Categorieën
Advies

Advies 2014-10

Advies van het LOWI ten aanzien van de klacht, door Klager tevens Verzoeker … bij het LOWI ingediend per brief van … 2014, en gericht tegen het besluit van het Bestuur … van … 2014 inzake een vermoed geval van plagiaat en daarmee samenhangende schending van wetenschappelijke integriteit in een proefschrift … .

1. De klacht

Klager tevens Verzoeker bij het LOWI heeft op … 2014 bij het LOWI een klacht ingediend tegen het besluit van … 2014 van het Bestuur….. Dit besluit heeft betrekking op de klacht van … van Klager tevens Verzoeker bij het LOWI inzake een vermoed geval van plagiaat en daarmee samenhangende schending van wetenschappelijke integriteit in het proefschrift van Beklaagde tevens Derde Belanghebbende bij het LOWI, ….

In dit besluit van … 2014 heeft het Bestuur erkend dat sprake is van plagiaat… , maar besloten dat het op grond van bijzondere omstandigheden jegens Beklaagde en op basis van het beginsel van evenredigheid, dat in de Algemene wet Bestuursrecht (art. 3:4 Awb) is vereist bij het opleggen van sancties…, het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit (hierna CWI) om het College van Promoties (hierna CvP) te verzoeken om de doctorsgraad te herroepen, … niet zal overnemen.

De Klacht is mede namens een aantal medeondertekenaars… bij het LOWI ingediend. De klacht heeft… betrekking op de voorgenomen sancties, …die het Bestuur heeft opgelegd aan Beklaagde:

a) het feit dat het Bestuur het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit ( hierna CWI) om de verlening van de doctorsgraad “te herroepen” … niet heeft opgevolgd en slechts heeft volstaan met het geven van een berisping aan Beklaagde; naar de mening van Klager is dit inconsequent, nu het bestuur wel geconstateerd heeft dat het proefschrift van Beklaagde een ernstige vorm van plagiaat bevat… .

b) het feit dat een precedent wordt geschapen door Beklaagde de kans te geven de aangetoonde passages, waarin sprake is geweest van plagiaat, binnen een bepaalde periode te herstellen; naar de mening van Klager bestaat het precedent er uit dat hierdoor promovendi lichter worden behandeld dan studenten in soortgelijke gevallen van geconstateerd plagiaat.

Naast deze twee klachtonderdelen die betrekking hebben op de op te leggen sancties en te nemen maatregelen…, bevat de klacht tevens met verwijzing naar het advies van de CWI:

c) een klachtonderdeel over de kwaliteit van de begeleiding van de promovendus bij het schrijven van het proefschrift, tevens over de samenstelling, de deskundigheid en de onafhankelijkheid van de kleine commissie, die het manuscript van het proefschrift heeft beoordeeld… . Klager maakt bezwaar tegen het feit dat het CvB geen consequenties verbindt aan de geconstateerde gebrekkige begeleiding en daarbij voorbijgaat aan mogelijke andere gebreken, al dan niet ontstaan door de hier genoemde omstandigheden… .

d) … . Klager verzoekt het LOWI een “second opinion” te geven over de kwaliteit van het omstreden proefschrift , omdat naar de mening van Klager dit proefschrift ook zonder plagiaat onder de maat is … .

e) … . Klager verzoekt het LOWI tevens een oordeel te geven over de wetenschappelijkheid van andere door deze promotor en leden van de kleine commissie in het verleden begeleide proefschriften … .

Naar aanleiding van deze vijf klachtonderdelen, die verder gaan dan de oorspronkelijk bij het Bestuur ingediende primaire klacht … , oordeelt het LOWI als volgt.

Het LOWI zal zich in deze procedure primair beperken tot de eerste twee klachtonderdelen (onder a en b), die betrekking hebben op de eventueel aan Beklaagde op te leggen sancties en jegens hem te nemen maatregelen, … waarover het LOWI op grond van het LOWI-Reglement advies mag uitbrengen. Het LOWI zal het derde klachtonderdeel (onder c) in zijn overwegingen betrekken slechts voor zover dit relevant is voor een beoordeling van het besluit van het Bestuur ten aanzien van aangevoerde “verzachtende omstandigheden” en voor de door de kleine commissie gegeven goedkeuring na verricht leesonderzoek van het te beoordelen proefschrift … .

Het LOWI zal niet voldoen aan het door Klager gewenste verzoek een oordeel te geven over de kwaliteit van het proefschrift als geheel en andere door de promotor of leden van de kleine commissie begeleide proefschriften … . Het LOWI stelt met nadruk vast dat het LOWI niet is opgericht, noch ingericht en toegerust om kwaliteitsoordelen te vellen over proefschriften of over eventuele controversen over inhoud en kwaliteit van wetenschappelijk werk … .

Het LOWI is slechts bevoegd te oordelen over vermeende of vermoede schendingen van wetenschappelijke integriteit. Het College van Promoties (hierna te noemen CvP) is bij uitsluiting van andere universitaire organen op grond van de in de Wet op het Hoger en Wetenschappelijk onderwijs (WHW) aan hem toegekende bevoegdheid bevoegd en in staat te oordelen over de kwaliteit van proefschriften, de samenstelling van (kleine en grote) promotiecommissies, de toelating tot de openbare verdediging van een proefschrift en de graadverlening … . De twee onderdelen (d) en (e) van de klacht bij het LOWI worden derhalve niet-ontvankelijk verklaard. Klager dient de procedure inzake wetenschappelijke integriteit niet te benutten om de kwaliteit van proefschriften aan te vechten … .

Eveneens worden alle mede ondertekenaars … van de klacht niet-ontvankelijk verklaard, nu zij in eerste instantie bij het indienen van de klacht van Klager niet tot de klagers behoorden … . Men kan alleen bij het LOWI in beroep gaan tegen een (voorgenomen) besluit van het Bestuur, indien dit besluit betrekking heeft op een eerder door een klager of klagers bij het Bestuur ingediende klacht. De mede ondertekenaars behoren daar niet toe … .

2. De procedure

In zijn vergadering van … 2014 heeft het LOWI besloten om de klacht van Klager in behandeling te nemen, voor zover die betrekking heeft op beweerde schending van wetenschappelijke integriteit en de door Klager betwiste sancties … . Het LOWI heeft vervolgens per email van … 2014 het Bestuur verzocht de stukken die betrekking hebben op de klacht aan het LOWI toe te zenden en tevens het Bestuur in de gelegenheid gesteld een verweerschrift op te stellen.

Tevens heeft het LOWI Beklaagde in de gelegenheid gesteld zich als derde belanghebbende te voegen in deze klachtprocedure, waarmee Beklaagde heeft ingestemd. Beklaagde/ derde belanghebbende zijn vervolgens per email in de gelegenheid gesteld eveneens een verweerschrift tegen de klacht van Klager in te dienen. Zij hebben daar … geen gebruik van gemaakt.

Op … 2014 heeft het Bestuur een verweerschrift ingediend, waarna dit is gezonden aan partijen. Klager heeft op … 2014 een reactie op het verweer van het Bestuur aan het LOWI gestuurd. Deze reactie is aan het Bestuur en aan Beklaagde toegezonden. Hierna is het onderzoek gesloten.

In zijn vergadering van … 2014 heeft het LOWI besloten de klacht op grond van de ingediende stukken af te handelen, nu door Bestuur noch Beklaagde het geconstateerde plagiaat inhoudelijk is … betwist en het geschil zich derhalve toespitst op de door het Bestuur in zijn voorgenomen besluit aangekondigde en reeds genomen maatregelen jegens Beklaagde … . De standpunten van partijen zijn duidelijk. Een hoorzitting zou naar de mening van het LOWI geen nieuwe gezichtspunten en/of feiten opleveren. Het advies van het LOWI is vastgesteld op 28 november 2014.

3. Standpunten van partijen

3.1 Standpunt van Klager

Klager verwijst in zijn klacht bij het LOWI naar het advies van de CWI, dat er sprake is van plagiaat in het proefschrift van Beklaagde en dat dit plagiaat dusdanig is dat de CWI het CvP adviseert het besluit tot verlening van de doctorsgraad te herroepen … . Klager is van mening dat het CvB dit advies dient op te volgen (…). Het Bestuur erkent het plagiaat, maar pleit Beklaagde vrij van een aandeel daarin … , aldus Klager. Volgens Klager kan Beklaagde niet vrij uit gaan … . Daarnaast betwist Klager het verschijnsel herkansing, een door het Bestuur aan Beklaagde opgelegde maatregel om met behoud van de doctorstitel de tekst recht te breien … .

3.2 Standpunt van het Bestuur

3.2.1

In zijn verweerschrift bij het LOWI van … 2014 herhaalt en handhaaft het Bestuur het ingenomen standpunt in zijn besluit van … 2014, namelijk dat op basis van de door de CWI vastgestelde feiten en op basis van de geraadpleegde toepasselijke bronnen over plagiaat, tot een andere weging te komen dan de CWI in haar advies…. In lijn van het CWI-advies oordeelt het Bestuur dat sprake is van plagiaat, maar geeft het een andere weging van de te nemen proportionele maatregelen jegens Beklaagde … . De overwegingen hiertoe zijn in het verweerschrift (…) nagenoeg dezelfde als in het besluit van … 2014:

Er is onduidelijkheid – in diverse Gedragscodes Wetenschappelijke Integriteit – ten aanzien van de vraag wanneer sprake is van plagiaat en welke maatregelen genomen dienen te worden, hetgeen betekent dat het Bestuur rekening moet houden met de context van dit concrete geval… . Het proportionaliteitsbeginsel in artikel 3:4 Awb … vereist dat het Bestuur rekening houdt met de ernst van geconstateerde feiten in relatie tot … wetenschappelijke integriteit en met de mate van opzet en schuld van betrokkenen … . Er is sprake van verwijtbare onzorgvuldigheid bij … beklaagde door het overnemen van relatieve grote stukken tekst van anderen, hetgeen in deze vorm neerkomt op een schending van … wetenschappelijke integriteit.

Ten aanzien van op te leggen sancties en te nemen maatregelen … dient naar het standpunt van het Bestuur rekening gehouden te worden met een zestal omstandigheden: … .

  • de begeleidingssituatie van een buitenpromovendus is minder sterk geworteld in een wetenschappelijke traditie;
  • promotor en promovendus hebben overleg gehad over concepten van het proefschrift en de resultaten van de plagiaatscan zijn eveneens in overleg besproken;
  • de geëigende procedures van een promotie zijn conform het promotiereglement van de Instelling gevolgd, inclusief de beoordeling door de kleine en grote promotiecommissie;
  • geplagieerde auteurs hebben geen bezwaar geuit naar aanleiding van het proefschrift, ook niet naar aanleiding van de klacht van Klager;
  • de geplagieerde teksten behoorden niet tot de kern van het onderzoek, maar tot achtergrond en aanleiding van het onderzoek;

er is geen sprake van een volledig ontbreken van enige verantwoording.

Deze omstandigheden … in beschouwing nemende heeft het Bestuur het standpunt ingenomen dat het in strijd zou komen met de evenredigheidstoets van artikel 3:4 Awb, indien het Bestuur het CvP zou verzoeken de graadverlening, conform het advies van de CWI, te herroepen… . Het Bestuur heeft Beklaagde, gelet op zijn eigen verantwoordelijkheid, een berisping gegeven en de maatregel opgelegd om in de digitale versie van het proefschrift alsnog zorg te dragen voor het herschrijven van het geplagieerde gedeelte en te zorgen voor adequate verwijzingen… .

3.2.2

Naar aanleiding van de door Klager/Verzoeker ingediende klacht bij het LOWI stelt het Bestuur zich op het standpunt dat een deel van de argumenten in de klacht nieuw zijn ten opzichte van de primaire door het Bestuur beoordeelde klacht … . In reactie op de klacht van Klager bij het LOWI van … 2014 benadrukt het Bestuur het grote belang dat het hecht aan het waarborgen van wetenschappelijke integriteit en kwaliteit en dat het zorgvuldig te werk is gegaan bij de behandeling van Klagers klacht.

Het Bestuur wijst er op dat het zelf niet bevoegd is om over te gaan tot intrekking van het doctoraat, omdat dit immers de bevoegdheid is van het CvP; daarnaast dat er geen regel is die dwingend voorschrijft dat het CvP in elk geval van geconstateerd plagiaat een verleende doctorstitel dient in te trekken en dat naar de mening van het Bestuur geen sprake is van een, zoals Klager beweert, flagrante vorm van plagiaat, omdat beklaagde niet willens en wetens het gedachtegoed van een ander als eigen gedachtegoed heeft willen presenteren … .

Ten aanzien van de opgelegde sanctie en de genomen maatregel … stelt het Bestuur zich op het standpunt dat beide passend zijn, nu noch naar aanleiding van de klacht van Klager noch naar aanleiding van het advies van de CWI is komen vast te staan dat beklaagde willens en wetens heeft geplagieerd. Het Bestuur is van mening dat het gelet op alle relevante omstandigheden een te zware sanctie zou zijn om de verleende doctorstitel in te trekken en dat een dergelijke sanctie (…) in strijd zou zijn met artikel 3:4 Awb… . Ten slotte weerspreekt het Bestuur dat het toelaten van het herstel van plagiaat door Beklaagde en door het niet-intrekken van de promotie een precedent zou scheppen … .

3.3

In de reactie van … 2014 op het verweerschrift van het Bestuur bestrijdt Klager de proportionaliteitsoverweging … van het Bestuur. Enerzijds onderschrijft het Bestuur het standpunt van de CWI dat sprake is van plagiaat… , anderzijds beroept het Bestuur zich op de onduidelijkheid van het begrip plagiaat… , aldus Klager die hierin een tegenstrijdigheid ziet. Klager wijst op het feit dat in de Klachtenregeling Wetenschappelijke Integriteit … op alle betrokkenen bij het onderwijs en onderzoek een eigen verantwoordelijkheid rust voor de instandhouding van de wetenschappelijke integriteit en dat de algemene beginselen van professioneel handelen daartoe te allen tijde dienen te worden nageleefd (…).

Een berisping is … in deze zaak onvoldoende, meent Klager. Klager bestrijdt de relevantie en de steekhoudendheid van alle zes “verzachtende omstandigheden”… die door het Bestuur in zijn besluit en in zijn verweerschrift naar voren zijn gebracht bij de weging van de ernst van het plagiaat en bij de bepaling van de op te leggen sanctie… . In het bijzonder bestrijdt Klager de omstandigheid dat het hier niet “om bewust plagiaat” zou gaan, nu beklaagde grote stukken tekst heeft overgeschreven: het gaat niet om een paar zinnen, maar om vele pagina’s… .

4. Overwegingen van het LOWI

4.1 Algemeen

Het LOWI adviseert besturen van bij het LOWI aangesloten instellingen over door hen genomen (voorlopig) besluiten inzake schending van wetenschappelijke integriteit na een (ontvankelijke) klacht hierover bij het LOWI. Het LOWI baseert zijn oordeel over schending van wetenschappelijke integriteit primair op – doch niet uitsluitend – de normen van wetenschappelijke integriteit die zijn af te leiden uit de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2004 herzien in 2012 en 2014 (VSNU).

Zie voor het beoordelingskader verder www.lowi.nl. Schending van deze normen leidt niet per definitie tot schending van wetenschappelijke integriteit. Er kan sprake zijn van (verwijtbaar) onzorgvuldig handelen zonder dat sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit.

Het LOWI is niet bevoegd om te oordelen over civielrechtelijke kwesties noch over wetenschappelijke controversen. Bij het laatste is sprake van een interpretatieverschil c.q. een verschil van mening over een wetenschappelijk oordeel. Deze dienen te worden bediscussieerd en beslecht in het daartoe geëigende forum van wetenschappelijke tijdschriften, bij voorkeur in het tijdschrift waarin het bekritiseerde artikel is verschenen. Het LOWI is uitgerust noch bevoegd om als arbiter op te treden in wetenschappelijke controversen.

4.2 Is er sprake van plagiaat?…

Het LOWI heeft het betwiste proefschrift en twee andere geplagieerde en door de promotor en door een lid van de kleine commissie begeleide proefschriften opgevraagd en … bestudeerd (…). Na verificatie van de door Klager aangewezen tekstgedeelten … is het volgende gebleken.

a) Grote tekstgedeelten uit deze twee proefschriften … zijn letterlijk en grotendeels woord-voor-woord overgenomen, inclusief exact dezelfde verwijzingen naar bronnen, zoals die in die proefschriften voorkomen… . Enkele zinnen in de overgenomen tekst zijn enigszins veranderd en aangepast om tekstgedeelten uit het proefschrift aan elkaar … te verbinden. Dit duidt op bewuste overname.

b) De andere door Klager in de bijlage van het klachtschrift … aangegeven passages zijn eveneens nagenoeg letterlijk overgenomen uit andere proefschriften of studies, op soortgelijke wijze, d.w.z. inclusief verwijzingen en met bewust aangebrachte verbindingszinnen… . Bij elkaar omvatten de onder a en b genoemde passages tekstgedeelten die letterlijk ontleend zijn aan ruim 30 vaak uitvoerige paragrafen, geschreven door andere auteurs; ze komen in totaal neer op minimaal 17 tot 20 bladzijden letterlijk overgenomen tekst… .

Naar het oordeel van het LOWI is hier sprake van een ernstige vorm van plagiaat, vergelijkbaar met eerdere door het LOWI als zodanig aangeduide vormen (zie LOWI-adviezen, 2007, nr. 1 en 2008, nr. 1, via http://www.lowi.nl/nl/Adviezen).

c) De allereerste … als plagiaat bestempelde passage … bevat … . Men zou kunnen beweren dat een dergelijke passage valt onder “kennis van algemene bekendheid” die geen verwijzing meer behoeft (…). Dit geldt echter niet voor … . Deze passage blijkt in zijn geheel letterlijk vertaald te zijn … overgenomen van…, waarnaar aan het begin van die passage verwezen wordt. Wat hierbij echter opvalt is dat de juiste en correcte verwijzingen naar dit werk … zijn weggelaten en vervangen door een inadequate en daardoor onbegrijpelijke verwijzing naar een andere bron, namelijk… . Dit duidt op bewuste verandering van een verwijzing in een tekstgedeelte, die voor het overige wel in zijn geheel wordt overgenomen.

d) In de passage … staat een andere verwijzing naar… . Hierin wordt verwezen naar… . Omdat deze passage nogmaals letterlijk herhaald wordt in het proefschrift … van Beklaagde… , ontstaat het – te verifiëren – vermoeden dat deze passage ook letterlijk afkomstig is uit… . De verwijzing in de literatuurlijst achter in het proefschrift van Beklaagde … versterkt dit vermoeden doordat hier op onbegrijpelijke … volstrekt incorrecte wijze wordt gerefereerd naar deze auteur… .

e) Deze bovengenoemde tot tweemaal toe gebruikte passage duidt niet slechts op het bewust gebruik van secundaire bronvermelding, ontleend aan anderen, en het niet controleren van deze bronnen, hetgeen gelijk staat aan het plagiëren van secundaire bronnen, maar duidt evenzeer op totaal afwezige of onvoldoende begeleiding van promotor en leden van de kleine commissie, die deze al te opvallend foutieve verwijzingen hadden moeten signaleren, controleren en verbeteren….

f) Het LOWI kan niet aan de indruk ontkomen dat deze vorm van bronvermelding en het niet controleren van oorspronkelijke bronnen, een terugkerend patroon is geworden in het gehele proefschrift….

g) Conclusie: de combinatie van omvangrijke, letterlijk overgenomen tekstgedeelten en zeer gebrekkige verwijzingen maakt voor het LOWI de conclusie onontkoombaar: er is inderdaad sprake van een ernstige vorm van plagiaat, waarbij bewustheid bij Beklaagde dat tekstgedeelten, soms in subtiel gewijzigde vorm, werden overgenomen, kan worden vastgesteld.

Het LOWI deelt niet de mening van het Bestuur dat Beklaagde niet willens en wetens plagiaat heeft gepleegd. Bij grote stukken aaneengesloten geplagieerde tekstgedeelten gaat een excuus van per ongeluk en niet bewust van niet meer op (zie LOWI-adviezen, 2007, nr. 1 en 2008, nr. 1, via http://www.lowi.nl/nl/Adviezen).

Evenmin kan het LOWI het Bestuur volgen in de opmerking in het verweerschrift (ten aanzien van…)dat anderzijds geen sprake is van het volledig ontbreken van enige verantwoording en dat niet is geconstateerd dat het om bewust plagiaat gaat in de zin dat betrokkene het intellectueel eigendom van de oorspronkelijke kennisdrager niet erkent (…). Immers waar er in de geplagieerde tekstgedeelten verwijzingen naar auteurs zijn opgenomen, zijn deze in bijna alle gevallen door de geplagieerde auteurs zelf opgevoerd en niet door Beklaagde zelfstandig geparafraseerd of vermeld. Al of niet erkenning van intellectueel eigendom doet hier niet ter zake, omdat ‘plagiaat en het privaatrechtelijke recht op ‘intellectueel eigendom’ twee geheel verschillende zaken betreft.

Het LOWI bevestigt het oordeel van de CWI en het Bestuur dat in het proefschrift van … Beklaagde sprake is van een ernstige vorm van plagiaat en dat hierbij geen sprake kan zijn van slordigheid of vergissing; het LOWI kan zich echter niet vinden in het oordeel van het Bestuur dat het plagiaat niet willens en wetens noch bewust is geschied. Dat is in het licht van de omvang van het plagiaat en van de andere aan het licht gekomen feiten in alle redelijkheid niet staande te houden. Het LOWI is van oordeel dat sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit en deelt hiermee de opvatting van CWI en Bestuur (…).

4.3 De opgelegde sanctie en de genomen maatregel … jegens Beklaagde

Nu de aanwezigheid van een ernstige vorm van plagiaat in het proefschrift … niet betwist is, zal het advies van het LOWI zich toespitsen op de sanctie en de opgelegde maatregel…. Dit is ook de kern van de klacht van Klager, die het primair oneens is met het feit dat het Bestuur het advies van de CWI om “het doctoraat te herroepen”… niet opvolgt.

Het LOWI is krachtens artikel 6.3 van zijn Reglement bevoegd het Bestuur te adviseren “over de noodzaak van een sanctie, indien het advies inhoudt dat sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit” (Reglement Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit 2003/2013). Hierbij dient te worden vooropgesteld dat het bepalen en opleggen van een sanctie en/of maatregel is voorbehouden aan het Bestuur, dat daarbij een discretionaire bevoegdheid heeft.

Het Bestuur, dat de primaire taak en verantwoordelijkheid heeft te zorgen voor de gehele instelling (zorgplicht) en tevens functioneert als werkgever, heeft immers rekening te houden met verschillende, soms tegenstrijdige belangen, en is niet gehouden de adviezen van CWI of LOWI over de op te leggen sanctie op te volgen. Het LOWI heeft deze discretionaire bevoegdheid van het Bestuur in een eerder advies aan een andere instelling bevestigd (zie LOWI-adviezen, 2013, nr. 2 via http://www.lowi.nl/nl/Adviezen).

Zoals het Bestuur in zijn verweerschrift terecht heeft opgemerkt komt hier bovendien nog bij dat het advies van de CWI om de doctorsgraad “te herroepen” … niet door het Bestuur kan worden opgevolgd, daar het College voor de Promoties op grond van de WHW als bestuursorgaan bij uitsluiting van andere instanties bevoegd is de graad van doctor toe te kennen en derhalve onder bepaalde voorwaarden – vermoedelijk – ook als enige instantie bevoegd is om het begunstigende besluit van de verlening van een doctorsgraad in te trekken … .

Het LOWI wijst hierbij op de grote onzekerheid of en onder welke omstandigheden en voorwaarden een dergelijke intrekking zou kunnen geschieden, nu er geen wettelijke grondslag voor zo’n intrekking bestaat: de WHW geeft wel aan onder welke voorwaarden een doctorsgraad kan worden verkregen, maar geeft niet aan onder welke voorwaarden de doctorsgraad kan worden ingetrokken… .

Het LOWI zal in paragraaf 4.7 terugkomen op het ontbreken van een wettelijke grondslag om de doctorsgraad in te trekken en op de juridische onzekerheid die hiervan het gevolg is; tevens op de daaruit voortvloeiende moeilijkheid om hierover te beslissen… . Veel zal hierbij afhangen van de gevolgde argumentatie en aangevoerde omstandigheden, die ten grondslag worden gelegd aan de sanctie en de maatregel (zie paragraaf 4.4 en 4.5).

Het LOWI constateert dat de sanctie van berisping … is opgelegd door het Bestuur en de opgelegde maatregel om de geplagieerde tekstgedeelten in het proefschrift……te herstellen genomen is door het CvP…. Dat is juist, waarbij het LOWI opmerkt dat berisping als arbeidsrechtelijke sanctie slechts van toepassing is op werknemers van een instelling, die deze berisping in hun personeelsdossier zien opgenomen… . Onduidelijk is wat berisping met behoud van de doctorstitel voor betekenis heeft voor een buitenpromovendus, niet in dienst van deze instelling noch van een andere wetenschappelijke instelling… .

Ten aanzien van de opgelegde maatregel merkt het LOWI op dat deze maatregel onder voorwaarden is genomen. Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan … is het onduidelijk wat daarvan de consequenties zullen zijn.

Enerzijds heeft het CvP – … blijkens het verweerschrift van het Bestuur, … de beslissing genomen dat het doctoraat ondanks het geconstateerde plagiaat niet zou worden ingetrokken – althans niet zonder de geboden herstelmogelijkheid , anderzijds is het CvP van oordeel dat het intrekken van het doctoraat gelet op de – ook door het College beschreven – concrete omstandigheden van het geval niet proportioneel was)… . Onduidelijk is in deze passage of met “College” het Bestuur of CvP … wordt bedoeld. Het lijkt erop dat het CvP zich hier achter de door het Bestuur in zijn besluit van ….2014 genoemde omstandigheden schaart om intrekking van het doctoraat niet proportioneel te achten … .

Indien dit zo is dient duidelijkheid geschapen te worden over de vraag of het CvP in elk geval de intrekking van het doctoraat disproportioneel acht, gegeven bovengenoemde omstandigheden, of toch nog rekening houdt met intrekking als … sanctie, indien niet aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan.

In beide gevallen zal het gaan om de argumenten, die worden aangevoerd om wel of niet tot intrekking over te gaan… . Om die reden besteedt het LOWI in de volgende twee paragrafen aandacht aan de motivering van de opgelegde sanctie en maatregel.

4.4 Het advies van de CWI

De CWI concludeert in haar advies dat in het proefschrift … sprake is van plagiaat en dat „Het doctoraat blijkt ten onrechte door de Instelling te zijn verleend…“ . De CWI adviseert het College van Promoties het besluit tot het verlenen van het doctoraat aan Beklaagde te herroepen… .

Het valt het LOWI op dat zowel voor … conclusie als voor het advies geen motivering of argumentatie wordt gegeven. De CWI gaat hier geheel voorbij aan het feit dat intrekking van een verleende doctorsgraad voor Nederland een enorm en zwaarwichtig precedent zal scheppen; dat hiervoor op dit moment geen wettelijke grondslag in de WHW gegeven is en dat eventuele intrekking door de benadeelde doctor in beroep bij de bestuursrechter zal kunnen worden aangevochten; het eventuele besluit van CvP zal in dat geval getoetst worden door de bestuursrechter, die hierbij ongetwijfeld zal letten op de adviezen en de motiveringen die ten grondslag worden gelegd aan een dergelijke intrekking… . Een volledig ongemotiveerd advies van de CWI zal daarbij niet overtuigen of voor CvP behulpzaam zijn… .

Het LOWI is derhalve van oordeel dat het CWI-advies een zeer ernstig motiveringsgebrek vertoont. Het Bestuur heeft in zijn besluit van … 2014 dit ongemotiveerde advies van de CWI niet opgevolgd, echter om geheel andere redenen dan de zojuist door het LOWI naar voren gebrachte overwegingen.

4.5 Het besluit van het Bestuur van … 2014

Terecht wijst het Bestuur in zijn besluit van … 2014 op het feit dat de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2004/2012 en andere wetenschappelijke gedragscodes of het recente KNAW-briefadvies Correct Citeren (2014) géén of onvoldoende duidelijkheid verschaffen over de vraag wanneer precies sprake is van verwijtbaar plagiaat.

Uit deze documenten is geen scherp afgebakende definitie op te maken van wat moet worden verstaan onder plagiaat, aldus het Besluit … . Dit moge waar zijn voor kleinere gevallen van plagiaat en grenssituaties, maar dit sluit, naar het oordeel van het LOWI, niet uit dat evidente gevallen van plagiaat aan de aard en omvang van de geplagieerde tekstgedeelten snel herkenbaar zijn (zie LOWI-adviezen, 2007, nr. 1 en 2008, nr. 1, via http://www.lowi.nl/nl/Adviezen). De CWI en het Bestuur zelf hebben terecht onderkend dat in dit concrete geval sprake is van verwijtbaar plagiaat.

Eveneens terecht wijst het Bestuur in zijn besluit van … 2014 op het in de Awb vereiste … beginsel van proportionaliteit bij de oplegging van een sanctie of maatregel. Op grond hiervan heeft het Bestuur bij het niet opvolgen van het CWI- advies in het bijzonder gelet op de concrete omstandigheden van dit specifieke geval. De aandacht voor deze proportionaliteit komt in het besluit tot uiting in het volgende: “Hoe ernstiger de geconstateerde feiten zijn in het licht van de te waarborgen wetenschappelijke integriteit, hoe strenger het College daartegen zal moeten optreden…” (…).

Het LOWI deelt deze opvatting van het Bestuur en merkt op dat in dit geval sprake is van een ernstige vorm van plagiaat, waar dus streng tegen kan en moet worden opgetreden.

Het LOWI kan zich echter niet vinden in de daaraan door het Bestuur gekoppelde vermindering van de eigen verantwoordelijkheid van de plagiaatpleger. Het Bestuur stelt in zijn besluit: “hoe meer aanwijzingen er zijn dat beklaagde geen of weinig blaam treft ten aanzien van enig geconstateerd plagiaat, des te minder aanleiding er is om maatregelen te nemen die (slechts) de beklaagde betreffen.

Indien het geconstateerde plagiaat (mede) te wijten blijkt te zijn aan betrokkenen bij de universiteit – met andere woorden gevolg is van een meer structureel en niet zozeer individueel gebrek – dan zal er aanleiding zijn om structurele maatregelen te nemen, en minder om individuele maatregelen (jegens beklaagde) te nemen”. Het uitgangspunt van de waarborging van wetenschappelijke integriteit is en blijft de eigen verantwoordelijkheid van de onderzoeker/wetenschapsbeoefenaar. Dit uitgangspunt vindt steun in de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2004, herzien in 2012 en 2014 en in alle andere gedragscodes of Reglementen wetenschappelijke integriteit.

Naar het oordeel van het LOWI wordt deze eigen verantwoordelijkheid voor schending van wetenschappelijke integriteit niet verminderd of weggenomen door al of niet aanwijsbare oorzaken van het gedrag noch door de verwaarlozing van taken door begeleiders of andere betrokkenen… . Het nemen van structurele maatregelen door het Bestuur in plaats van individuele maatregelen jegens Beklaagde staat los van het normatieve oordeel over (het aandeel in) de verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag van de plagiaatpleger, waartoe het Bestuur eveneens verplicht is.

In klachtprocedures inzake wetenschappelijke integriteit staat deze eigen verantwoordelijkheid voorop en blijven de te nemen structurele maatregelen het eigen domein en verantwoordelijkheid van het Bestuur.

Om de volgende redenen kan het LOWI zich dan ook niet vinden in de door het Bestuur in zijn besluit van … 2014 naar voren gebrachte, en in het verweerschrift kort herhaalde, omstandigheden, die ten grondslag zijn gelegd aan zijn besluit om in evenredigheid slechts over te gaan tot een berisping en de maatregel van herstel…. De … redenen om tot vermindering van schuld of opzet van Beklaagde te komen en mee te laten wegen in de bepaling van de sanctie en maatregel, acht het LOWI allemaal irrelevant voor de hoofdvraag: is en blijft Beklaagde zelf verantwoordelijk voor de geconstateerde ernstige schending van wetenschappelijke integriteit?

(1) de begeleidingssituatie ….

Oordeel LOWI: de Klachtenregeling van de Instelling … was bekend en behoorde bekend te zijn bij Beklaagde… . Het is uiterst onwaarschijnlijk, zelfs ongeloofwaardig, dat … Promotor en Beklaagde … niet bekend waren met de regel dat plagiaat niet behoort voor te komen in wetenschappelijke teksten.… . Het plagiaatverbod bestaat reeds zeer lang en mag alom bekend geacht worden.

(2) Er is overleg geweest tussen Beklaagde en promotor over de concepten van het werk en de resultaten van de plagiaatscan zijn besproken tussen promotor en beklaagde.

Oordeel LOWI: dat overleg … heeft plaatsgevonden spreekt vanzelf (het tegenovergestelde is verontrustend), maar staat los van het plagiaat; dat de resultaten van de scan … niet de grote hoeveelheid plagiaat hebben aangewezen, is verontrustend, maar doet niet af aan de verantwoordelijkheid van Beklaagde voor het niet vooraf corrigeren van de geplagieerde teksten (al of niet met behulp van een plagiaatscan). Aan een plagiaatscan kan geen verantwoordelijkheid toegekend worden. … .

(3) Alle geëigende procedures zijn conform het Promotiereglement gevolgd, waarbij voor de beoordeling van de ernst van het plagiaat (Cursivering LOWI) mede relevant wordt geacht dat alle personen die kennis hadden kunnen hebben van het plagiaat – en dus tijdig hadden kunnen bijsturen – een aandeel hebben gehad in de beoordeling van de promotie.

Oordeel LOWI: dat begeleiding en beoordeling tijdens dit promotietraject … schromelijk te kort geschoten zijn wordt hiermee duidelijk genoeg. Deze omstandigheid kan relevant worden voor de eventuele intrekkingsmogelijkheid van de doctorsgraad (zie paragraaf 4.7)…, maar is irrelevant voor het primaat van de eigen verantwoordelijkheid van elke wetenschapsbeoefenaar voor het eigen (wan)gedrag. Men kan eigen schuld niet op anderen afschuiven.

(4) Geplagieerden hebben geen bezwaren geuit naar aanleiding van het proefschrift – ook niet naar aanleiding van de klacht van Klager… .

Oordeel LOWI: Dit is een uiterst gevaarlijk en onhoudbaar argument voor een verzachtende omstandigheid, want het maakt de verantwoordelijkheid voor plagiaat en voor wetenschappelijke integriteit in het algemeen afhankelijk van de willekeurige opstelling van geplagieerden. Dit leidt slechts tot willekeur, rechtsongelijkheid en tot volstrekte onduidelijkheid wanneer plagiaat wel en niet leidt tot sancties.

Ten overvloede merkt het LOWI hierbij op dat twee van de geplagieerde auteurs … worden bedankt in het proefschrift … van Beklaagde … . Het LOWI acht het uiterst merkwaardig dat zij … niet eerder hebben opgemerkt dat hele stukken tekst letterlijk waren overgenomen van bij hun bekende en/of eigen teksten … . Duidt dit er op dat in deze vakkring het overnemen van elkaars tekst niet wordt opgemerkt of normaal wordt geacht? Waarom heeft Klager de Beklaagde niet eerder gewaarschuwd?

(5) De soort tekst die is geplagieerd niet tot de kern van het onderhavige onderzoek behoort. … .

Oordeel LOWI: Dit is een gevaarlijk en onhoudbaar argument voor een verzachtende omstandigheid, want het maakt onderscheid in welke onderdelen van een proefschrift … wel en welke niet zouden mogen bestaan uit plagiaat. Voor plagiaat zijn alle tekstgedeelten gelijk. … .
(6) De omstandigheid dat gebleken is dat beklaagde weliswaar niet op daarvoor gepaste wijze en consequent wetenschappelijke verantwoording heeft afgelegd, maar dat anderzijds geen sprake is van het volledig ontbreken van enige verantwoording.

Oordeel LOWI: Zoals het LOWI in paragraaf 4.2 reeds heeft aangegeven zijn de verwijzingen in de geplagieerde tekstgedeelten merendeels afkomstig uit de geplagieerde teksten zelf. Dit is eerder een versterking van de ernst van het plagiaat dan een verzwakking, omdat hiermee ook de secundaire bronvermelding geplagieerd is; dit duidt niet op enige zelfstandige verantwoording door Beklaagde van gebruikte en geplagieerde teksten (zie voorts paragraaf 4.2).

Conclusie

In het verweerschrift merkt het Bestuur ten aanzien van de aangevoerde … omstandigheden het volgende op: “Deze …. omstandigheden in samenhang bezien, hebben het College tot het oordeel gebracht dat het plagiaat niet van zodanige aard is dat het aanleiding zou moeten zijn om de promotie in te trekken, gelet op de diverse geconstateerde verzachtende omstandigheden ten aanzien van Beklaagde…”(…).

Zoals uit bovenstaande overwegingen van het LOWI duidelijk is geworden is het LOWI van oordeel dat genoemde … omstandigheden niet relevant te achten zijn voor het oordeel van het Bestuur dat het plagiaat niet van dusdanige aard zou zijn, dat een adequate en met de ernst van het plagiaat evenredige sanctie, bijvoorbeeld in de vorm van intrekking van de doctorsgraad…, op zijn plaats zou zijn. Het LOWI constateert een duidelijk motiveringstekort in het besluit van … 2014.

De door Klager in zijn reactie van … 2014 op het verweerschrift van het Bestuur naar voren gebrachte weerlegging van de relevantie van deze … omstandigheden, acht het LOWI dan ook juist. Zijn klacht ten aanzien van dit onderdeel van het besluit van … 2014 is gegrond.

Naar het oordeel van het LOWI dient het Bestuur, indien het zijn standpunt wil handhaven dat intrekking van de graadverlening … een niet gepaste en onevenredige sanctie is in verhouding tot de ernst van de overtreding, een andere en verbeterde grondslag te geven voor zijn besluit om zich te beperken tot een berisping. De grondslag van zijn besluit van … 2014 dient te worden heroverwogen. Daarbij wil het LOWI nog wijzen op twee andere, in het besluit van … 2014, ontbrekende overwegingen ten aanzien van de bepaling van de sanctie.

4.6 Ontbrekende belangenafweging

Het bestuur heeft zich in het besluit van … 2014 geconcentreerd op de proportionaliteit tussen de ernst van de overtreding van de regels van wetenschappelijke integriteit en de op te leggen sanctie en daarbij een speciale weging gemaakt, in de context van het geval, van de omstandigheden van Beklaagde en van de aan hem gegeven begeleiding en beoordeling… . Maar in het kader van de proportionaliteit dienen ook andere belangen in ogenschouw genomen te worden en in de afweging van het uiteindelijke oordeel te worden betrokken. Het LOWI constateert dat het Bestuur in zijn besluit twee zwaarwegende belangen niet in beschouwing heeft genomen.

Ten eerste is er het belang van de samenleving als geheel, die ervan mag uitgaan dat een eenmaal afgegeven doctorsgraad de garantie biedt dat deze graad volkomen eerlijk en terecht is verkregen en toegekend en dat er geen ‘verborgen gebreken’ in het beoordeelde proefschrift aanwezig zijn… . De samenleving moet er op kunnen vertrouwen dat het proefschrift in orde is en aan alle eisen voldoet; … en dat niet van bedrog of manipulatie van cruciale onderzoekgegevens … sprake is. … . De samenleving moet er op kunnen vertrouwen dat een proeve van zelfstandige bekwaamheid, waarvan een proefschrift getuigt, inderdaad zelfstandig is afgelegd en … niet berust op van anderen overgenomen grote tekstgedeelten. Andere beoefenaren van de wetenschap moeten hier ook op kunnen vertrouwen.

Het LOWI constateert dat het Bestuur nagelaten heeft dit – naar het oordeel van het LOWI – zwaarwegend aspect bij de beoordeling van de oplegging van een sanctie, die eventueel kan bestaan in het intrekken van de doctorsgraad…, in zijn weging van omstandigheden en zijn afweging van diverse belangen te betrekken. Het LOWI adviseert dit bij de heroverweging van het besluit van … 2014 alsnog te doen. Bij deze afweging heeft het Bestuur een grote mate van discretionaire bevoegdheid, maar die vereist wel dat alle belangen in overweging zijn genomen.

Ten tweede constateert het LOWI dat het Bestuur in zijn besluit van … 2014 ook geen of onvoldoende aandacht heeft besteed aan de eigen belangen van zijn Instelling……, waarvoor het Bestuur … een zorgplicht heeft na te komen. Indien bekend zou worden dat men aan deze Instelling gemakkelijk weg kan komen met een ernstige vorm van plagiaat en/of een doctorsgraad kan verwerven…, dan kan dit de naam en faam van de instelling… ernstig schaden.

Naast het nemen van structurele maatregelen om in de toekomst soortgelijke plagiaatgevallen bij proefschriften … te voorkomen, dient het bestuur, naar het oordeel van het LOWI, ook dit belang van de eigen instelling en van alle medewerkers die aan deze instelling werken, in zijn belangenafweging te betrekken. Het LOWI adviseert dit bij de heroverweging van het besluit van … 2014 alsnog te doen en met behoud van zijn discretionaire bevoegdheid dit belang in de besluitvorming te betrekken.

4.7 Heroverweging van het besluit van … 2014: twee opties

De klacht van Klager dat het Bestuur het advies van de CWI tot intrekking van de doctorsgraad … dient te volgen acht het LOWI ongegrond. Klager verwijst daarbij naar en beroept zich op het ongemotiveerde advies van de CWI. Zelf geeft Klager enkele summiere overwegingen waarom in dit geval van plagiaat een berisping niet evenredig is aan de ernst van de overtreding van de regels en een intrekking van de doctorsgraad wel… . CWI en Klager gaan er echter ten onrechte aan voorbij dat het intrekken van een doctorsgraad niet zonder grondige motivering kan plaatsvinden… . Een eventuele intrekking … gaat met zeer veel juridische onzekerheid en derhalve risico’s … voor het Bestuur gepaard.

Terecht stelt het Bestuur in zijn verweerschrift tegenover het standpunt van Klager vast, dat “er geen (geschreven of ongeschreven) regel is die dwingend voorschrijft dat het CvP in elk geconstateerd geval van plagiaat een verleende doctorstitel dient in te trekken…” (…). Dit volgt reeds uit de discretionaire bevoegdheid die het Bestuur toekomt bij de oplegging van sancties. Ook het LOWI kan nimmer een sanctie voorschrijven, maar het Bestuur slechts adviseren over de noodzaak van een sanctie (art. 6.3 van het LOWI-Reglement).

Niettemin constateert het LOWI dat de motivering op grond waarvan het Bestuur de intrekking van de doctorsgraad door het CvP … afwijst ernstige tekorten vertoont: de opgevoerde omstandigheden zijn niet relevant en soms zelfs tegenstrijdig aan het belang van wetenschappelijke integriteit (in casu gevaarlijk voor rechtszekerheid en rechtsgelijkheid) en zwaarwegende belangen van de samenleving en van de naam en faam van de eigen instelling en zijn medewerkers zijn niet in de beschouwing en afweging betrokken.

Het LOWI komt uiteindelijk tot de conclusie dat een heroverweging van het besluit van … 2014 en de gronden waarop dit berust, wenselijk en noodzakelijk is; en dat een verbetering van deze gronden eveneens noodzakelijk is. Daarbij kan het Bestuur naar de mening van het LOWI twee opties volgen: A en B.

A.

De eerste optie bestaat uit de handhaving van de sanctie van berisping … en handhaving van de afwijzing van het advies van CWI om het CvP te verzoeken de doctorsgraad in te trekken (meer kan het Bestuur in feite niet doen, omdat het niet bevoegd is in zake promoties)… . Handhaving van deze twee onderdelen van het besluit dient dan wel gepaard te gaan met een grondige verbetering van de motivering en de gronden waarop deze afweging gemaakt wordt (zie 4.5 en 4.6). Het LOWI is van oordeel dat een ernstige vorm van plagiaat een evenredige sanctie noodzakelijk maakt.

De vraag is of een berisping van een niet-medewerker van de instelling, met behoud van de doctorsgraad, … als zodanig kan worden beschouwd en in overeenstemming is te brengen met de belangen van de samenleving en de instelling. Het kan worden beschouwd als een “tandeloze sanctie” en als een stille goedkeuring van een ernstige vorm van plagiaat.

B.

Het Bestuur kan zijn heroverwogen besluit in kennis brengen van het CvP, dat zelfstandig zou kunnen besluiten tot intrekking van de doctorsgraad… . Bij afwezigheid van een wettelijke verankerde grondslag in de WHW blijft dit een onzekere juridische weg, maar die … is, naar de mening van het LOWI, niet onmogelijk. Intrekking van de doctorsgraad schept een juridisch precedent, dat mogelijkerwijs voor de gehele academische gemeenschap helderheid zou kunnen verschaffen over deze sanctiemogelijkheid.

Een academische graadverlening kan men zien als een “begunstigende beschikking” afgegeven door het College voor de Promoties (of College van Decanen). Een begunstigende beschikking kan (later) worden ingetrokken als blijkt dat onjuiste informatie is verschaft, want de aanvrager van deze beschikking heeft een “informatieplicht” (art. 4:2 Awb). Als blijkt dat er in het proefschrift onjuiste informatie is verschaft (bijvoorbeeld wetenschapsfraude in de orde van grootte van Stapel), dan is intrekking, ongeacht hoe lang het geleden is, juridisch mogelijk. Hierin bestaat geen verjaring.

Wel heeft het bestuursorgaan dat de beschikking afgeeft, in casu het CvP, een “onderzoekplicht”, namelijk onderzoek te doen naar de juiste opgave van informatie op grond waarvan de begunstigende beschikking wordt verleend (denk hier aan een bouwvergunning voor een garage in de achtertuin).

Als nu blijkt dat er onjuiste informatie is gegeven, dan is in beginsel intrekking juridisch mogelijk, maar alléén onder strenge voorwaarden: het bestuursorgaan zelf moet hebben voldaan aan de onderzoekplicht; het bestuursorgaan moet zich afvragen wat het gedaan zou hebben, als de onjuiste informatie op tijd aan het licht was gekomen, én bij de sanctieoplegging (lees: intrekking) dient het proportionaliteitsbeginsel in acht genomen te worden, dat wil zeggen dat de belangen van de begunstigde(n) moeten worden afgewogen tegen de eventuele onzorgvuldig nagekomen onderzoekplicht van het bestuursorgaan én tegen andere relevante belangen.

Dus: in beginsel kan een graadverlening als begunstigende beschikking worden ingetrokken, maar niet dan onder stringente voorwaarden, waarvan de verwaarlozing van eigen onderzoekplicht, het proportionaliteitsbeginsel en belangenafweging, de voornaamste zijn.

Toegepast op het onderhavige geval van plagiaat constateert het LOWI enerzijds dat Beklaagde te kort is geschoten in zijn informatieplicht (een proeve van zelfstandige bekwaamheid is gebaseerd geweest op grote stukken van het werk van anderen zonder dat daarvan melding is gemaakt), anderzijds dat de onderzoekplicht van de instelling (promotor, kleine en grote promotiecommissie en CvP) schromelijk is verwaarloosd. De intuïtie van het Bestuur in zijn besluit van … 2014 is in zoverre juist geweest, dat de eigen verantwoordelijkheid van de organen, die hebben toegezien op het promotietraject, van belang kan zijn voor de sanctiebepaling.

In de beoordeling van het LOWI echter is een schromelijk te kort schieten van organen van de instelling géén verzachtende omstandigheid voor de eigen verantwoordelijkheid van een onderzoeker/promovendus, – waar coûte que coûte aan dient te worden vastgehouden bij wetenschappelijke integriteit – maar vooral een obstakel en hinderlijke omstandigheid om lichtvaardig over te gaan tot de intrekking van een doctorsgraad.

Niettemin dient deze hinderlijke omstandigheid afgewogen te worden tegen de algemene belangen van wetenschap en samenleving. De promotor en de promotiecommissies zijn verwijtbaar onzorgvuldig te werk gegaan, hebben hun “onderzoekplicht” verwaarloosd en dit laatste kan een rol van betekenis worden bij de rechterlijke toetsing van een ingetrokken begunstigende beschikking. Het Bestuur (in casu het CvP) loopt bij optie B derhalve de kans dat via een eventuele beroepsprocedure bij de bestuursrechter, na intrekking van de verleende doctorsgraad eventueel ingesteld door benadeelde Beklaagde, een bindende uitspraak zal worden gedaan over de mogelijkheid tot een bepaalde sanctietoepassing in gevallen van ernstige tot zeer ernstige schending van wetenschappelijke integriteit.

Daarmee wordt een precedent geschapen, dat echter wel meer zekerheid zal geven over de thans nog bestaande onduidelijkheid of een graadverlening kan en mag worden ingetrokken zonder een aanwezige grondslag in de WHW.

Ondertussen staat het het Bestuur uiteraard ook vrij zich met de zusterinstellingen te wenden tot het ministerie van OC en W om overleg te plegen over de noodzaak van een wettelijke verankering van de voorwaarden waaronder intrekken van een graadverlening mogelijk is. Dit is echter geen optie voor het onderhavige geval, omdat nimmer een dergelijke oplossing met terugwerkende kracht kan worden toegepast.

5. Oordeel en Advies van het LOWI

5.1

Het LOWI is met CWI en Bestuur van oordeel dat in het proefschrift … van Beklaagde sprake is van een ernstige vorm van plagiaat, dat naar aard en omvang met bewustheid is gepleegd en niet uit slordigheid of per vergissing tot stand is gekomen.

5.2

Het LOWI is van oordeel dat deze ernstige vorm van plagiaat een evenredige sanctie noodzakelijk maakt (art. 6.3 LOWI-Reglement).

5.3

Het LOWI is van oordeel dat het advies van de CWI dat het Bestuur (en indirect het CvP) adviseert om de doctorsgraad in te trekken … onvoldoende gemotiveerd is. Het LOWI adviseert het Bestuur dit CWI-advies om deze reden en op dit punt niet over te nemen.

5.4

Het LOWI is van oordeel dat de klacht van Klager, waarin deze van het Bestuur eist om alsnog het advies van de CWI op te volgen, ongegrond is, omdat deze eis onvoldoende wordt gemotiveerd en geheel voorbijgaat aan de juridische moeilijkheden om tot intrekking over te gaan… .

5.5

Het LOWI is van oordeel dat het besluit van het Bestuur van … 2014, waarin het Bestuur besloten heeft om – na overleg met het CvP –… te volstaan met een berisping als sanctie en het CvP niet te verzoeken om tot intrekking van de doctorsgraad over te gaan, … ernstige motiveringsgebreken bevat, met name wat betreft de opgevoerde zes bijzondere omstandigheden en het niet in beschouwing nemen van de belangen van de samenleving en de eigen instelling, indien een doctorsgraad wordt verleend na een aanwijsbare en ernstige schending van wetenschappelijke integriteit, in casu in de vorm van ernstig plagiaat… .

5.6

Het LOWI is van oordeel dat het klachtonderdeel van Klager waarin deze de argumentatie van het Bestuur inzake de relevantie van de bijzondere omstandigheden op grond waarvan het Bestuur de sanctie beperkt tot een berisping … onjuist acht, gegrond is. Het LOWI adviseert het Bestuur in deze het besluit te willen herzien.

5. 7

Het LOWI adviseert het Bestuur het besluit van … 2014 te heroverwegen en de gronden waarop dit besluit berust te verbeteren; daarbij op basis van de discretionaire bevoegdheid die het Bestuur bij het bepalen van sancties en het opleggen van maatregelen toekomt, een nieuwe afweging te maken over de jegens Beklaagde op te leggen sanctie in verband met de geconstateerde ernstige vorm van plagiaat dat beschouwd moet worden als een ernstige schending van wetenschappelijke integriteit.

28 november 2014

Namens het LOWI,

Dr. mr. C.J.M. Schuyt, voorzitter

Mr. dr. E.G. van Arkel, secretaris

Print Friendly, PDF & Email