Categorieën
Advies

Advies 2007-02

Schending wetenschappelijke integriteit door tekstueel plagiaat in proefschrift. Schijn van belangenverstrengeling wegens samenstelling CWI.

Print Friendly, PDF & Email

Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit

Advies inzake de klachten van … jegens … van. 2007

1. Feiten en loop van de procedure

De heer prof. dr. … en de heer dr.ir. … hebben zich met hun brief van … 2006 gewend tot het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit met klachten jegens het College van Bestuur van … De in de genoemde brief opgenomen klachten betreffen de gevolgde procedure van … en de inhoud van het oordeel van het College van Bestuur over de bij brief van … 2005 bij de Rector Magnificus van … neergelegde klacht van vermeend wangedrag door de heer … bij het schrijven van zijn proefschrift.

Bij brief van … 2006 werd beide klagers de goede ontvangst van hun brief bevestigd. In deze brief werd tevens meegedeeld dat de brief met bijlagen was doorgezonden aan de voorzitter en leden van het LOWI met het verzoek mede te delen of de klacht(en) ontvankelijk diende(n) te worden verklaard. Indien het LOWI tot ontvankelijkheid zou besluiten, zou volgens de brief het dossier aan het College van Bestuur van … gezonden worden met het verzoek een verweerschrift in te dienen, waarna een bijeenkomst zou worden belegd om beide partijen de gelegenheid te geven hun standpunt te komen toelichten.

Bij brief van … 2006 werd aan de heren … gemeld dat het LOWI de ingediende klacht inzake schending van wetenschappelijke integriteit ontvankelijk had verklaard en werd nogmaals gewezen op het vervolg van de procedure. Op dezelfde dag werd een brief gezonden aan het College van Bestuur van …, waarin werd melding gemaakt van de ingediende klacht(en) en gemeld werd dat het LOWI de klacht(en) ontvankelijk had verklaard.

De voorgenomen hoorzitting werd gemeld en het College van Bestuur kreeg in de brief het verzoek mee te delen of het College nog voorafgaande aan de hoorzitting een verweerschrift wilde indienen. Bij de brief aan het College werd gevoegd de bij het LOWI neergelegde klachtbrief met het meegezonden dossier.


Eind … ontving het LOWI de schriftelijke reactie van de ingeschakelde externe deskundige prof.dr. … op het aan hem toegezonden dossier.
Op 10 oktober 2006 hield het LOWI de geplande hoorzitting, waarbij beide klagers, prof.dr. … dr.ir. … en namens het College van Bestuur van … prof.dr. … en mr. … aanwezig waren. Namens het LOWI waren aanwezig prof.dr.mr. C.J.M. Schuyt, voorzitter, mevr. prof.dr. P.A. Dykstra, prof.dr. J.J. Sixma, prof.dr. J.F.G. Vliegenthart en prof.dr. J. Hartog, leden en mr. D.G. de Hen, secretaris.

Direct volgend op de hoorzitting heeft het LOWI beraadslaagd en besloten zowel de externe deskundige als de promotor van de heer … prof.dr.ir…., voor een informatieve bijeenkomst uit te nodigen. Ook besloot het LOWI een tweede externe deskundige te raadplegen over de inhoudelijke aspecten van de ingediende klachten.

Op … 2007 sprak het LOWI met de externe deskundige prof. …. De bijeenkomst met de promotor vond vervolgens plaats op … 2007 waarbij prof.dr. … vergezeld werd door mr. … van het Bureau van …
Op … 2007 werd een brief met informatie gezonden aan de tweede externe deskundige prof.dr. … die zijn advies op … 2007 aan het LOWI zond.

Op … 2007 stelde het LOWI inhoudelijk zijn oordeel vast. De schriftelijke verwoording van het advies stelde het LOWI vast op …2007.

2. De bij het LOWI ingediende klachten

Het LOWI beschouwt de navolgende aangedragen opmerkingen als de klachten van de heren …

Allereerst zijn de heren … het oneens met de wijze waarop binnen … hun klacht is behandeld. Met een toelichtende beschrijving van de gevolgde procedure zijn beiden van mening dat er gedurende het proces geen sprake is geweest van een noodzakelijke procedure van hoor en wederhoor door de commissie.

Verder zijn zij van mening dat de samenstelling van de commissie (rector magnificus en decaan van de betreffende faculteit) een onafhankelijk oordeel over de klacht in de weg heeft gestaan.

Ten tweede zijn de heren … van mening dat sprake is van wetenschappelijk wangedrag. Zij doelen hierbij op hun constatering dat in het proefschrift van de heer … stukken tekst letterlijk zijn overgenomen uit het proefschrift van de heer …

3. De Overwegingen

Algemeen

Het LOWI baseert zijn oordeel over wetenschappelijke integriteit op de normen zoals die zijn af te leiden uit de inhoud van de Notitie Wetenschappelijk Onderzoek: Dilemma’s en Verleidingen, tweede druk, 2005, van de onder auspiciën van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen functionerende Adviescommissie Wetenschap en Ethiek.

Daarnaast heeft het LOWI zijn oordeel over de klachten zoals geformuleerd in onderdeel 2 van dit advies gebaseerd op de bij … geldende Interne procedure voor omgang met klachten over vermeend wetenschappelijk wangedrag en op de documentatie ….

Van schending van wetenschappelijke integriteit is naar het oordeel van het LOWI sprake, indien in openbare publicaties en/of gedragingen wordt gehandeld in strijd met de algemene verplichting om gegevens uit wetenschappelijk onderzoek naar waarheid te presenteren, waarbij met name gegevens van een wetenschappelijk onderzoek niet mogen worden vervalst, gemanipuleerd, verzwegen, verzonnen of, indien fictief van aard, als echt gepresenteerd, of waarbij gegevens, letterlijke tekstgedeelten en wetenschappelijke ideeën, ontleend aan andere bronnen, zonder juiste, volledige bronvermelding en onder eigen naam worden gepubliceerd.

Met betrekking tot de in onderdeel 2 genoemde twee klachten overweegt het LOWI als volgt.

Ten aanzien van de klacht met betrekking tot de procedure

Volgens de klacht van de heren … heeft de Rector Magnificus van … de klacht in behandeling genomen. Hij heeft daarna een onderzoekscommissie geformeerd, waarin een drietal leden zitting hebben genomen, te weten prof. dr. … rector magnificus, prof. dr. … decaan van de Faculteit en prof. dr.ir. …, hoogleraar aan …. De commissie is aan het werk gegaan en heeft in een brief van … 2005 met bijlagen de klagers op de hoogte gebracht van haar eerste bevindingen en klagers gevraagd om een schriftelijke reactie.

Deze reactie is door klagers per brief van … 2005 gezonden met opmerkingen zowel over de procedure als over de conclusie van de onderzoekscommissie. De commissie heeft op deze reactie haar schriftelijke opvatting gestuurd, die volgens klagers niet wezenlijk gewijzigd is ten opzichte van het aanvankelijke oordeel.

Daarna is zonder succes getracht een datum voor een bijeenkomst tussen klagers en onderzoekscommissie te organiseren. Volgens klagers heeft daarna op … 2005 de voorzitter van het College van Bestuur van … een brief gestuurd, waarin het College van Bestuur de bevindingen van de onderzoekscommissie overneemt.

Het LOWI constateert dat volgens de interne …procedure voor omgang met klachten over vermeend wetenschappelijk wangedrag een vermoeden van of klacht over vermeend wetenschappelijk wangedrag vertrouwelijk moet worden gemeld bij de decaan van de betrokken faculteit of de Rector Magnificus. Volgens de brief van klagers hebben zij conform dit onderdeel van de procedure gehandeld.

Volgens de procedure kan de Rector Magnificus afhankelijk van de aard en de ernst van de gedraging besluiten een onderzoekscommissie in te stellen, waarin de Rector Magnificus, de decaan van de betrokken faculteit en een nader aan te wijzen hoogleraar zitting hebben. Zoals hierboven al beschreven is, heeft de Rector Magnificus ook op dit punt de interne procedure … gevolgd.

Volgens artikel … van de interne procedure dient de onderzoekscommissie vervolgens klager en beklaagde in de gelegenheid te stellen hun zienswijzen naar voren te brengen.

Voor het LOWI staat vast dat zowel de klagers als de beklaagde in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk hun zienswijzen
naar voren te brengen met inbegrip van het geven van reacties over enerzijds de voorlopige bevindingen van de commissie en anderzijds de reacties van elkaar.

Daarnaast constateert het LOWI dat om uiteenlopende redenen de onderzoekscommissie en klagers er niet in geslaagd zijn ook nog een mondelinge bijeenkomst te laten plaatsvinden.

Op grond van artikel … van de interne procedure dient de onderzoekscommissie aan het College van Bestuur schriftelijk verslag te doen van haar conclusies. Uit de correspondentie en de klacht aan het LOWI concludeert het LOWI dat de onderzoekscommissie heeft voldaan aan het gestelde in artikel …

Daarna heeft het College van Bestuur geoordeeld over de conclusie en als zijn oordeel uitgesproken dat de conclusies van de onderzoekscommissie werden gevolgd. Deze conclusie hield in dat sprake was van onzorgvuldigheid aan de zijde van de heer … en dat hij verplicht werd een lijst van errata (elektronisch) toe te voegen aan zijn gepubliceerde proefschrift.

Ten aanzien van de klacht met betrekking tot wetenschappelijk wangedrag

De klacht over wetenschappelijk wangedrag door de heer … houdt in, dat hij stukken tekst letterlijk heeft overgenomen zonder bronvermelding en stukken tekst heeft geparafraseerd. Over het zogeheten conceptuele plagiaat heeft het College van Bestuur geconcludeerd dat sprake is van een zelfstandige proeve van bekwaamheid.

Het LOWI gaat hierna in op de vraag, of sprake is van wetenschappelijk wangedrag volgens zijn eigen omschrijving, in het bijzonder waar het betreft overschrijven zonder juiste bronvermelding ook wel plagiaat genoemd.

Daarbij wordt tevens geoordeeld aan de hand van het document dat bij de … geldt …

In dit document staat onder meer het volgende: “Als je passages en ideeën uit andermans werk citeert of parafraseert en deze als eigen werk presenteert, pleeg je plagiaat. ….. Aan plagiaat ligt niet altijd kwade trouw ten grondslag; het kan ook een kwestie van onwetendheid, slordigheid of vergeetachtigheid zijn. Om te voorkomen dat je per ongeluk plagiaat pleegt, moet je weten wat het precies inhoudt. Wat is plagiaat? – het woordelijk overnemen van (passages uit) het werk van een ander zonder aan te geven dat het andermans woorden zijn en/of zonder vermelding van de precieze vindplaats van de passage. – het parafraseren van (passages uit) het werk van anderen, zonder daarbij aan te geven dat de gedachtegang door iemand anders is bedacht en zonder de vindplaats van de gedachtegang aan te geven. – het overnemen van ideeën uit andermans werk zonder daarbij aan te geven dat het de ideeën van iemand anders zijn.”.

Het LOWI constateert dat het College van Bestuur … heeft geconcludeerd dat sprake is van een situatie waarin de heer … in onvoldoende mate zorgvuldigheid heeft betracht bij het verwijzen naar bronnen van een aantal tekstgedeelten.

Noch in het verweerschrift noch in de bijdrage tijdens de hoorzitting heeft het College van Bestuur met een verwijzing naar het binnen … geldende document met zoveel woorden gesteld dat sprake is van plagiaat. Het College heeft wel gesteld dat geen sprake is van wetenschappelijk wangedrag. In het verweerschrift staat deze ontkennende zin tussen een passage over de conceptuele waardering van het proefschrift van de heer … en zijn tekstgebruik.

In de door de heren … schriftelijk en mondeling aangedragen tekstgedeelten heeft het LOWI geconstateerd dat op diverse andere plaatsen dan genoemd in de lijst van errata ook in aanzienlijke mate teksten zijn overgeschreven of zijn geparafraseerd. Voorbeelden hiervan zijn te vinden op …

4. De Conclusies

Uit hetgeen het LOWI is gezonden door partijen, door partijen is meegedeeld tijdens de hoorzitting alsmede uit hetgeen de externe adviseurs aan het LOWI hebben bericht, concludeert het LOWI in vervolg op hetgeen beschreven is in de voorgaande onderdelen twee en drie, het navolgende over de twee klachten.

De conclusies met betrekking tot de procedure

Het LOWI is van oordeel, dat de Rector Magnificus van … en het College van Bestuur geheel en voor wat betreft de onderzoekscommissie op één punt na de procedure hebben gevolgd zoals beschreven in de Interne …procedure voor omgang met klachten over vermeend wetenschappelijk wangedrag.

Het LOWI is van mening dat door in twee stadia van het onderzoek en de besluitvorming de gelegenheid te krijgen en te nemen om de eigen zienswijze in extenso naar voren te (kunnen) brengen niet geleid heeft tot een procedure die de belangen van de klagers heeft geschonden.

Verder concludeert het LOWI dat ook de klacht faalt waar het betreft de samenstelling van de onderzoekscommissie. Op dit punt heeft de Rector Magnificus de interne procedure correct gevolgd. Niettemin wil het LOWI niet aan dit punt voorbijgaan, omdat de klacht de zuiverheid en objectiviteit in twijfel trekt door de functies van de leden van de onderzoekscommissie.

Nu het gaat om een vermeende schending van wetenschappelijke integriteit bij het tot stand brengen en publiceren van een proefschrift, valt niet te ontkennen dat zowel de Rector Magnificus als de Decaan van de betrokken faculteit belangen hebben bij de procedure. In de concrete zaak had dus de meerderheid van de leden van de onderzoekscommissie functioneel een belang bij de procedure.

Hoewel het LOWI niet bewezen acht dat door die functionele belangen sprake zou zijn geweest van een niet-onafhankelijk oordeel, acht het LOWI het niet raadzaam, dat de schijn van partijdigheid door mogelijke belangen-verstrengeling kan rusten op een zo belangrijk orgaan als de beoordelingscommissie. Nu de Interne procedure geen mogelijkheid geeft te kiezen voor een commissie met ten minste in meerderheid ook functioneel onafhankelijke leden geeft het LOWI het College van Bestuur in overweging de Interne procedure op dit punt aan te passen.

De conclusies met betrekking tot het wetenschappelijk wangedrag

In de voorgaande onderdelen heeft het LOWI reeds geconstateerd, dat het College van Bestuur van … zelf heeft geconcludeerd dat sprake is van onvoldoende bronvermelding die van zo ernstige aard is dat de heer …een reeks van aanvullende bronvermeldingen heeft moeten opnemen, zij het dat dit kennelijk alleen geldt voor de elektronische versie van het gepubliceerde proefschrift.

Het LOWI heeft, mede op aanwijzingen van de heer …, geconstateerd dat de lijst met errata ten minste niet volledig is vanuit de constatering dat ook op niet opgenomen plekken sprake is van een letterlijk overschrijven dan wel een parafrasering van teksten van de heer ….

Op basis van het voorgaande en gelet op hetgeen het LOWI heeft opgemerkt over schending van wetenschappelijke integriteit en met inachtneming van hetgeen … zelf heeft gepubliceerd …, concludeert het LOWI dat de heer … zich heeft schuldig gemaakt aan tekstueel plagiaat dat niet anders gezien kan worden dan als een schending van wetenschappelijke integriteit. Waar al binnen de instelling aan studenten wordt duidelijk gemaakt dat plagiaat ook plagiaat is, wanneer het gebeurt uit onwetendheid, slordigheid of vergeetachtigheid, geldt voor promovendi eens te meer dat deze het besef moeten hebben dat plagiaat een schending van wetenschappelijke integriteit is.

Het LOWI is van oordeel, dat waar al in het proefschrift sprake is van verwijzing en bronvermelding dit onvolledig is en het gebrek aan verwijzingen van een zodanige omvang is, dat ook de lijst van errata onvoldoende moet worden geacht.

Daarnaast vindt het LOWI het niet juist dat alleen een elektronische lijst van errata diende te worden gecreëerd. Tenminste zou voor de diverse papieren exemplaren van het proefschrift ook een lijst van errata beschikbaar moeten zijn, die eigener beweging naar alle openbare en wetenschappelijke bibliotheken had moeten zijn toegezonden.

Vervolgens heeft het LOWI overwogen of ook geconcludeerd moet worden dat sprake is van conceptueel plagiaat, waarbij geen sprake zou zijn van een zelfstandige proeve van bekwaamheid.

Mede gelet op hetgeen beide externe deskundigen naar voren hebben gebracht, is het LOWI tot de conclusie gekomen, dat het concept van de heer … zonder dit op alle plaatsen te melden, waar dit geëigend zou zijn, in belangrijke mate voortbouwt op het model van de heer …, maar daar wel een eigenstandig vervolg aan geeft. Het bevreemdt het LOWI in hoge mate dat in de procedure bijzonder weinig naar voren is gebracht over de rol van de promotor in deze kwestie.

Het LOWI is van oordeel dat het College van Bestuur in het bijzonder aandacht had moeten schenken aan de rol van de promotor. Niet alleen was de promotor … betrokken bij de promotie aldaar van … maar ook bij de promotie van de heer … en de mislukte poging tot promotie van de heer …. De promotor speelde in … een centrale rol bij de promotie en heeft volgens eigen zeggen zelfs een initiërende en stimulerende rol gespeeld. De promotor heeft tegenover het LOWI aangegeven een promotie goed te kunnen benutten voor vervolgpublicaties binnen zijn faculteit.

Het LOWI vindt het daarnaast onbegrijpelijk dat de promotor … ondanks de voorgeschiedenis en ondanks naar eigen zeggen strakke begeleiding niet voorafgaand aan het voorleggen van het proefschrift aan de promotiecommissie heeft geconstateerd dat veelvuldig sprake was van letterlijk overschrijven of parafraseren van teksten. Het LOWI is en blijft overigens van oordeel dat gebreken in de begeleiding de promovendus niet ontslaan van de verplichting zelf de algemene wetenschappelijke standaards hoog te houden.

Dit onderdeel van zijn conclusies afsluitend is het LOWI het met de klagers eens dat sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit en dat een constatering van onzorgvuldig gedrag met een elektronisch lijst van errata onvoldoende recht doet aan de genoemde schending van de wetenschappelijke integriteit door de heer ….

Dit oordeel van het LOWI is op … 2007 vastgesteld door prof. dr. mr. C.J.M. Schuyt, voorzitter, mevr. prof. dr. P.A. Dykstra, prof.dr. J.J. Sixma, prof.dr. J. Hartog, leden, in aanwezigheid van mr. D.G. de Hen, secretaris.
Het oordeel is gezonden aan het College van Bestuur van alsmede aan de heren prof. dr. … en dr. ir …

 

 

Print Friendly, PDF & Email