Categorieën
Advies

Advies 2013-08

Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit

Advies van … 2013 van het LOWI inzake de klacht van … 2013 van … en … tegen het besluit van … Bestuur van … van … 2013.

1. De klacht

Op … 2013 hebben … en … hierna te noemen Klagers, een klacht ingediend bij het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI). Klagers hebben hun klacht met bijlagen onderbouwd. De klacht van Klagers is gericht tegen het Besluit van …Bestuur van … (hierna het Bestuur) van … 2013. Het Bestuur sluit zich aan bij het (…) advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit (hierna CWI) dat in opdracht van het Bestuur een onderzoek heeft verricht naar enkele door … gefinancierde onderzoeken, uitgevoerd door Klagers.

De opdracht aan de CWI luidde om na te gaan of onderzoekers bij die onderzoeken hebben gehandeld volgens de normen van de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening. Klagers maken geen bezwaar tegen het advies van de CWI dat “De commissie al met al [niet] heeft kunnen vaststellen dat de sponsoring door … op enigerlei wijze invloed heeft gehad op de resultaten van het onderzoek”. Klagers maken echter bezwaar tegen (1) de kritische opmerkingen over het onderzoek in het adviesrapport van de CWI, en (2) het openbaar maken van dit rapport.

2. De procedure

De klacht van Klagers van … 2013 jegens het besluit van het Bestuur van … 2013 is conform het thans geldende Reglement LOWI tijdig ingediend en voldoet ook voor het overige aan de eisen om in aanmerking te komen voor behandeling door het LOWI. Het LOWI heeft bij e-mail van … 2013 Klagers en het Bestuur dienovereenkomstig geïnformeerd. Het Bestuur heeft op … 2013 zijn verweerschrift aan het LOWI gezonden. Klagers hebben hierop bij brief/e-mail van … 2013 gereageerd, waarop het Bestuur heeft gereageerd bij e-mail van … 2013.

Het LOWI heeft het daarop nog wenselijk geacht dat het Bestuur eenduidig antwoord zou geven op een vraag, hetgeen is geschied bij e-mail van … 2013. Klagers hebben daarop nog mogen reageren, hetgeen is gebeurd bij e-mail van … 2013. Het LOWI achtte zich afdoende geïnformeerd op grond van de stukken, heeft geen hoorzitting nodig geacht en besloten de zaak op de stukken af te doen, waarover partijen zijn geïnformeerd bij e-mail van … 2013. Alle stukken zijn over en weer uitgewisseld.

Het LOWI advies wordt, zoals te doen gebruikelijk, op een termijn van circa 3 maanden in geanonimiseerde vorm op de website van het LOWI openbaar gemaakt.

Het LOWI stelde zijn advies vast in zijn vergadering van … 2013.

3. De standpunten van partijen

3.1 Het standpunt van Klagers

Kort samengevat luidt het standpunt van Klagers in hun klacht van … 2013 als volgt:

De CWI is op een aantal punten afgeweken van haar eigen procedure. Deze afwijkingen zijn nadelig gebleken voor de betrokkenen. De CWI heeft geen enkele reden aangegeven voor het afwijken van de eigen procedures, zoals vastgelegd in de Klachtenregeling Wetenschappelijke Integriteit van …, meer specifiek van:

  • Artikel …: de CWI had geen zwaarwegende redenen om betrokkenen gescheiden te horen.
  • Artikel …: het duurde meer dan 22 weken voordat het CvB … zijn aanvankelijk besluit nam, waarbij nauwelijks is gecommuniceerd met betrokkenen (over de reden van vertraging), waardoor betrokkenen onnodig lang in onzekerheid hebben gezeten;
  • Artikel …: het voornemen van het CvB om het gehele adviesrapport van de CWI openbaar te maken op de website van de VSNU en een persbericht uit te sturen met daarin de eindconclusie, inclusief de kritische opmerkingen over het onderzoek uit het CWI adviesrapport is in strijd met artikel …. Tevens was aan betrokkenen van tevoren verzekerd en beloofd dat niet het gehele adviesrapport zou worden gepubliceerd. Nu het bestuur voornemen is het advies in zijn geheel te publiceren berokkent dit onterecht schade aan de wetenschappelijke reputatie van de betrokkenen.
  • Algemeen: de CWI doet uitspraken c.q. uit een aantal kritiekpunten die buiten het mandaat van de CWI vallen, omdat die kritiekpunten geen bijdrage leveren aan het beantwoorden van de vraag of schending van wetenschappelijke integriteit heeft plaatsgevonden en daarom niet thuis horen in het adviesrapport.

Klagers verzoeken voorts om een ongegrondverklaring van de navolgende kritiekpunten in het adviesrapport van de CWI waarmee zij het (fundamenteel) oneens zijn, omdat deze punten los staan van de integriteitsvraag en daarom buiten het integriteitsonderzoek vallen; bovendien zijn deze kritiekpunten ook nog onjuist . Hier voegen Klagers aan toe dat alle vier door de CWI onderzochte wetenschappelijke artikelen peer-reviewed zijn. Evenmin zijn de door de CWI geformuleerde kritiekpunten in het adviesrapport relevant voor de beantwoording van de integriteitsvraag.

  • Eerste publicatie: …: Klagers hebben bezwaar tegen het kritiekpunt van een van de deskundigen die stelt dat “het niet duidelijk wordt of de gemeten effecten veroorzaakt worden door … of door andere ….” Het doel van de studie was namelijk niet om de effecten van alle afzonderlijke … en hun mogelijk interacties te onderzoeken, maar om de effecten van … versus … te onderzoeken.”
  • Tweede publicatie: review …: Klagers hebben bezwaar tegen het kritiekpunt van een van de deskundigen die stelt dat “in de commentaren sprake is van defensief taalgebruik en de persoonlijke opvattingen van de onderzoekers door[klinken]”. De kwalificering doet de wetenschappelijke analyse van Klagers enerzijds tekort, en anderzijds klinken altijd de opvattingen van auteurs in een kritisch review. Voorts suggereert het adviesrapport van de CWI dat het review artikel wellicht onvolledig is, waar een deskundige stelt dat “nader onderzocht zou moeten worden of alle gevonden artikelen ook in de publicatie terecht zijn gekomen.” Klagers stellen dat dit het geval is en de CWI deze vraag ook zelf eerder had kunnen beantwoorden c.q. had kunnen constateren dat dit kritiekpunt onjuist is.
  • Derde publicatie: methodologie …: Klagers achten de opmerking ten aanzien van de methodologie onterecht, omdat het gebruik is dat bij omvangrijke studies waaruit meerdere publicaties volgen de methodologie apart wordt gepubliceerd;
  • Vierde publicatie: … : Klagers zijn het fundamenteel oneens met het kritiekpunt van de deskundigen “…dat er conclusies worden getrokken die niet door de bevindingen worden ondersteund. De resultaten worden namelijk gepresenteerd alsof ze uitsluitsel geven over causaliteit, terwijl het in feite alleen gaat om een correlatie.” Klagers stellen juist uitdrukkelijk geen causaliteit te claimen, te meer daar het algemeen bekend is dat men met enquêtes geen causaliteit aan kan tonen maar slechts associaties. Het is daarom dat auteurs gesproken hebben van “…” en niet van “….” om weer te geven wat Klagers hebben waargenomen. Het is een interpretatie van de CWI dat het feit dat men in de ene situatie minder … dan in de andere, causaliteit impliceert. Klagers verwijzen ten slotte ook naar hun stelling op p. … dat de verlaging niet aan … zelf te wijten is maar aan andere, onbekende, factoren. Ook is feitelijk onjuist de stelling van de CWI dat “Tevens wordt het als een gemis ervaren dat er geen vergelijking is gemaakt van de antwoorden van de groep die … en de groep die ….” Ook dit kritiekpunt valt buiten de beantwoording van de integriteitsvraag.

Klagers verzoeken het LOWI dan ook voornoemde kritiekpunten ongegrond verklaren. Naar het oordeel van Klagers kan het Bestuur volstaan met een geanonimiseerde formulering van de klacht en het eindoordeel van het Bestuur, en hebben Klagers om bovengenoemde redenen derhalve bezwaar tegen openbaarmaking van het adviesrapport van de CWI met alle overwegingen en argumenten van de CWI en geraadpleegde deskundigen. Openbaarmaking zal er naar het oordeel waarschijnlijk toe leiden dat de kritiekpunten breed zullen worden overgenomen in de media, terwijl de eindconclusie van de CWI wellicht onvermeld zal blijven. Dit is onterecht schadelijk voor de wetenschappelijke reputatie van de betrokkenen, aldus Klagers.

3.2 Het standpunt van het Bestuur

Het Bestuur stelt dat het hier niet om een situatie gaat waarvoor de Klachtenregeling WI onverkort geldt. Het gaat hier om een verzoek van het Bestuur aan de CWI nader onderzoek in te stellen naar aanleiding van persberichten zoals die ook aan het LOWI zijn toegezonden. Bestuur geeft aan desondanks zoveel als mogelijk is aansluiting te hebben gezocht bij de Klachtenregeling WI die in beginsel geldt voor de relatie tussen een klager en het Bestuur.

Meer specifiek stelt het Bestuur ten aanzien van de kritiek op de werkwijze van de CWI:

  1. De CWI heeft in de onderhavige zaak een voorkeur gehad betrokkenen apart te horen en heeft alle betrokkenen op de hoogte gesteld van het verhandelde tijdens het horen buiten hun aanwezigheid, waarop zij konden reageren.
  2. De langere duur is mede te wijten aan … waardoor hoorzittingen niet eerder konden plaatsvinden dan eind …, waarna geen contact meer is geweest met de onderzoekers om reden dat er niets meer te melden viel. Het is begrijpelijk dat deze periode van onzekerheid van 8 weken vervelend was voor Klagers, maar van een concrete benadeling is niet gebleken.
  3. Klagers is vanaf aanvang verteld dat het advies van de commissie en het oordeel van het Bestuur gepubliceerd zouden worden op de website van de VSNU. Over de inhoud van het (voorgenomen) persbericht is overleg geweest tussen Klagers en de woordvoerder van ….
  4. Bestuur is van oordeel dat alle kritiekpunten in de sfeer van de wetenschappelijke integriteit liggen.

Meer specifiek ten aanzien van de kritiek op het adviesrapport van de CWI stelt het Bestuur:

  1. Eerste publicatie: …: volledigheidshalve vat de CWI de bevindingen van de deskundigen samen in haar advies, zonder dat daarmee is gezegd of het de bevindingen onderschrijft. In casu onderschrijft de CWI een van de bevindingen die naar haar oordeel wel degelijk relevant is voor de integriteitsvraag.
  2. Tweede publicatie: review …: CWI is van oordeel dat defensief taalgebruik en doorklinken van persoonlijke opvattingen niet los staan van het integriteitsvraagstuk.
  3. Derde publicatie: methodologie ….: de CWI heeft volstaan met het weergeven van de bevindingen van deskundigen waarop zij een nuancering in dit geval heeft aangebracht.
  4. Vierde publicatie: …: de CWI is van mening dat de bewoordingen van Klagers wel een causaliteit weergeven, en niet slechts een correlatie.

Het Bestuur onderschrijft hiermee het advies van de CWI en ziet geen aanleiding om af te wijken van de gebruikelijke wijze van publiceren op de website van de VSNU.

3.3 Reacties over en weer

Klagers laten in reactie hierop weten dat zij – zonder enig inhoudelijk argument – niet in kunnen stemmen met de stelling van het Bestuur dat “Wat het …. bestuur betreft wordt deze zaak op gelijke wijze gepubliceerd op de website van de VSNU als alle andere zaken.” Naar het oordeel van Klagers spreekt hieruit geen enkele empathie naar de betrokken werknemers toe en de voor hen eventuele negatieve gevolgen van openbaar maken van de vermeende kritiekpunten.

Aanvullend stellen Klagers thans ook de onafhankelijkheid van de CWI ter discussie vanwege de verschillende posities die de secretaris van de CWI bekleedt, waardoor stukken van Klagers aan een andere commissie binnen de … terecht kwamen bij de CWI terwijl was aangegeven dat deze niet naar derden zouden worden gezonden.

Klagers laten ten slotte weten dat hun belangrijkste bezwaar uitgaat tegen het openbaar maken van de kritiekpunten van de adviseurs (sectie van het adviesrapport) waarvan zij de onjuistheid onderbouwd hebben in hun klachtschrift. Naar hun mening bevat het verweer van het Bestuur geen enkel (objectief) tegenargument, behalve dat zij de mening van Klagers niet delen. Ergo: de CWI heeft geen enkele aanleiding om de geopperde kritiekpunten in het adviesrapport op te nemen.

Ook lijkt het uitgebreide adviesrapport van de CWI niet op de rapportages van de CWI in de andere integriteitszaken op de VSNU website, en is het ‘schokkend’ om te vernemen dat de CWI bevindingen van deskundigen weergeeft in hun advies aan het Bestuur waar ze het niet mee eens is. Los van het feit, aldus Klagers, dat openbaarmaking haaks staat op de beloften die aan Klagers zijn gedaan.

Bestuur:

Het Bestuur laat weten dat twee procedures parallel liepen … en dat hiervoor dezelfde stukken zijn aangewend van Klagers met medeweten van Klagers, anders dan Klagers stellen. Ook is het Bestuur bewust van de impact die een klachtenprocedure heeft op de betrokken onderzoekers c.q. Klagers. De transparantie over de afhandeling van klachten vereist echter dat stukken en dus ook adviezen openbaar worden gemaakt. Ter bescherming van de betrokkene gebeurt dat in geanonimiseerde vorm. Hierover zijn afspraken gemaakt door alle universiteiten: de bedoeling is dat adviezen volledig worden gepubliceerd waarbij universiteiten die anders handelen worden aangesproken door de VSNU om conform afspraak te handelen.

Ten slotte:

Naar aanleiding van de expliciete stelling van Klagers dat aan hen een (mondelinge) belofte is gedaan dat het adviesrapport niet (volledig) zou worden gepubliceerd, heeft het LOWI ten slotte aan het Bestuur de volgende vraag voorgelegd : “Is aan Klager door de vertrouwenspersoon en/of CWI en/of Bestuur de mondelinge belofte(n) gedaan dat het advies niet openbaar zou worden gemaakt?” Deze vraag is door het Bestuur volmondig met “nee” beantwoord. Het antwoord luidt dat er steeds is aangegeven dat het advies van de CWI en het oordeel van het Bestuur na afronding van de procedure in geanonimiseerde vorm gepubliceerd zou worden op de website van de VSNU.

Klagers hebben hierop gereageerd dat hen wel uitdrukkelijk is meegedeeld dat alleen een omschrijving van de klacht en de conclusie/eindoordeel van het Bestuur openbaar gemaakt zou worden, en dat hen uitdrukkelijk is meegedeeld dat alle onderliggende stukken, inclusief het adviesrapport van de CWI als vertrouwelijke stukken zouden worden behandeld en niet openbaar gemaakt zouden worden. Aan Klagers is dit mondeling meegedeeld, aldus Klagers, dus ontbreekt schriftelijk bewijs. Klagers betreuren ten slotte dat het Bestuur nauwelijks ingaat op de inhoudelijke bezwaren van de kritiekpunten.

4. De overwegingen van het LOWI

Het LOWI is een adviesorgaan dat is opgericht op initiatief van het KNAW, NWO en VSNU.

4.1 Algemene opmerkingen

Het LOWI adviseert de bij het LOWI aangesloten instellingen (KNAW, NWO, VSNU en Stichting Sanquin) over door de besturen van voornoemde instellingen genomen (voorlopig) besluiten inzake schending van wetenschappelijke integriteit na een (ontvankelijke) klacht hierover bij het LOWI.

Het LOWI baseert zijn oordeel over schending van wetenschappelijke integriteit op – doch niet uitsluitend – de normen van wetenschappelijke integriteit die primair zijn af te leiden uit de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2004 herzien in 2012 (VSNU).

Hiernaast laat het LOWI zich ook leiden door de Notitie Wetenschappelijke Integriteit 2001 (KNAW, NWO, VSNU) en de Notitie Wetenschappelijk Onderzoek: dilemma’s en verleidingen, 2005 tweede druk (KNAW) dat een uitwerking is van de Notitie Wetenschappelijke Integriteit van 2001, alsook door internationale normen vastgelegd in Best Practices for Ensuring Scientific Integrity and Preventing Misconduct 2007 (OECD), The European Code of Conduct for Research Integrity 2010 (ESF, ALLEA) en The Singapore Statement on Research Integrity 2010.

Het gaat hier niet om nieuwe maar om bekende en reeds lang voor codificatie bestaande normen van wetenschapsbeoefening waaraan werd – en wordt – afgemeten wanneer en onder welke omstandigheden sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit. Het uitgangspunt bij de beoordeling van schending van wetenschappelijke integriteit voor het LOWI is in beginsel de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2004/2012 (hierna ook Gedragscode).

Schending van deze (inter) nationale normen leidt niet per definitie tot een schending van wetenschappelijke integriteit Sprake kan zijn van (verwijtbaar) onzorgvuldig handelen zonder dat dit resulteert in schending van wetenschappelijke integriteit.

Bij de vraag of sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit kan het LOWI gewicht toekennen aan deskundigenoordelen. Het LOWI is echter niet gebonden aan deze oordelen. Ook niet wanneer de deskundigen zich uitspreken over schending van wetenschappelijke integriteit. Uitsluitend het LOWI is bevoegd te oordelen over klachten aangaande de procedure en de inhoud van vermoede schendingen van wetenschappelijke integriteit.

Het LOWI is niet bevoegd om te oordelen over civielrechtelijke kwesties noch wetenschappelijke controversen. Bij schending van wetenschappelijke integriteit is het derhalve van belang onderscheid te maken tussen schending van wetenschappelijke integriteit enerzijds, en bekritiseerbare of slechte wetenschap anderzijds. Bij kritiseerbare en slechte wetenschap is veelal sprake van een interpretatieverschil c.q. een verschil van mening over een wetenschappelijk oordeel.

Deze dienen te worden bediscussieerd en beslecht in het daartoe geëigende forum van wetenschappelijke tijdschriften, bij voorkeur in het tijdschrift waarin het bekritiseerde artikel is verschenen. Het LOWI is noch uitgerust noch bevoegd om als arbiter op te treden in wetenschappelijke controversen.

4.2 Overwegingen van het LOWI ten aanzien van de klacht

Het LOWI heeft kennis genomen van de … berichten die het Bestuur aan het LOWI heeft toegezonden. Deze vormden de aanleiding voor het Bestuur om de CWI opdracht te geven nader onderzoek te doen naar de onafhankelijkheid en integriteit van onderzoeken waarbij Klagers betrokken waren.

Het gaat om de … berichten van … en … 2012. Uit het … bericht van … 2012 blijkt dat de KNAW openheid van zaken wil over wetenschappelijke onderzoeken bij de … die door … worden betaald.

De KNAW, zo volgt uit een … bericht van … 2013, blijkt hierover een verzoek te hebben ontvangen van staatssecretaris … van …. In het persbericht van … 2012 staat dat Klager …, die de onderzoeken begeleidt, tegenover de … heeft bevestigd dat de producent een bedrag van … euro heeft betaald om in een tijd van … jaar meerdere studies te doen. In het daaropvolgende … bericht van …2012 in wordt vermeld dat een tweede onderzoeker van …, Klager …, … aan de …, hechte banden blijkt te hebben met …. Hij zou, aldus … , aan minstens … onderzoeken over … hebben meegewerkt en tegelijkertijd wetenschappelijk adviseur zijn voor …. Op … 2012 laat … weten dat … onderzoek laat doen naar de totstandkoming van publicaties over … en besloten heeft om de CWI aan het werk te zetten, waarmee, naar het LOWI begrijpt, aan deze kwestie door … geen aandacht meer wordt besteed (mogelijk in afwachting van de resultaten van het onderzoek door de CWI).

4.2.1 Het instellen van een integriteitsonderzoek

Het bestuur van een universiteit kan en mag op eigen initiatief een onderzoek doen instellen naar mogelijke schending van wetenschappelijke integriteit van de eigen medewerkers/onderzoekers. Naar het oordeel van het LOWI heeft het Bestuur een gerechtvaardigd belang gehad om de onderhavige wetenschappelijke onderzoekingen te laten onderzoeken en beoordelen door de CWI.

Immers, niet alleen de reputatie van universitaire onderzoekers maar ook de reputatie van de … was in geding. Wetenschappelijk onderzoek in opdracht van derden dient in alle opzichten onafhankelijk van de opdrachtgever plaats te vinden en de uitkomsten van het onderzoek dienen onafhankelijk van eventuele belangen van de opdrachtgever vastgesteld en gepubliceerd te worden. (KNAW-advies Wetenschap op bestelling, 2005). Elke schijn van belangenverstrengeling dient bij onderzoek in opdracht te worden voorkomen, waarbij volledige transparantie van het verrichte onderzoek dient te worden verzekerd.

Het LOWI constateert dan ook dat in deze zaak meer belangen aan de orde waren dan slechts het belang van Klagers. De CWI is dan op zich de geëigende commissie om onderzoek te doen naar de integriteitsvraag c.q. de vraag in hoeverre door de desbetreffende onderzoekers onafhankelijk en integer onderzoek is verricht.

Het Bestuur heeft derhalve naar het oordeel van het LOWI zorgvuldig gehandeld – in eigen belang alsook in het belang van onderzoekers – door omgaand een zelfstandig en onafhankelijk onderzoek in te stellen via de CWI naar de zogeheten integriteitsvraag van de desbetreffende onderzoeken.

4.2.2 Duur van de procedure

Bij het volgen van een procedure bij de onderhavige kwestie heeft het Bestuur aangehaakt bij de bestaande Klachtenregeling WI. Het LOWI is van oordeel dat de belangen van Klagers niet zijn geschaad door deze aansluiting bij de Klachtenregeling, ook niet waar de CWI heeft besloten om onderzoekers apart te horen daar allen in de gelegenheid zijn geweest om te reageren op het verhandelde in de andere hoorzittingen.

De relatief lange duur van het onderzoek van de CWI is te rechtvaardigen, waar het gaat om een complexe en persgevoelige zaak, waarbij tevens aparte oordelen van deskundigen moesten worden gevraagd en afgewacht. De duur van het onderzoek heeft de belangen van Klagers niet geschaad en leidt niet tot gegrond verklaring van hun klacht op dit punt.

4.2.3 Openbaarmaking van het CWI-advies

De kern van de klacht ligt naar het oordeel van het LOWI – door Klagers bevestigd in hun reactie van … 2013 aan het LOWI – met name in het feit dat het Bestuur voornemens is conform het beleid van de VSNU om zijn besluit en het (volledige) CWI-advies te publiceren op de VSNU website. Onderzoekers vrezen voor (meer) reputatieschade vanwege de aandacht van de pers voor met name de kritiekpunten in het advies van de CWI. Klagers verzoeken om die reden aan het LOWI het Bestuur te adviseren om te volstaan met een geanonimiseerde formulering van de klacht en het eindoordeel van het Bestuur.

Een onafhankelijk onderzoek impliceert dat derden ook kennis kunnen nemen van de bevindingen van deskundigen, ongeacht of de CWI deze al dan niet volgt. Voor zover de CWI deze bevindingen aanwendt ter onderbouwing van haar standpunt, dient zij die te vermelden. Dit laat onverlet dat het de CWI vrij staat om in het kader van een objectief onafhankelijk onderzoek de kritiekpunten van de deskundigen in haar advies op te nemen.

Het gaat hier om een zaak waarbij het Bestuur is geconfronteerd door … enerzijds, en een verzoek van hogerhand anderzijds om onderzoek te doen naar de onafhankelijkheid en integriteit van onderzoekers die bij … in dienst zijn vanwege een ogenschijnlijke belangenverstrengeling. Het hogere belang dat het Bestuur in deze dient en geacht wordt te dienen is het vertrouwen in de wetenschap.

Dit vertrouwen wordt gediend door transparantie: het is daarom dat universiteiten conform het (nieuwe) beleid van de VSNU in wetenschappelijke integriteitsonderzoeken besluiten en onderliggende adviezen die de vraag naar de wetenschappelijke integriteit raken openbaar moeten maken, waarbij de belangen van de betrokkenen worden bewaakt door openbaarmaking in geanonimiseerde vorm (lees: niet in verkorte vorm) voor te schrijven. De klacht van Klagers tegen de gehele openbaarmaking van het advies is ongegrond.

4.2.4 De relevantie van vermelding van door deskundigen geuite kritiekpunten

De klacht van Klagers tegen de gehele openbaarmaking van het advies van de CWI berust tevens op de stelling van Klagers dat het Bestuur geen empathie toont voor de onderzoekers door het openbaar maken van de kritiekpunten, die in de deskundigenrapporten worden vermeld.

Tevens zijn Klagers van mening dat de vermelding van deze kritiekpunten van deskundigen niet relevant is voor de hoofdconclusie van het onderzoek door CWI dat geen sprake is geweest van schending van wetenschappelijke integriteit. Klagers vrezen voor mogelijke reputatieschade bij openbaarmaking en vermelding van de kritiekpunten van deskundigen en verzoeken het LOWI om de kritiekpunten ongegrond te verklaren: “ De ongegronde kritiekpunten brengen onterecht schade toe aan de reputatie en wetenschappelijke integriteit van de onderzoekers” ( zie Klacht van … 2013, blz …, onder). Bovendien zijn Klagers van mening dat deze kritiekpunten op hun onderzoeken niet juist zijn (zie hierboven paragraaf 3.1).

Nu in het onderhavige geval sprake was van mogelijke belangenverstrengeling bij wetenschappelijk onderzoek in opdracht van derden diende het Bestuur zich ervan te vergewissen dat dit wetenschappelijke onderzoek 1) volledig in onafhankelijkheid heeft plaatsgevonden, 2) de kwaliteit van het onderzoek aan minimale normen van wetenschap voldeed en 3) de uitkomsten van het onderzoek niet beïnvloed zijn door de eventuele belangen van de opdrachtgever.

De integriteitsvraag diende, naar het oordeel van het LOWI, dus mede in te houden de vraag naar de kwaliteit en de uitkomsten van het onderhavige onderzoek (bijvoorbeeld de causaliteit tussen onderzochte verschijnselen).

In dit kader is advies gevraagd aan deskundigen die hun oordeel over de kwaliteit en de uitkomsten van het onderzoek hebben gegeven en opgeschreven. Dat hierbij kritische opmerkingen zijn gemaakt over het onderzoek en de uitkomsten ervan is onvermijdelijk. Het plaatsen van kritische kanttekeningen bij het onderzoek van anderen, bijvoorbeeld bij reviews of in deskundigenoordelen is even gebruikelijk als noodzakelijk. Kritiek hoort bij de wetenschap en geen enkel wetenschappelijk onderzoek en/of artikel is gevrijwaard van wetenschappelijke kritiek. Al of niet juistheid van dergelijke kritiek dient in het wetenschappelijk forum aan de orde te komen en aldaar te worden bediscussieerd.

Nu de integriteitsvraag (mogelijke belangenverstrengeling) in het onderhavige geval verweven is met de vraag naar minimale kwaliteit en uitkomsten van het onderzoek wordt vermelding van deze deskundigenoordelen, inclusief de kritiekpunten, een noodzakelijk onderdeel van het advies van de CWI. Deze kritiekpunten doen niets af aan het eindoordeel van de CWI dat het wetenschappelijk onderzoek voldoet aan gestelde kwaliteitseisen en dat geen sprake is geweest van schending van wetenschappelijke integriteit.

Het LOWI volgt niet de redenering van Klagers dat het openbaar maken van de ongegronde kritiekpunten onterecht schade toebrengt aan “de reputatie en wetenschappelijke integriteit van de onderzoekers”. Immers in de procedure is komen vast te staan dat de wetenschappelijke integriteit van de onderzoekers niet in het geding is. Voorts behoort het tot de normale discussie in en tot de vereiste transparantie van de wetenschap dat kritiek op onderdelen van wetenschappelijke artikelen worden geopenbaard.

Het LOWI is bedoeld noch uitgerust om te fungeren als arbiter in wetenschappelijke geschilpunten. Het LOWI acht zich derhalve niet de juiste instantie om te treden in de (on)juistheid van wetenschappelijke kritiekpunten van deskundigen en de vraag of de CWI deze al dan niet terecht onderschrijft. Het LOWI kan daarom ook niet – zoals Klagers verzoeken – het Bestuur adviseren om in het belang van Klagers een verkorte versie van het CWI-advies te publiceren om reden dat de kritiekpunten de integriteitsvraag niet zouden raken.

5 Het oordeel en het advies van het LOWI

5.1 Het LOWI oordeelt de klachten van Klagers van … 2013 omtrent de werkwijze van de CWI ongegrond. Het LOWI is voorts bedoeld noch uitgerust om te fungeren als arbiter in wetenschappelijke geschillen en is derhalve ook niet gemachtigd om wetenschappelijke kritiekpunten van deskundigen ongegrond te verklaren noch om een verzoek hieromtrent in te willigen.

5.2 Het LOWI adviseert het Bestuur zijn aanvankelijk oordeel te bevestigen en over te gaan tot openbaarmaking van dit besluit en het onderliggende volledig advies van de CWI.

Namens het LOWI,

Prof. dr. Mr. C.J.M. Schuyt, Voorzitter

Mr. dr. E.G. van Arkel, Secretaris

Indien Klager van mening is dat de behandeling door het LOWI niet naar behoren is geschied, kan Klager zich, na het nemen van het definitieve besluit van het Bestuur, op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht richten tot de Nationale Ombudsman.