Categorieën
Besluit

Besluit 2021-11

De discussie over het al dan niet gebruiken van de term Armeense genocide is vooral een politiek-maatschappelijke controverse. CWI’s en het LOWI zijn niet bedoeld om dergelijke discussies in termen van wetenschappelijke integriteit te beslechten. Verzoek is kennelijk ongegrond.

naar aanleiding van het verzoek van:

1. [Verzoeker]

over het aanvankelijk oordeel van

2. het College van Bestuur van Universiteit Leiden

Procesverloop

Op 6 december 2020 heeft [Verzoeker] een klacht ingediend bij het College van Bestuur van de Universiteit Leiden (hierna: Bestuur) over een mogelijke schending van wetenschappelijke integriteit door [drie Betrokkenen].

Het Bestuur heeft de klacht ter behandeling doorgestuurd naar de Commissie Wetenschappelijke Integriteit van de Universiteit Leiden (hierna: CWI). De CWI heeft het Bestuur geadviseerd de klacht niet-ontvankelijk te verklaren.

Het Bestuur heeft het advies van de CWI overgenomen en heeft de klacht van Verzoeker in het aanvankelijk oordeel van 15 maart 2021 niet-ontvankelijk verklaard.

Verzoeker heeft het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (hierna: LOWI) op 22 april 2021 verzocht advies uit te brengen over dit aanvankelijk oordeel.

Overwegingen

Klacht

1. Verzoeker klaagt erover dat Betrokkenen de term Armeense genocide hanteren voor de aanduiding van het conflict in het Ottomaanse Rijk in 1915 waarbij vele Armeniërs zijn gedood. Volgens Verzoeker is er geen bewijs dat sprake was van genocide op de Armeniërs. Het gebruik van deze term is volgens hem ingegeven door vooroordelen over Turken en voedt rassenhaat en discriminatie. Verzoeker klaagt dat Betrokkenen de wetenschappelijke integriteit schenden door deze term te gebruiken en wijst hierbij vooral op één publicatie van een van de Betrokkenen.

Voorlopig oordeel Bestuur

2. Het Bestuur heeft de klacht niet-ontvankelijk verklaard onder verwijzing naar het CWI-advies. In dat advies heeft de CWI overwogen dat het in deze casus niet gaat om een schending van de wetenschappelijke integriteit. Verzoeker verschilt met Betrokkenen en anderen van mening over de wijze waarop het Armeens-Turks conflict in de geschiedenis moet worden gekarakteriseerd, aldus de CWI. Volgens de CWI is dit een wetenschappelijke controverse waarover zij niet bevoegd is te oordelen.

Verzoek

3. Verzoeker betoogt dat sprake is van meer dan een meningsverschil en dat Betrokkenen de wetenschappelijke integriteit hebben geschonden. Volgens Verzoeker zijn Betrokkenen incompetent en/of kwaadaardig
terwijl zij zich baseren op propaganda die is gebaseerd op verzinsels en geruchten.

Oordeel LOWI

4. In de publicatie waarnaar Verzoeker verwijst, wordt onderzocht welke (geopolitieke) gebeurtenissen eraan hebben bijgedragen dat verschillende NAVO-landen hun standpunt over het conflict uit 1915 hebben gewijzigd en sindsdien de term Armeense genocide gebruiken. De discussie over het al dan niet gebruiken van de term Armeense genocide is vooral een politiek-maatschappelijke controverse. Commissies Wetenschappelijke Integriteit en het LOWI zijn niet bedoeld om dergelijke discussies in termen van wetenschappelijke integriteit te beslechten. Zoals de CWI terecht heeft overwogen gaat het in deze zaak niet om een schending van wetenschappelijke integriteit. Het LOWI ziet in het verzoek geen aanknopingspunten om hier anders over te oordelen.

Conclusie

5. Het verzoek is kennelijk ongegrond.

Besluit

Het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit:

I. verklaart het verzoek kennelijk ongegrond;

II. besluit het verzoek verder buiten behandeling te laten;

III. brengt geen advies uit aan het Bestuur.

Aldus vastgesteld op 10 juni 2021 door mr. E.J. Daalder, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.C. Zweistra, ambtelijk secretaris.