Categorieën
Advies

Advies 2011-02

Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit

Advies van 19 december 2011 van het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) inzake de klacht van … van … 2011 ten aanzien van het voorgenomen besluit van het College van Bestuur van … van … 2011

Per brief van … 2011 heeft … (hierna te noemen Klager) zich tot het LOWI gewend met een klacht ten aanzien van het voorgenomen besluit van … 2011 van het College van Bestuur van … (hierna te noemen het Bestuur). In dit voorgenomen besluit heeft het Bestuur op advies van de Commissie wetenschappelijke integriteit (hierna te noemen CWI) de klacht van Klager d.d. … 2008 jegens … en … wegens schending van wetenschappelijke integriteit gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond verklaard. De klacht van … 2011 heeft tevens betrekking op de werkwijze en trage advisering van de CWI.

1. De procedure

Het LOWI heeft in haar vergadering van … 2011 geoordeeld dat de klacht van Klager ontvankelijk is. Het LOWI heeft vervolgens het Bestuur verzocht het dossier van de klacht van … 2008 aan het LOWI beschikbaar te stellen en tevens om een verweerschrift op te stellen. Op … 2011 heeft het Bestuur zijn verweerschrift aan het LOWI gestuurd, vergezeld van enkele aanvullende stukken en adviezen van externe deskundigen. Op … 2011 heeft het LOWI het verweerschrift en de meegezonden stukken aan Klager doen toekomen.

Op … 2011 stuurde Klager een tweede klacht aan het LOWI, onder andere over de wijze waarop …, in het bijzonder de vertrouwenspersoon en de CWI, zijn klacht van … 2008 heeft afgehandeld, dat de CWI zich bij de afdoening van deze klacht niet aan het eigen reglement heeft gehouden.

Tevens bevatte dit klaagschrift een twintigtal specifieke klachten over de wijze waarop … zijn eerdere klachten heeft afgehandeld en de wijze waarop … in 2006 heeft gereageerd in zijn conflict over een patent, op zijn optreden als klokkenluider, heeft beslist over zijn rechtspositie en zijn arbeidsrechtelijke conflict met het Bestuur, heeft geoordeeld over zijn wetenschappelijke kwaliteit, en over zijn voorgenomen deelname aan de promotie van bovengenoemde ….

In zijn vergadering van … 2011 heeft het LOWI besloten om de klacht van … 2011, voor zover die betrekking heeft op de klacht van … 2008 jegens … en …, en op de wijze van afdoening door de CWI, te voegen aan zijn klacht van … 2011, voorzover de klacht van … 2011 betrekking heeft op die klacht.

Over de overige klachten in de brief van … 2011 werd besloten in een gesprek met Klager te bezien welke van deze klachten betrekking hebben op onderwerpen waartoe het LOWI bevoegd is te oordelen en Klager te vragen welke van deze klachten hij wenste te handhaven en welke hij eventueel bereid zou zijn in te trekken wegens onbevoegdheid van het LOWI.

Op … 2011 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen Klager en het LOWI, waarbij de voorzitter, de secretaris … de adjunct–secretaris … en de leden van het LOWI, Prof. mr. E.H. Hondius en Prof. dr. J. Sixma aanwezig waren. In dit gesprek heeft Klager zijn klacht van … 2011, alsmede zijn klacht(en) van … 2011 toegelicht.

Van de zijde van het LOWI is aan Klager gevraagd naar zijn procesbelang op het specifieke onderdeel, waarop zijn klacht van … 2008 gegrond verklaard is en of hij dit onderdeel van zijn klacht wilde handhaven. Klager deelde mee dat op dat onderdeel aan zijn klacht onvoldoende door het Bestuur is tegemoet gekomen, zodat hij die klacht handhaafde en het LOWI verzocht ook dit onderdeel te onderzoeken.

Tevens is Klager in dit gesprek gevraagd of hij bereid was om de klachten over de onderwerpen, die buiten de bevoegdheid van het LOWI vallen, in te trekken op de te houden hoorzitting. Klager verklaarde zich niet bereid deze klachten in te trekken.
Van het gesprek is een verslag gemaakt, dat aan Klager en het Bestuur is toegestuurd. Klager heeft enkele correcties aangebracht in dit verslag. Het verslag maakt deel uit van het dossier.

Op … 2011 heeft een hoorzitting plaatsgevonden, waarbij aanwezig waren Klager en diens gemachtigde Mr. …; … en … namens het Bestuur, en de leden Prof. dr. mr. C.J.M. Schuyt, Prof. dr. J. Sixma en Prof. dr. J.F.G. Vliegenthart en de (nieuwe) secretaris Mr. dr. E.G. van Arkel namens het LOWI.

Aan het begin van de hoorzitting heeft Klager op de vraag van de voorzitter meegedeeld dat hij zijn klacht betreffende de samenstelling van de CWI, introk wegens onjuiste lezing van artikel … van het … reglement. Alle andere klachten, inclusief de klachten zoals vermeld in de brief van … 2011, werden door Klager gehandhaafd.

In dit advies geeft het LOWI zijn oordeel over de klacht van … 2011 en de onderdelen van de klacht van … 2011, die op hetzelfde feitencomplex betrekking hebben. Bij besluit van … 2011 aan Klager heeft het LOWI de klacht van … 2011, voor zover die betrekking heeft op de onderwerpen, waarover het LOWI niet bevoegd is te oordelen, niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit is op 19 december 2011 gelijk met het onderhavige advies aan Klager, en het Bestuur, gezonden.

2. De klacht van … 2011 en standpunten van partijen

De klacht bestaat uit drie onderdelen:

a) de onjuiste aanduiding in het artikel van … en …, gepubliceerd in … dat bepaalde … metingen, verricht in het laboratorium van …, in … zouden zijn verricht;

b) het feit dat in het desbetreffende artikel Klager en diens collega … van … van …, niet zijn opgenomen als mede-auteur, terwijl naar de mening van Klager, beiden een wezenlijke bijdrage aan het onderzoek, waarop het artikel is gebaseerd, hebben geleverd;

c) de veel te trage wijze van afdoening van zijn klacht jegens … en …, waarbij de CWI tevens, naar de mening van Klager, ten onrechte onderdelen van dossierstukken, met name in de brief aan de aangezochte externe deskundigen, heeft weggelakt en overige manipulaties van bewijsmateriaal ten nadele van Klager heeft gepleegd.

Het Bestuur stelt hiertegenover dat in het advies van de CWI aan het Bestuur de onjuiste aanduiding van de in … verrichte metingen door … en … zijn erkend en dat inmiddels de toegezegde correctie in … heeft plaatsgevonden. Het Bestuur blijft bij het standpunt dat de CWI op zorgvuldige wijze het centrale onderwerp van de klacht, namelijk of Klager en … genoemd hadden moeten worden als mede-auteur, heeft beantwoord, waarbij twee externe deskundigen, onder andere over de binnen dit vakgebied gebruikelijke afspraken over co-auteurschappen, zijn geraadpleegd.

Ten aanzien van de wijze van afdoening erkent het Bestuur dat de procedure te lang heeft geduurd, maar het Bestuur wijst er op dat de lange duur kan worden verklaard enerzijds uit een jaar durende poging tot bemiddeling tussen Klager en beklaagden, anderzijds uit de onjuiste adressering van brieven aan de externe deskundigen, waardoor de procedure lange tijd geen voortgang heeft gekend. De trage afwikkeling wordt mede verklaard uit de onderbezetting van de CWI gedurende de periode van afhandeling van de klacht. Het Bestuur heeft toegezegd aan deze onderbezetting de nodige aandacht te besteden.

Ter zitting heeft Klager herhaald dat hij de rectificatie van de metingen in … onvoldoende acht, dat hij van geen afspraken weet heeft met betrekking tot het co-auteurschap, en dat zijn bijdrage en die van … een wezenlijk onderdeel uitmaken van het onderzoek en dat zij beiden daarom als co-auteur hadden moeten worden vermeld; dat hij evenmin enige weet heeft van pogingen die door de vertrouwenspersoon in Utrecht, tevens voorzitter van de CWI, zijn gedaan om te bemiddelen in het conflict met … en … en dat hij van mening is dat hem ten onrechte dossiergegevens zijn onthouden doordat passages zijn weggelakt. Namens het Bestuur bleef … op het standpunt staan dat wel van een bemiddeling of pogingen daartoe sprake is geweest.

3. Overwegingen van het LOWI

Het LOWI oordeelt over de drie klachtonderdelen als volgt.

a) de noodzaak tot correctie

Ten aanzien van de klacht dat … en …. op onvoldoende wijze blijk hebben gegeven dat de betreffende …. metingen niet in …, maar in … hebben plaatsgevonden, bevestigt het LOWI het oordeel van de CWI dat de klacht terecht was voorgedragen en dat maatregelen om de onjuiste aanduidingen van de metingen te corrigeren door … en … dienden te worden genomen. Het LOWI is voorts van mening dat in … op correcte wijze is vermeld dat de metingen in … hebben plaatsgevonden. In de correctie wordt … niet meer vermeld.

Het LOWI volgt Klager niet in diens standpunt dat de rectificatie op onjuiste of onvoldoende wijze is bekend gemaakt. De onjuiste aanduiding van … waar de metingen hebben plaatsgevonden, beschouwt het LOWI met het Bestuur niet als schending van wetenschappelijke integriteit noch als “bewuste vervalsing van gegevens en informatie”, zoals Klager in zijn brief van … 2011 stelde. Dergelijke correcties vormen een onderdeel van de blijvende kritiek in het wetenschappelijk forum; de onjuistheid is dan ook terecht door Klager gesignaleerd.

Klager wordt voorts door het LOWI gevolgd in zijn standpunt dat in het advies van de CWI aan het Bestuur ten onrechte staat vermeld, dat in de … van het artikel in … Klager niet wordt bedankt voor zijn hulp bij het interpreteren van de metingen, nu in deze … juist wel te lezen staat dat Klager wordt bedankt voor diens interpretaties van de metingen. Deze onjuistheid in het CWI-advies leidt er echter niet toe dat dit advies geheel onjuist is, nu ten aanzien van de noodzaak tot correctie de klacht juist is gehonoreerd.

b. het mede-auteurschap van Klager en …

Ten aanzien de klacht over het mede-auteurschap is het LOWI van mening, dat het onderzoek en de metingen van Klager en … in … niet een wezenlijk onderdeel vormen van het desbetreffende artikel, zoals gepubliceerd in … Het LOWI baseert zijn oordeel in deze mede op de schriftelijke verklaringen van beide externe deskundigen dat de … resultaten verkregen in samenwerking met … niet zijn gebruikt in het artikel en dat … geen co-auteur zou moeten zijn.

Het LOWI wijst daarnaast op … van het betreffende artikel, waar vermeld wordt dat de waarnemingen beschreven in het artikel tot identieke resultaten leiden als eerder beschreven door … voor de … structuur van …. Bepaling van deze structuren was het doel van het artikel in …

Ter zitting is door Klager erkend dat enigerlei bewijs van afspraken over co-auteurschap van Klager en … ontbreekt, althans niet overtuigend kan worden aangewezen. Het LOWI bevestigt het advies van de CWI op het punt van co-auteurschap van ….

Ten aanzien van de vraag of Klager zelf op grond van zijn rol als instructeur en begeleider en in de rol van aangewezen co-promotor van … als co-auteur bij het artikel in … had moeten worden vermeld, is het LOWI van mening, dat het beheer van de door … voor zijn metingen op het laboratorium van Klager gebruikte apparatuur niet automatisch leidt tot co-auteurschap.

Het feit dat … van Klager instructies in het omgaan met de apparatuur heeft ontvangen en van hem geleerd heeft om de metingen te interpreteren, leidt op zichzelf niet tot een claim tot co-auteurschap. De metingen zijn door … zelf verricht en het hangt geheel van de gebruikelijke werkwijze en gemaakte afspraken af of deze samenwerking recht geeft op mede-auteurschap. Onder normale verhoudingen zou deze vraag een voor ieder bevredigend antwoord hebben kunnen vinden.

De rol van co-promotor leidt, ook naar de mening die Klager ter zitting onderstreept heeft, evenmin automatisch tot een op te eisen co-auteurschap. Klager legt, naar eigen zeggen, de lat van het co-auteurschap van begeleiders van promoties, hoger dan het loutere co-promotorschap. De externe deskundige van de CWI bevestigde de mening dat medepubliceren als co-promotor geen automatisme is noch dient te worden.

Dit zo zijnde hangt alles af van door betrokkenen gemaakte afspraken. Nu van dergelijke afspraken geen schriftelijke bevestiging kan worden verkregen noch ter zitting door Klager kon worden overgelegd, komt het LOWI tot het oordeel dat het recht op mede-auteurschap in dit geval door Klager niet kan worden geclaimd; voorts dat van de zijde van … en … dit geval geen sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit. Het LOWI bevestigt het advies van de CWI.

c. de trage afdoening van de klacht en de gevolgde werkwijze door de CWI

Het Bestuur heeft de klacht betreffende de trage afdoening van de klacht op advies van de CWI eveneens ongegrond verklaard, doch aangegeven dat de lange duur van de procedure aanleiding heeft gegeven om de samenstelling, ondersteuning en werkwijze van de commissie onder de loep te nemen.

Het LOWI constateert dat Klager aan dit op zich zelf goede voornemen geen recht wordt gedaan in de beoordeling van zijn klacht betreffende de trage afdoening. Het Bestuur wijst in zijn brief van … 2011 op de redenen van vertraging, met name op de bemiddelingspoging die voorafging aan het onderzoek van CWI. Op de hoorzitting verklaarde Klager dat hem van enige bemiddeling of poging daartoe niets bekend was.

Wat daar ook van zij, het LOWI constateert dat ook na het eerste jaar nadat de klacht was ingediend het nogmaals meer dan een jaar heeft geduurd, voordat de procedure voortgang kreeg. Ditmaal lag de oorzaak van de vertraging – met name de verkeerde adressering van brieven aan deskundigen en veel te late ontdekking van niet- bezorging van deze brieven; geen maatregelen om de procesgang, ook niet na herhaaldelijke verzoeken van Klager en diens gemachtigde, alsnog te bespoedigen – in de risico- en verantwoordelijkheidssfeer van het Bestuur.

Anders dan het Bestuur komt het LOWI tot het oordeel dat de klacht over de te lange duur van de gevolgde procedure terecht is voorgedragen en gegrond dient te worden verklaard. Het LOWI acht het redelijk dat het Bestuur hier op enigerlei wijze blijk van geeft en adviseert het Bestuur verontschuldiging voor deze trage gang van zaken aan Klager aan te bieden. Het betreft hier geen schending van wetenschappelijke integriteit van de zijde van het Bestuur noch van CWI of de vertrouwenspersoon.

Het LOWI volgt Klager niet in zijn overige klachten over de afdoening van zijn klacht. Er is naar het oordeel van het LOWI geen sprake geweest van manipulatie van bewijsmateriaal doordat enkele onderdelen van brieven aan externe deskundigen zijn weggelakt en de brieven van deze experts – op verzoek van de expert zelf – geanonimiseerd zijn. Ter bescherming van de privacy van derden is deze handelwijze in procedures volstrekt geoorloofd, zo niet geboden.

4. Het advies van het LOWI

Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert het LOWI het Bestuur het advies van CWI te bevestigen en de klacht ongegrond te verklaren voor zover de klacht betrekking heeft op de inmiddels gerealiseerde correctie van de plaats waar de betreffende metingen gedaan zijn en op de afwijzing van het mede-auteurschap van Klager en …

Het LOWI adviseert het Bestuur de klacht over de te lange duur van de procedure gegrond te verklaren en daarvoor op enigerlei wijze aan Klager van spijt hierover te getuigen. Het LOWI adviseert overigens het onderdeel van de klacht over de gevolgde procedure, namelijk dat de afdoening van de klacht door CWI en door de vertrouwenspersoon en de secretaris van CWI op onreglementaire, onregelmatige en ten aanzien van bewijsmateriaal op manipulatieve wijze heeft plaatsgevonden, ongegrond te verklaren. Het zou Klager sieren zich op zijn beurt te verontschuldigen over de in zware beschuldigingen verwoorde verwijten in deze.

Namens het LOWI,

Prof. dr. mr. C.J.M. Schuyt, voorzitter

Mr. dr. E.G. van Arkel, secretaris

 

Amsterdam, 19 december 2011

Print Friendly, PDF & Email