Categorieën
Advies

Advies 2008-03

Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit

Advies inzake de klacht van dr. A. jegens de Raad van Bestuur van .. en het College van Bestuur van …

1. Feiten en loop van de procedure

Dr. A, hierna te noemen klager, heeft bij brief van …. 2008, aangevuld met zijn brief van …. 2008, een klacht ingediend bij het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI). De klacht betreft het besluit van …. 2008 van het College van Bestuur van .. (hierna het CvB) en de Raad van Bestuur van .. (hierna de RvB) jegens prof.dr. … Dit besluit werd genomen na advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit van .. (hierna CWI) ten aanzien van de klacht van klager over schending van wetenschappelijke integriteit.

De klacht van klager bij het LOWI, betreft de zijns inziens onjuiste en onvolledige maatregelen van het CvB en RvB alsmede de gebreken in de gevolgde procedure. Naar zijn mening is het CWI ten onrechte niet ingegaan op alle door klager in de procedure ingebrachte problemen en op de rol van de rector magnificus van .. bij de afhandeling van zijn klacht.

Bij brief van …. 2008 heeft het LOWI de klacht van …. 2008 en …. 2008 van klager doorgezonden aan het CvB met het verzoek om te reageren en waar nodig het dossier aan te vullen. Bij brief van ….2008 hebben het CvB en de RvB gezamenlijk gereageerd met een aanvulling van de stukken en een aanzet voor een verweerschrift. Deze documenten werden doorgezonden aan klager.

Op ….2008 heeft een delegatie van het LOWI een informatief gesprek gevoerd met klager, waarvan het verslag is bijgevoegd bij dit advies.

Op ….2008 heeft het LOWI een hoorzitting gehouden, waarbij klager en zijn adviseur aanwezig waren. Namens het CvB en de RvB waren aanwezig prof.dr. … van de RvB, en dr. …,. Van de zijde van het LOWI waren aanwezig prof. dr. mr. C.J.M. Schuyt, voorzitter, mevr. prof. dr. P. Dykstra, prof.dr. J.J. Sixma, Prof. mr. E.H. Hondius, leden, en mr. D.G. de Hen, secretaris.

Het LOWI heeft op …2008 en ….2008 over het advies beraadslaagd, waarna het advies is vastgesteld op …. 2008. Het advies is gezonden aan het CvB en de RvB en in afschrift aan klager en zijn adviseur.

2. De bij het LOWI ingediende klachten en standpunten van partijen

Klager heeft zowel in zijn klacht per brief van …. en …. 2008, alsook tijdens het informatieve gesprek en tijdens de hoorzitting aangegeven, dat hij door CvB en RvB niet geheel in het gelijk is gesteld. Er is zijns inziens te rigoureus aangenomen dat onderzoeksdata, intellectuele concepten en onderzoeksresultaten eigendom zijn van de werkgever.

Hij is ook in het ongelijk gesteld bij zijn klacht met betrekking tot het proefschrift van xx. Waar het de rol van prof. xx betreft is hij niet volledig in het gelijk gesteld doordat weliswaar is uitgegaan van verwijtbare omissies, maar dat niet geoordeeld is dat sprake is van opzettelijk handelen of nalaten. Wat betreft de brief van de besturen van …. hebben de besturen verzuimd aan te geven, of conform het advies van de CWI een berisping is gegeven dan wel waarom daarvan is afgeweken.

Verder meent klager dat de CWI onzorgvuldig is geweest in de procedure door een verschil in behandeling van hem enerzijds en prof.dr. … anderzijds, terwijl de CWI evenmin op al zijn klachten is ingegaan.

Tenslotte meent klager, dat de rector magnificus de procedure bij de CWI heeft gefrustreerd doordat hij actief een rol heeft gespeeld in de zaak van de promotie van …..

Het CvB en de RvB hebben schriftelijk en mondeling naar voren gebracht, dat zij het rapport van de CWI hebben onderschreven conform het rapport van de CWI maatregelen hebben genomen. Als één van de uitvloeiselen van de maatregelen is met de brief van …. 2008 een procedure in gang gezet om van bedoelde reeds gepubliceerde artikelen de fouten van prof…. kenbaar te maken bij de editors in chief van de betreffende tijdschriften en hen de mogelijkheid te geven tot een nadere actie.

Bovendien is voor de nog openstaande artikelen waarbij klager rechten kan doen gelden op een co-auteurschap, in gang gezet dat klager binnen 4 weken zijn rechten kan waar maken.

Verder is aan klager een aanstelling van beperkte omvang en voor een bepaalde tijd aangeboden bij de afdeling …. van …. om ook langs die weg zijn betrokkenheid bij (voorgenomen) publicaties waar te maken.

Over de vermeende onjuistheden stellen CvB en RvB dat het verslag van de CWI reeds op …. 2007 aan klager is gezonden om zijn commentaar te krijgen, hetgeen niet is gegeven. Ook op andere punten wijzen het CvB en de RvB naar acties vanuit CWI en/of het CvB en/of de RvB, waardoor zij menen dat geen zaken zijn blijven liggen. Over de klacht van de beweerde schending van intellectuele eigendom van klager wijzen het CvB en de RvB naar de van toepassing zijnde CAO voor …., terwijl klager geen voorbehoud heeft gemaakt bij zijn overgang van …. naar …..

In aanvulling daarop wordt gewezen op de regeling in de overeenkomst van …., waarmee vast staat dat het ..project en het …project zijn overgedragen aan en toebehoren aan ….. Het CvB en de RvB zijn van mening dat zij niet kunnen optreden in zake klachten jegens medewerkers die bij een andere instelling werkzaam zijn, zoals de heer …..

Het LOWI heeft in het gesprek van ….2008, gelet op de in de brieven van …. en …. 2008 neergelegde verzoeken en vragen, aangegeven dat het LOWI niet de bevoegdheid heeft om een opschorting van besluitvorming door …. op te leggen.

Het LOWI is evenmin bevoegd adviezen te geven over een specifieke sanctie die een bestuur wenst op te leggen, al rekent het LOWI het wel tot zijn taak zich uit te spreken over de vraag, of een geconstateerde schending van wetenschappelijke integriteit zo ernstig is, dat een sanctie op zijn plaats is. Het LOWI rekent het niet tot zijn taak en is evenmin bevoegd zich in algemene zin uit te laten over het niet of slecht functioneren van een bestuurder zoals een rector magnificus of een decaan.

Tenslotte gaat het LOWI ook niet over problemen in het kader van promoties, voor zover het niet gaat over wetenschappelijke integriteit, maar over bestuurlijke processen en besluitvorming die vastgelegd zijn in het promotiereglement.

Het LOWI spreekt zich wel uit voor zover een proefschrift – de proeve van wetenschappelijke bekwaamheid – gebreken bevat zoals geplagieerde teksten, gefabriceerde of gemanipuleerde data of modellen en dergelijke. Tenslotte bemiddelt het LOWI niet tussen partijen, tenzij de betrokken partijen dit uitdrukkelijk aan het LOWI vragen.

3. De overwegingen ten aanzien van de klachten

3.1 Allereerst merkt het LOWI op, dat klager tijdens de hoorzitting zijn klachten/verzoeken met betrekking tot het functioneren van de rector magnificus ter zake van het proefschrift van …. en met betrekking tot het doen opschorten van de bestuurlijke besluitvorming heeft ingetrokken. Het LOWI heeft tijdens de hoorzitting aangegeven geen mogelijkheden te zien voor bemiddeling. Met betrekking tot de overblijvende klachten heeft het LOWI het volgende overwogen.

3.2.1 Wat betreft de klacht over schending van het recht op co-auteurschap heeft het LOWI kennis genomen van de…. richtlijn bij wetenschappelijk wangedrag van …. en van de richtlijn publiceren en auteurschappen van ….. De voor … geldende richtlijn van … geeft aan, dat ….. de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening van de VSNU geheel onderschrijft. In aanvulling daarop heeft het bestuur de richtlijn bij wetenschappelijk wangedrag vastgesteld.

3.2.2 In de voor …. geldende richtlijn wordt gemeld wat in ieder geval onder wetenschappelijk wangedrag wordt verstaan. Onder punt 7 wordt vermeld, dat daaronder valt het zich ongerechtvaardigd voordoen als auteur of medeauteur of het opzettelijk weglaten van andere auteurs. Onder punt 9 wordt genoemd diefstal van intellectuele eigendom. Wat punt 7 betreft constateert het LOWI, dat de CWI met betrekking tot de klachten over de co-auteurschappen van klager tot de conclusie is gekomen dat …. verwijtbare omissies heeft begaan en dat de klacht van klager gerechtvaardigd moet worden geacht.

Tevens constateert het LOWI dat de CWI daarbij een aanvullende opmerking heeft gemaakt, namelijk dat de CWI het waarschijnlijk acht dat een gebrek aan communicatie door de neiging van ….. en anderen om klager te ontlopen, ten grondslag ligt aan deze verwijtbare omissies.

Het LOWI stelt vast, dat de CWI vervolgens adviseert prof.dr. …. een berisping, zijnde een disciplinaire straf, te geven en bovendien aanvullende maatregelen op te leggen van vergaande aard. Het valt op, dat de CWI niet expliciet uitspreekt dat sprake is van wetenschappelijk wangedrag, maar het LOWI meent dat hiervan sprake moet zijn gelet op het gebruik van de woorden ‘verwijtbare omissies’, de voorgestelde berisping en te treffen aanvullende maatregelen.

3.2.3 Het LOWI bevestigt de conclusies van de CWI dat herhaaldelijk bij verschillende voorgenomen publicaties met voor klager uiteenlopende plaatsing als co-auteur niet voldaan is aan de richtlijn voor publiceren en auteurschappen.

3.2.4 Met betrekking tot de klacht van klager betreffende diefstal van intellectuele eigendom constateert het LOWI, dat voor zover deze klacht betrekking heeft op civielrechtelijke claims op de bescherming van individuele rechten of schadevergoeding voortkomend uit schending van die rechten, dit niet valt onder de bevoegdheid van het LOWI of onder de onderwerpen waarover het LOWI advies kan geven. Daarvoor staat – bij beweerde schending – een privaatrechtelijke weg open.

3.2.5 Voor zover bovenstaande klacht betrekking heeft op de bescherming van intellectuele concepten, onderzoeksdesigns of –voorstellen, stelt het LOWI vast dat slechts van schending van wetenschappelijke integriteit sprake is, indien deze concepten en andere producten van wetenschappelijke arbeid zonder verwijzing naar de oorspronkelijke auteur(s) worden gebruikt of overgenomen, dus indien sprake is van plagiaat.

Indien op de gebruikelijke wijze en naar behoren verwezen wordt naar de oorspronkelijke auteur(s) of bedenkers van wetenschappelijke ideeën, staat het aan de wetenschappelijke gemeenschap vrij om eenmaal wetenschappelijk gepubliceerde concepten, schema’s, begrippen of spelconcepten, voor eigen onderzoek aan te wenden of te benutten. Het ….project van klager, dat zelf mede ontleend is aan het werk van de oorspronkelijke Amerikaanse onderzoekers, valt naar de mening van het LOWI onder deze wetenschappelijke werkwijze. Zonder openheid en openbaarheid van ideeën is wetenschap niet goed mogelijk.

3.3 Klager heeft aangegeven het niet eens te zijn met de wijze van afhandeling van zijn klacht door …., in het bijzonder door CvB en RvB. Het eerste punt hierbij betreft het feit dat zou zijn afgeweken van het oordeel van de CWI om aan prof.dr. …. een berisping te geven. Het LOWI heeft geconstateerd, dat het CvB en de RvB in hun gezamenlijke brief van … 2008 hebben meegedeeld het rapport van de CWI geheel te onderschrijven.

Bovendien hebben het CvB en de RvB aangegeven maatregelen te zullen nemen en te hebben genomen tegen prof.dr. ….. Het LOWI meent dat op basis van deze mededelingen niet anders geconcludeerd kan worden dan dat alle voorgestelde maatregelen zijn of zullen worden uitgevoerd. Het LOWI heeft hierbij kennis genomen van aanvullende, vertrouwelijke, informatie. Kennisneming van deze vertrouwelijke informatie bevestigt dit oordeel.

3.4 Als tweede punt heeft klager bezwaar aangetekend tegen de wijze van afhandeling, waar het gaat om de mededelingen aan de editors in chief. Het LOWI is van mening, dat de wijze van afhandeling een kwestie van bestuurlijk-juridisch handelen is en in beginsel niet van schending van wetenschappelijke integriteit.

Niettemin heeft het LOWI geconstateerd, dat in de brieven wordt vermeld dat geen sprake zou zijn van opzettelijk handelen (“by no means intentional”). Gelet op de door het CvB en de RvB overgenomen bevindingen en aanbevelingen van de CWI acht het LOWI deze omschrijving niet op haar plaats.

Weliswaar geeft de CWI een verklaring voor de herhaalde verwijtbaar geachte omissies, maar deze doen naar het oordeel van het LOWI niet af aan de conclusie dat sprake moet zijn geweest van bewust handelen en/of nalaten door prof.dr. ….. Het LOWI gaat er van uit dat in het vervolg in de correspondentie niet meer van “unintentional” zal worden gesproken, zodat deze klacht daarmee als afgedaan kan worden beschouwd.

3.5 Klager heeft aangegeven dat de CWI op een aantal klachten niet is ingegaan en dat de CWI hem anders heeft behandeld dan prof…… Het LOWI heeft geconstateerd dat de CWI en het CvB en de RvB klager herhaaldelijk in de gelegenheid hebben gesteld geconstateerde of vermeende omissies of onjuistheden te corrigeren. Op diverse punten is klager ingegaan, maar hij heeft ook diverse malen nagelaten te reageren.

Indien de CWI zou hebben nagelaten bepaalde documenten te onderzoeken, dan doet dit niet af aan het feit dat klager verzuimd heeft bij de rapportage van de CWI tijdig te wijzen op niet behandelde documenten.

Bovendien heeft het LOWI geconstateerd, dat het CvB en de RvB bij brief van …. 2008 toegezegd hebben dat de reactie van klager op de vragen aan en antwoorden van prof… aan de bevindingen van de CWI zullen worden toegevoegd.

Voor zover sprake is van verzuim bij de CWI meent het LOWI dat dit niet afdoet aan de hoofdconclusies van de CWI, de ernst van de opgelegde sanctie en de verstrekkendheid van de mededelingen aan de editors in chief en de positieve gevolgen daarvan voor de erkenning van de wetenschappelijke prestaties van klager.

3.6 Het laatste punt van de procedurele klacht betreft het frustreren van de procedure bij de CWI door het optreden van de rector magnificus. Het LOWI is van oordeel dat de rector magnificus heeft gereageerd vanuit zijn verantwoordelijkheid, vastgelegd in het promotiereglement.

Het LOWI heeft niet geconstateerd dat het handelen van de rector magnificus van zodanige aard was dat de handelwijze van de CWI, haar onafhankelijke oordeelsvorming, haar conclusies of haar aanbevelingen voor klager hebben geleid tot onaanvaardbare nadelen.

4. Conclusies en advies

Het LOWI concludeert dat het advies van de CWI en het daarop berustende besluit van CvB en RvB bevestigd dienen te worden en dat de klacht van klager over de inhoud van het besluit en de gevolgde procedure niet gegrond is. Het LOWI adviseert het CvB en de RvB het besluit, gelezen het advies van het LOWI, in stand te laten en de voorgenomen maatregelen, voor zover niet reeds uitgevoerd, uit te voeren.

Print Friendly, PDF & Email