Categorieën
Advies

Advies 2014-07

Advies van … 2014 van het LOWI inzake de klacht van … tegen het voorgenomen besluit van het Bestuur van … 2014

1. De klacht

Klager heeft op … 2014 een klacht bij het LOWI ingediend tegen het besluit van het Bestuur. In dit besluit heeft het Bestuur op advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit (hierna te noemen CWI) de klacht van Klager van … 2013 jegens Beklaagde/Belanghebbende wegens vermoede schending van wetenschappelijke integriteit, niet ontvankelijk verklaard, op grond van het feit dat de klacht betrekking heeft op inhoudelijke en methodologische meningsverschillen, die vallen buiten de reikwijdte van de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2004/2012. De klacht heeft betrekking op … proefschrift van Beklaagde, getiteld … .

De bij het LOWI ingediende klacht luidt als volgt:

1) schending door Beklaagde van de wetenschappelijke integriteit door ernstige onzorgvuldigheid bij het verrichten van onderzoek; 2) het onnodig belasten van … ten gevolge van deze onzorgvuldigheid.

2. De procedure

De brief van Klager van … 2014 bevatte geen inhoudelijke beschrijving van de klacht. Klager verzocht in die brief het LOWI om uitstel van de inhoudelijke onderbouwing van zijn klacht, hetgeen hem door de secretaris van het LOWI per email van … 2014 is toegestaan.

Op … 2014 heeft Klager zijn klacht inhoudelijk beschreven en met redenen omkleed, vergezeld van een exemplaar van het proefschrift en van een brief van Klager van …, waarin hij aan de promotor van het proefschrift zijn bezwaren tegen delen van de inhoud van dit proefschrift uiteenzet.

Omdat het tijdsverloop tussen het verschijnen van het proefschrift (…) en het indienen van de klacht (2013) opvallend groot was heeft de voorzitter van het LOWI op … 2014 een informatief gesprek gevoerd met Klager om de redenen van dit tijdsverloop te vernemen, alsmede om de reden te vernemen waarom Klager niet in staat bleek te zijn geweest binnen de 6 weken- termijn de inhoud van zijn klacht, zoals vereist in het Reglement van het LOWI, bij het LOWI in te dienen. In dit gesprek bracht Klager een notitie in, waarin hij zijn klacht nader preciseert en aangeeft dat een door hem in … en nogmaals in … 2012 geëntameerde discussie over door hem gesignaleerde tekortkomingen in het proefschrift, geen resultaat heeft gehad.

In zijn vergadering van … 2014 heeft het LOWI besloten de klacht procedureel ontvankelijk te achten en in behandeling te nemen, waarna het Bestuur per brief van … 2014 in de gelegenheid is gesteld voor … 2014 een verweerschrift in te dienen. Het Bestuur heeft per brief van … 2014 het gevraagde verweerschrift ingediend. Aan Beklaagde is gevraagd of Beklaagde als belanghebbende in de gelegenheid gesteld wilde worden om zich te voegen in deze procedure – die immers gaat tussen Klager en verweerder. Beklaagde/ belanghebbende heeft zich vervolgens gevoegd in de procedure en heeft eveneens op … 2014 een verweerschrift ingediend, dat op … 2014 door het LOWI is ontvangen.

Nadat de leden van het LOWI het proefschrift hebben bestudeerd heeft het LOWI in zijn vergadering van … 2014 besloten om het onderzoek te sluiten en de klacht op de ingezonden stukken af te doen.

3. Standpunt van partijen

3.1 Het standpunt van Klager

Klager stelt zich in zijn brief van … 2014 ten eerste op het standpunt dat in het promotieonderzoek van Beklaagde een schending van wetenschappelijke integriteit heeft plaatsgevonden door ernstige onzorgvuldigheid bij het verrichten van dit onderzoek en dat het Bestuur derhalve ten onrechte zijn klacht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Ten tweede betreft zijn klacht het feit dat … ten gevolge van bovengenoemde onzorgvuldigheid, onnodig belast zijn.

In zijn toelichting op zijn klacht gaat Klager in op het feit dat de in het proefschrift onderzochte … methode … afwijkt van de zogenaamde … methode, zoals ontwikkeld in…, zonder dat in het proefschrift duidelijk wordt gemaakt dat de … onderzochte en getoetste … op belangrijke punten afweek van de in …ontwikkelde methode, die in … werd toegepast. Er zijn naar de mening van Klager ingrijpende wijzigingen in … van de in het proefschrift onderzochte … aangebracht (o.a….). De gevolgen hiervan waren volgens Klager ernstig te noemen. Zo bleek dat de door beklaagde onderzochte variant geen enkel positief effect heeft gehad: “…. De wetenschappelijke integriteit is hiermee geschonden” (zie klacht,…).

Daarmee wordt ook de tweede klacht van Klager duidelijk, namelijk dat naar de mening van Klager … ernstig te kort zijn gedaan. Ook voor … is dit belastend geweest. Klager vermoedt dat de …commissie hiervan onvoldoende op de hoogte is geweest.

3.2 Het standpunt van het Bestuur

Het Bestuur stelt zich in het verweerschrift op het standpunt dat uit de klacht van Klager bij het LOWI niet duidelijk wordt waarom Klager van mening is dat het besluit van … 2013 formeel en inhoudelijk door het LOWI getoetst moet worden.

Het Bestuur is van mening dat de klacht van Klager zeer zorgvuldig is onderzocht en dat de klacht wordt ingegeven door een wetenschappelijk verschil van inzicht, zoals door de CWI is aangegeven. Het Bestuur heeft dit advies overgenomen. Dergelijke wetenschappelijke verschillen van mening vallen naar de mening van het Bestuur niet onder de reikwijdte van schending van wetenschappelijke integriteit (verweerschrift …).

Daarnaast stelt het Bestuur zich op het standpunt dat de klacht die Klager heeft ingediend bij het LOWI niet gelijk is aan de klacht die Klager in … 2013 bij het Bestuur heeft ingediend. Zowel de CWI als het Bestuur hebben zijn klacht beoordeeld zoals die toen luidde. De tweede klacht die Klager bij het LOWI op … 2014 heeft ingediend (nl. “…”) alsmede zijn opmerking over het onvoldoende hiervan op de hoogte zijn door de …commissie, wijken af van zijn eerdere klacht. Toetsing van het Bestuursbesluit van …2013 door het LOWI kan naar de mening van het Bestuur alleen plaatsvinden op grond van de op …2013 ingediende klacht.

3.3 Het standpunt van Beklaagde/belanghebbende

Belanghebbende merkt in zijn brief van …2014 eveneens op dat “de klacht welke naar het LOWI is gestuurd verschilt van de eerste aanklacht gericht aan het Bestuur”. Voorts acht Belanghebbende het opvallend dat Klager nu pas een klacht indient over… en niet reeds na de eerste publicatie in … of voor of na de promotie in …: Klager “was bekend met de opzet van deze studie alsook met de tussentijdse resultaten die…”. Belanghebbende heeft er sindsdien bij Klager op aangedrongen met eigen onderzoek zijn geprefereerde … eveneens te toetsen om te zien ….

Voorts stelt Belanghebbende zich op het standpunt dat de … als doel had de effectiviteit te meten van een bestaande en … uitgevoerde … door een … vergelijking te maken met …. Er is geenszins sprake geweest van een nieuwe … of essentiële aanpassingen van bestaande …”. Hiermee is naar de mening van Belanghebbende de kern van de zaak belicht.

Deze kern wordt in de brief vervolgens met … punten nader toegelicht. Belanghebbende wijst onder meer op het feit dat van de zeer vele … bestaande … een onderdeel vormt; dat geen van deze …protocollen op dezelfde wijze … is onderzocht; dat uit andere onderzoekingen blijkt dat … geen … uitvoeren.

Voorts wijst Belanghebbende op het feit dat voorafgaand aan het onderzoek toestemming is verleend door …; dat het onderzoek plaatsvond na … en dat geen … het onderzoek heeft verlaten. Alle publicaties over het onderzoek zijn verschenen in peer reviewed tijdschriften.

Tot slot benadrukt Belanghebbende niet eerder klachten te hebben van Klager noch van andere derden ontvangen betreffende de wetenschappelijke integriteit van het onderzoek.

4. Overwegingen van het LOWI

4.1 Algemeen

Het LOWI adviseert de bij het LOWI aangesloten instellingen (KNAW, NWO, VSNU en Stichting Sanquin) over door de besturen van voornoemde instellingen genomen (voorlopig) besluiten inzake schending van wetenschappelijke integriteit na een (ontvankelijke) klacht hierover bij het LOWI. Het LOWI baseert zijn oordeel over schending van wetenschappelijke integriteit op – doch niet uitsluitend – de normen van wetenschappelijke integriteit die primair zijn af te leiden uit de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2004 herzien in 2012 (VSNU).

Hiernaast laat het LOWI zich ook leiden door de Notitie Wetenschappelijke Integriteit 2001 (KNAW, NWO, VSNU) en de Notitie Wetenschappelijk Onderzoek: dilemma’s en verleidingen, 2005 tweede druk (KNAW) dat een uitwerking is van de Notitie Wetenschappelijke Integriteit van 2001, alsook door internationale normen vastgelegd in Best Practices for Ensuring Scientific Integrity and Preventing Misconduct 2007 (OECD), The European Code of Conduct for Research Integrity 2010 (ESF, ALLEA), The Singapore Statement on Research Integrity 2010, en The Montreal Statement 2013.

Het gaat hier niet om nieuwe maar om bekende en reeds lang voor codificatie bestaande normen van wetenschapsbeoefening waaraan werd – en wordt – afgewogen wanneer en onder welke omstandigheden sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit.

Het uitgangspunt bij de beoordeling van schending van wetenschappelijke integriteit voor het LOWI is in beginsel de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2004/2012 (hierna ook Gedragscode). Schending van deze (inter)nationale normen leidt niet per definitie tot een schending van wetenschappelijke integriteit. Er kan sprake zijn van (verwijtbaar) onzorgvuldig handelen zonder dat dit resulteert in schending van wetenschappelijke integriteit.

Het LOWI is niet bevoegd om te oordelen over civielrechtelijke kwesties noch over wetenschappelijke controversen. Bij schending van wetenschappelijke integriteit is het derhalve van belang onderscheid te maken tussen schending van wetenschappelijke integriteit enerzijds, en bekritiseerbare of slordige uitgevoerd wetenschap (“sloppy science” ) anderzijds. Bij kritiseerbare en slechte wetenschap is veelal sprake van een interpretatieverschil c.q. een verschil van mening over een wetenschappelijk oordeel.

Deze dienen te worden bediscussieerd en beslecht in het daartoe geëigende forum van wetenschappelijke tijdschriften, bij voorkeur in het tijdschrift waarin het bekritiseerde artikel is verschenen. Het LOWI is uitgerust noch bevoegd om als arbiter op te treden in wetenschappelijke controversen.

4.2 Overwegingen t.a.v. de procedure

4.2.1

Het LOWI heeft zich gesteld gezien voor de vraag of de klacht van Klager in zijn geheel ontvankelijk is, nu de eerste publicaties over het bestreden onderzoek reeds in … zijn verschenen. Het Reglement van het LOWI neemt in beginsel een termijn van tien jaar aan voor verjaring van de mogelijkheid tot het indienen van een klacht. Belanghebbende heeft er op gewezen dat reeds vanaf het begin van de …, in … en later, Klager in de gelegenheid is geweest zijn wetenschappelijke bezwaren te uiten en de integriteit van het onderzoek aan de orde te stellen.

Dit geldt te meer nu deze eerste publicaties betrekking hadden op het onderzoek naar de door Klager bekritiseerde… en de latere publicaties uit…, eveneens in het proefschrift opgenomen, betrekking hadden op andere aspecten, zoals …. Omdat alle voorafgaande publicaties in het proefschrift van … bijeen zijn gebracht, is het LOWI uiteindelijk van oordeel dat de verjaringstermijn een aanvang genomen heeft bij de verschijning van dit proefschrift. De klacht bij het LOWI is om deze reden ontvankelijk.

Niettemin vraagt het LOWI zich met Belanghebbende af waarom Klager niet eerder dan in 2013 met een klacht wegens schending van wetenschappelijke integriteit naar voren is gekomen. Uit het oogpunt van fairness en rechtszekerheid voor beklaagden is het een algemeen vereiste dat klachten over (vermeende) schending niet pas jaren nadat betwiste gedragingen hebben plaatsgevonden worden ingediend.

In dit geval vereiste de rechtszekerheid van Belanghebbende dat hij niet vijf jaar na de promotie plotseling wordt geconfronteerd met klachten over wetenschappelijke integriteit. De bewering van Klager dat zijn pogingen na … om via de promotor zijn bezwaren kenbaar te maken geen resultaat hebben gehad, doet daar niets aan af, nu hij vanaf … bekend had kunnen zijn met de klachtprocedures inzake wetenschappelijke integriteit.

4.2.2

Het Bestuur en Belanghebbende wijzen in hun respectievelijke verweerschrift er op dat de tweede klacht van Klager bij het LOWI niet gelijk is aan de in de eerdere procedure ingebrachte klacht; dat derhalve het besluit van …2013 van het Bestuur geen rekening heeft kunnen houden met de thans bij het LOWI ingediende klacht over … en dat slechts het besluit van … 2013 ter toetsing door het LOWI voorligt.

Hoewel Klager in zijn bij de klacht van … 2013 meegestuurde brief van … 2012 aan de promotor van Belanghebbende een korte opmerking maakt (…) over de nadelige gevolgen voor …, is het LOWI met het Bestuur en Belanghebbende van mening dat in zijn formeel ingediende klacht van … 2013 geen vermelding is gemaakt van de … gevolgen van de in de in het proefschrift beschreven en gevolgde … methode in het … onderzoek.

Nu het Bestuur in zijn besluit van … 2013 niet in de gelegenheid is geweest te reageren op dit verwijt, en slechts het besluit van het Bestuur, zoals dat ex tunc genomen is, bij het LOWI ter toetsing kan worden voorgelegd, wordt de tweede klacht van Klager door het LOWI niet ontvankelijk verklaard. Het LOWI zal zich derhalve niet uitspreken over de inhoud van deze tweede klacht.

4.3 Overwegingen ten aanzien van de inhoud van de klacht

4.3.1 De behandeling van de klacht door het CWI

In het advies van de CWI van … 2013 wordt de kern van de klacht van Klager over het proefschrift van Belanghebbende naar de mening van het LOWI op juiste wijze weergegeven: dat Klager en Belanghebbende en zijn promotor van mening verschillen “over de beste … van …”; en dat “in het aan het proefschrift ten grondslag liggende onderzoek (…) ten onrechte en op onzorgvuldige wijze protocollen en methodes gebruikt zijn, die van de methode … afwijken”. Ook vermeldt het CWI advies de stelling van Klager dat de conclusie van het … onderzoek, naar de mening van Klager, niet dient te zijn …, maar had moeten luiden …. .

Het CWI-advies oordeelt vervolgens dat in het proefschrift verantwoording wordt afgelegd over de … gehanteerde … methode en dat de conclusies van dit onderzoek slechts betrekking hebben op de … methode. De CWI concludeert: “Het proefschrift doet dus geen uitspraken over de resultaten van de methode … of van … in algemene zin” (…).

De CWI gaat niet in op de bewering van Klager dat in het proefschrift de afwijkingen van de … methode niet uitdrukkelijk en expliciet zijn vermeld. Uit de vaststelling dat de … methode en de in het … proefschrift onderzochte … van elkaar verschillen en dat er eveneens een verschil van mening blijft bestaan tussen Klager en Belanghebbende over de “meest gewenste … voor …” (… CWI advies) komt de CWI tot de conclusie dat het in deze kwestie in feite gaat over “inhoudelijke en methodologische meningsverschillen, die vallen buiten de reikwijdte van de kwesties die volgens de Nederlandse gedragscode Wetenschapsbeoefening kunnen worden aangemerkt als schendingen van wetenschappelijke integriteit” (…).

Het Bestuur heeft het advies en deze conclusie van de CWI overgenomen.

Met het Bestuur en de CWI is het LOWI van oordeel dat deze kwestie inderdaad een goed voorbeeld is van een wetenschappelijke controverse. Immers Klager stelt zich op het standpunt dat de … methode als uitgangspunt van onderzoek genomen had dienen te worden en op basis van die methode een vergelijking had gemaakt moeten worden tussen de … methode en de … afwijkingen daarvan, terwijl in het … onderzoek de … methode wordt vergeleken met een controlegroep, waarbij “…” heeft plaatsgevonden.

Dat zijn twee verschillende onderzoekingen met elk een verschillende methodologische opzet. Het gaat hierbij om strategische onderzoekbeslissingen, waarbij uiteenlopende keuzen kunnen worden gemaakt. Er is geen dwingend voorgeschreven protocol dat zegt dat slechts op basis van… moeten worden noch kan dwingend worden voorgeschreven dat onderzoek dient te worden gedaan naar de … en geëxpliciteerde afwijkingen daarvan. Wat derhalve overblijft is a) een verschil van inzicht over de beste …methode en b) de beste wijze om onderzoek te verrichten naar de effectiviteit van (de beste) …methoden.

Deze beide verschillen van inzicht worden ook door het LOWI als wetenschappelijke controversen beoordeeld en als zodanig behandeld. Wetenschappelijke controversen vallen eveneens buiten de reikwijdte van het LOWI.

4.3.2 De klacht van Klager bij het LOWI

De kern van de eerste klacht van Klager bij het LOWI is dat zich “ernstige onzorgvuldigheid bij het verrichten van onderzoek” heeft voorgedaan in het bestreden proefschrift. Deze onzorgvuldigheid wordt toegelicht aan de hand van de met name genoemde afwijkingen van de … methode, zoals die plaatsvonden in het … onderzoek ( zie brief van Klager van … 2014).

In zijn klacht bij het LOWI gaat Klager echter niet in op het advies van de CWI dat zijn klacht betrekking heeft op een wetenschappelijk meningsverschil, dat valt buiten de reikwijdte van wetenschappelijke integriteit. Nergens in de klacht wordt deze conclusie van de CWI, die door het Bestuur in zijn besluit van … 2013 is overgenomen, met argumenten bestreden waarom het in dit geval niet zou gaan om een inhoudelijk en methodologisch verschil van mening.

De toelichting op de klacht van Klager in zijn brief van … 2014 valt aldus ook te lezen als een aanhoudende kritiek op de … …methode en op het daarop gebaseerde wetenschappelijke onderzoek. Deze kritiek geeft een bevestiging van het feit dat sprake is van een wetenschappelijke controverse. Dergelijke controversen dienen in het wetenschappelijk forum aan de orde gesteld te worden.

Naar de mening van het LOWI heeft Klager sinds … voldoende tijd gehad om in wetenschappelijke tijdschriften zijn wetenschappelijke kritiek te uiten over de opzet en uitvoering van het bestreden onderzoek of om zelf in een … de effectiviteit en de betere lange termijn gevolgen van de door hem geprefereerde …methode wetenschappelijk aan te tonen. Een beschuldigende klacht van schending van wetenschappelijke integriteit is voor dergelijke wetenschappelijke controversen niet de geëigende weg.

De klacht van Klager wordt door het LOWI ongegrond verklaard.

5. Oordeel en advies van het LOWI

Op grond van in paragraaf 4 gegeven overwegingen komt het LOWI tot het oordeel dat de klacht van Klager van … 2014, onderbouwd en nader toegelicht in zijn brief van … 2014, tegen het besluit van het Bestuur van … 2013 ongegrond is en voor zover de (tweede) klacht ziet op “…” niet ontvankelijk is. Het LOWI adviseert het Bestuur zijn besluit van … 2013, waarin de klacht van Klager niet-ontvankelijk wordt verklaard, te bevestigen, met inbegrip van de redenen tot de niet-ontvankelijkheid zoals die in het advies van de CWI zijn vermeld.

Het LOWI verzoekt het definitieve besluit van het Bestuur aan Klager, de CWI, Belanghebbende, en het LOWI mede te delen, c.q. toe te zenden.

Namens het LOWI,

Dr. mr. C.J.M. Schuyt, voorzitter

Mr. dr. E.G. van Arkel, secretaris