diezelfde brief heeft het LOWI het Bestuur van ZonMw verzocht om meer informatie over de bevoegdheids- en taakverdeling tussen de zelfstandige bestuursorganen ZON en NWO.

Bij brief van 21 oktober 2019 heeft het Bestuur van ZonMw meer informatie aan het LOWI verstrekt.

Overwegingen

Inleiding

1. Enkele jaren geleden heeft Verzoekers minderjarige kind deelgenomen aan een wetenschappelijke studie naar de … kenmerken en de … achtergronden daarvan die bij het kind waren geconstateerd. Deze wetenschappelijke studie heeft ertoe geleid dat [de typering] als syndroom in de database … (hierna: database A) werd opgenomen, onder de familienaam van de wetenschapper die over deze studie heeft gepubliceerd. Verzoeker heeft zich eerder tot het LOWI gewend over deze kwestie. Centraal in die zaak stond Verzoekers betoog dat de zeer zeldzame typering voorbarig als syndroom in database A was opgenomen en dat het ten onrechte de familienaam van voormelde wetenschapper draagt (zie het LOWI-advies van 16 januari 2019 in zaak nr. 2019-01).

2. In de zaak die nu bij het LOWI voorligt, keert Verzoeker zich tegen de financiering van de wetenschappelijke studie. Volgens Verzoeker had ZonMw de wetenschappelijke studie niet mogen financieren. Het gaat om de twee onderzoeken met de nrs. … en … die onder de ERA-Net for Research on Rare Diseases, programma’s E-Rare… en E-Rare… van ZonMw zijn gefinancierd.

3. Verzoeker betoogt bij het LOWI dat NWO/ZonMw zijn klacht niet zorgvuldig hebben beoordeeld, dat er onvoldoende vertrouwelijkheid in acht is genomen en dat er procedurele fouten zijn gemaakt.

4. ZonMw is een samenwerking tussen ZON en het domein Medische Wetenschappen van NWO. Aan deze samenwerking ligt een samenwerkingsovereenkomst van 29 oktober 2018 ten grondslag. Deze overeenkomst voorziet in een samenwerkingsvorm met zelfstandige bevoegdheden. De bevoegdheden van het bestuur van ZonMw zijn verder uitgewerkt in het bestuursreglement ZonMw 2019.

Bevoegdheid ZonMw en LOWI

5. Het LOWI ziet zich voor de vraag gesteld of het Bestuur van ZonMw bevoegd was om het aanvankelijk oordeel van 5 juni 2019 te geven. Uit het dossier en de door het LOWI bij ZonMw opgevraagde informatie blijkt dat ZonMw sinds 4 maart 2015 bij het Meldpunt Wetenschappelijke Integriteit van NWO is aangesloten. Het LOWI begrijpt het zo dat als gevolg daarvan het bestuur van ZonMw de Klachtenregeling Wetenschappelijke Integriteit NWO – subsidieverlening van 30 oktober 2013, zoals die gold ten tijde van de indiening van de klacht, op de behandeling van de klacht van toepassing heeft geacht.

5.1. De Klachtenregeling, voor zover hier relevant, luidt:

Artikel 1 Definities
(…);
Algemeen Bestuur: Het Algemeen Bestuur van NWO.
(…).”

Artikel 8 Besluitvorming
1. Het Algemeen Bestuur stelt (…) zijn aanvankelijk oordeel vast. (…).
(…).”

Gelet op bovenvermelde artikelen uit de Klachtenregeling, zou het Algemeen Bestuur van NWO naar de letter bevoegd zijn om een aanvankelijk oordeel over de door Verzoeker ingediende klacht te geven.

5.2. Het LOWI gaat ervan uit dat ZonMw een zelfstandig bestuursorgaan is. Dat blijkt uit het bestuursreglement ZonMw 2019 dat, in samenhang gelezen met de samenwerkingsovereenkomst van 29 oktober 2018, bepalingen bevat over de bevoegdheid van het Bestuur van ZonMw. Zo bepaalt artikel 3.2, lid 1 en lid 2, aanhef en onder b, van dat bestuursreglement dat het Bestuur van ZonMw de directeur mandaat kan verlenen om namens het bestuur beslissingen te nemen op grond van de Algemene Wet bestuursrecht (hierna: Awb), met uitzondering van de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen op bezwaarschriften. Het LOWI overweegt dat de klacht van Verzoeker van 19 februari 2019 een klachtschrift betreft als bedoeld in Hoofdstuk 9 van de Awb.

Het LOWI is voorts van oordeel dat uit voornoemd artikel 3.2 van het bestuursreglement ZonMw 2019 moet worden afgeleid dat het Bestuur van ZonMw bevoegd is om te beslissen op een klachtschrift als bedoeld in Hoofdstuk 9 van de Awb. Gelet hierop zou het Bestuur van ZonMw bevoegd zijn om een aanvankelijk oordeel te geven en niet het Bestuur van NWO.

5.3. Het LOWI ziet zich ook voor de vraag gesteld of het bevoegd is het verzoek in behandeling te nemen. Het LOWI is alleen bevoegd te adviseren over oordelen van bij haar aangesloten organisaties. Hierbij zijn de volgende bepalingen uit het Reglement LOWI 2018 relevant:

Artikel 1 – Definities
(…);
Bestuur Het bestuur van een Instelling dat bevoegd is een Oordeel vast te stellen.
(…);
Instelling Een bij het LOWI aangesloten Instelling, namelijk de Oprichters van het LOWI en de andere Instellingen die als aangesloten Instelling zijn erkend.
(…).”

Artikel 2 – Bevoegdheid van het LOWI
1. Het LOWI geeft op verzoek van Verzoeker advies aan het Bestuur over het Oordeel.
(…).”

Artikel 7 – Ontvankelijkheidseisen
1. Het LOWI neemt een verzoek alleen in behandeling wanneer het voldoet aan de ontvankelijkheidseisen uit het tweede tot en met het achtste lid.
2. Het Verzoek betreft een Oordeel van het Bestuur.

5.4. Het voorgelegde oordeel is afkomstig van het Bestuur van ZonMw. ZonMw is niet bij het LOWI aangesloten. Het bestuur van NWO is wel bij het LOWI aangesloten. Dat betekent dat het LOWI alleen bevoegd is tot het geven van een advies wanneer sprake zou zijn van een aanvankelijk oordeel dat door het Bestuur van NWO gegeven had moeten zijn.

5.5. Het LOWI is van oordeel dat voor de beantwoording van de vraag welk bestuur het bevoegd bestuur was om het aanvankelijk oordeel vast te stellen, het bestuursreglement ZonMw 2019 prevaleert boven de Klachtenregeling Wetenschappelijke Integriteit NWO. Hierbij neemt het LOWI in aanmerking dat het bestuursreglement berust op artikel 7 Wet ZON en is goedgekeurd door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en daarmee voor de bevoegdheidskwestie als hogere regelgeving kan worden beschouwd die prevaleert boven de Klachtenregeling. Het bestuur van ZonMw geeft in zijn brief van 21 oktober 2019 aan dat de in de klacht van Verzoeker genoemde programma’s E-Rare… en E-Rare… zelfstandig door ZonMw worden uitgevoerd. Bij dergelijke programma’s en subsidieoproepen is het bestuur van ZonMw beslissingsbevoegd. In lijn daarmee was het Bestuur van ZonMw bevoegd het aanvankelijk oordeel van 19 februari 2019 vast te stellen. Het enkele feit dat het bestuur van ZonMw zich bij het Meldpunt Wetenschappelijke Integriteit van NWO heeft aangesloten en toepassing geeft aan de Klachtenregeling maakt dit niet anders.

5.6. Dit betekent dat het Bestuur van ZonMw terecht op de klacht van Verzoeker heeft beslist. Dat leidt tot de conclusie dat, nu ZonMw niet bij het LOWI is aangesloten, het LOWI niet bevoegd is een oordeel in deze kwestie te geven. Het Bestuur van ZonMw is geen Bestuur als bedoeld in het Reglement LOWI 2018. Het LOWI is daarom ingevolge artikel 2 in samenhang gelezen met artikel 7 van het Reglement LOWI 2018 niet bevoegd om advies uit te brengen zoals Verzoeker vraagt.

Conclusie

6. Het LOWI is niet bevoegd het verzoek in behandeling te nemen. Het LOWI kan daarom geen advies aan het Bestuur van ZonMw uitbrengen.

7. Ter informatie aan partijen, merkt het LOWI op dat het Bestuur van ZonMw een verzoek om aansluiting bij het LOWI kan doen. Pas zodra ZonMw is erkend als een bij het LOWI aangesloten instelling, kan het LOWI adviesverzoeken, zoals het thans voorliggende verzoek, in behandeling nemen.

BESLUIT

Het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit:

I. verklaart het verzoek van … niet-ontvankelijk;

II. besluit het verzoek buiten behandeling te laten;

III. brengt geen advies uit aan het Bestuur van ZonMw.

Aldus vastgesteld op 12 november 2019 door prof. mr. R. Fernhout, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.C. Zweistra, ambtelijk secretaris.