Categorieën
Besluit

Besluit 2012-01

Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit

Besluit van 11 juni 2012 van het LOWI inzake de klacht van … van … 2011 tegen het besluit van het College van Bestuur … van … 2011

Op … 2011 heeft …, hierna te noemen Klager, een klacht ingediend bij het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (hierna het LOWI). … klacht is gericht tegen het besluit van het College van Bestuur … van … 2011. Hierin verklaart het CvB … de klacht van Klager van … 2011 inzake vermeende schending van de wetenschappelijke integriteit door Prof. …, Prof. … en wijlen Prof. … niet-ontvankelijk.

Het CvB … volgt het advies van de Commissie (…) van de … van … 2011. Klager heeft nadien op verzoek van het LOWI bij brieven van … 2012 nog een afschrift van het besluit van het CvB … d.d. … 2011 respectievelijk een afschrift van het advies van de Commissie (…) van … aan het LOWI gezonden.

De klachten jegens beklaagden Prof. …, Prof. … en wijlen Prof. …zijn conform het LOWI-reglement tijdig, te weten binnen een jaar na het Besluit van de Instelling, ingediend. De klachten komen derhalve voor behandeling in aanmerking. Een uitzondering vormt de klacht jegens …. De laatste is overleden. Het LOWI heeft bij brief van … 2012 aan Klager derhalve laten weten dat de klacht jegens … niet-ontvankelijk is en slechts zijn klachten jegens … en … bij het LOWI voor behandeling in aanmerking komen en in die zin ontvankelijk zijn.

In een voorgesprek op … 2012, waarbij Klager zich heeft laten vergezellen door … en …, heeft de Voorzitter de procedure nader toegelicht. Daarbij is aangegeven dat het LOWI behoefte had aan een voorgesprek alvorens zich te buigen over de vraag naar de ontvankelijkheid van de klachten jegens … en … op grond waarvan al dan niet een hoorzitting zou kunnen plaats hebben.

Van dit gesprek met Klager en beide genodigden is een verslag gemaakt dat door Klager bij e-mail van … 2012 van suggesties en opmerkingen is voorzien. Deze suggesties en opmerkingen zijn in aanmerking genomen in het definitieve gespreksverslag. Het definitieve gespreksverslag en de e-mail d.d. … 2012 met bijlagen zijn alle in het dossier opgenomen. Conform het LOWI-reglement heeft het LOWI daarop getoetst of de Instelling de klacht formeel en materieel correct heeft afgehandeld.

Formele afhandeling

De klacht van Klager van … 2012 is conform de Klachtenregeling van de … correct afgewikkeld. Het CvB … heeft binnen … weken na het advies d.d. … 2011, te weten op … 2011 Klager bericht naar aanleiding van zijn klacht. Het feit dat de Commissie (…) niet binnen 5 werkdagen na ontvangst van de klacht heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid is verontschuldigbaar daar de Commissie (…) eerst een nader gesprek heeft willen hebben met Klager(s) en advies heeft willen inwinnen bij het LOWI gezien de complexiteit van de onderhavige klacht. Anders dan Klager vooronderstelt, heeft dit niet tot gevolg dat de klacht ontvankelijk is of zou moeten zijn.

Het advies van de Commissie (…)

In zijn advies van … 2011 verklaart …, Voorzitter van de Commissie (…) , de klacht van Klager van … 2011 niet-ontvankelijk. Hij verwijst voor een nadere onderbouwing naar de brieven van … 2011 die hij aan Klager(s) heeft gezonden.

Het LOWI volgt de Commissie (…) niet in haar redenering waar … refereert aan artikel 9:8 lid 1 sub b van de Algemene wet Bestuursrecht (Awb) als reden om de klacht van Klager(s) niet te behandelen ‘omdat de klacht betrekking heeft op een gedraging die langer dan één jaar vóór indiening van de klacht heeft plaatsgevonden’. In dat geval, zo luidt de redenering in het advies van …, heeft het CvB … een discretionaire bevoegdheid om de klacht al dan niet in behandeling te nemen.

Het is weliswaar juist dat ook bij de behandeling van klachten over schending wetenschappelijke integriteit redelijke verjaringstermijnen hebben te gelden uit oogpunt van rechtsbescherming van potentieel beklaagden. Echter, het ligt in de aard van schendingen van wetenschappelijke integriteit dat deze zich pas vele jaren later kunnen openbaren c.q. dat zij pas vele jaren later ontdekt worden. Een verjaringstermijn van één jaar kan reeds om die reden niet per definitie worden gehanteerd bij schendingen van wetenschappelijke integriteit

Een beroep op artikel 9:8 lid 1 sub b Awb kan daarom – althans zonder nadere motivering – geen opgeld doen bij schendingen van wetenschappelijke integriteit. Het feit dat de onderhavige klacht betrekking heeft op een vermeende schending van wetenschappelijke integriteit in of vanaf 1991 leidt dan ook niet per definitie tot de conclusie dat deze niet-ontvankelijk is op grond van artikel 9:8 lid 1 sub b Awb. Evenzo laat het feit dat diverse juridische procedures zijn gevoerd over aspecten die de onderhavige klacht raken, onverlet dat los van deze aspecten sprake zou kunnen zijn van een schending van wetenschappelijke integriteit van de zijde van beklaagden.

Naar het oordeel van het LOWI dient bij een klacht over schending van wetenschappelijke integriteit de verjaringstermijn per geval bezien te worden en dient per geval de vraag beantwoord te worden of de handelingen waarop de klacht betrekking heeft te lang in het verleden hebben plaatsgevonden en of daarmee – mede in relatie tot de ernst van de schending – een redelijke termijn is overschreden. In beginsel geldt hier een termijn van vijf tot maximaal tien jaar. Tevens dient dan in aanmerking genomen te worden of sprake is van verontschuldigbare termijnoverschrijdingen bij het indienen van een klacht.

Gronden voor niet-ontvankelijkheid

In zijn besluit van … 2011 neemt het CvB … het advies van de Commissie (…) over met de mededeling dat de klacht niet-ontvankelijk is op de gronden dat de redelijke termijn voor het indienen van de klacht is overschreden, en omdat er sinds 1991 over de kwestie al diverse juridische procedures zijn gevoerd. Het LOWI volgt de gronden waarop het besluit is gebaseerd niet. Niettemin is ook het LOWI van oordeel dat Klager niet-ontvankelijk is in zijn klachten jegens …, … en …, echter op andere gronden dan het CvB … d.d. … 2011.

Ten aanzien van … volstaat het LOWI met een verwijzing naar zijn eerdere opmerkingen ten aanzien van … en zijn brief aan Klager d.d. … 2012. Ten aanzien van de klachten jegens … en … merkt het LOWI het volgende op.

Het LOWI heeft op basis van zelf-binding van de KNAW, NWO, VSNU tot taak het Bestuur van een (van deze) Instelling(en) te adviseren over – door deze Instelling behandelde – klachten over schending van wetenschappelijke integriteit van één of meer van bij haar in dienst (geweest) zijnde medewerkers.

De competentie van het LOWI is beperkt tot het adviseren over schending van wetenschappelijke integriteit waarbij het LOWI zich primair de vraag stelt of de medewerk(st)er integer heeft gehandeld als wetenschapsbeoefenaar c.q. als deskundige integer heeft gehandeld op het specifieke wetenschapsgebied waarvoor hij of zij is of was aangesteld door de Instelling.

Centraal daarbij staat in beginsel het wetenschappelijk onderzoek van de (ex) medewerk(st)er en de vraag of hij of zij de wetenschappelijke integriteit heeft geschonden voorafgaande aan de daadwerkelijke uitvoering van het onderzoek – bij het verwerven van subsidies of onderzoekopdrachten, of bij het opstellen van onderzoekplannen -, tijdens de uitvoering van onderzoek of bij de presentatie of publicatie van resultaten van onderzoek.

Partijen blijven daarbij vrij om in geval van een conflict met een medewerk(st)er van een Instelling zich tot een rechter te wenden. Het LOWI is om die reden niet bevoegd zich in bestuurs-, strafrechtelijke-, en civielrechtelijke aangelegenheden te mengen, noch competent hierover te adviseren. Voorzover de klachten jegens … en …. betrekking hebben op de civielrechtelijke procedure is het LOWI derhalve niet bevoegd.

De inhoud van de klacht

De klacht d.d. … 2012 jegens … en … betreft, aldus Klager: ‘Onjuiste interpretatie van ondeugdelijke meetgegevens door personen die daarbij gebruik maakten en maken van de sociale status van hoogleraar’. Naar het LOWI uit de stukken in het dossier heeft opgemaakt en uit het voorgesprek heeft begrepen, gaat het bij de klacht:

(a) jegens … om een onjuiste interpretatie van ondeugdelijk verkregen meetgegevens door een niet erkend lab (…);

(b) jegens … om het op ondeugdelijke wijze dichten van een hiaat in een …reglement van de … vereniging (hierna ook …)

(c ) jegens beiden om het publiekelijk uiten van voornoemde onjuiste interpretatie, die overeenkomstig is geuit door het bestuur van het … (mede in strijd met het bindend advies);

(d) jegens … dat niet gereageerd is op een e-mail verzoek van … in …. 2011 om publiekelijk afstand te nemen van voornoemde uitingen.

Het LOWI stelt voorop dat het zeer goed mogelijk is dat Klager als internationaal …expert de set meetgegevens van het … monster van …. zowel in 1991 (als bindend adviseur in opdracht van …. en … van …. n.a.v. een kort geding vonnis van … dd. … 1991) en in 1992 (in opdracht van ….) juist heeft geïnterpreteerd . Uit de stukken blijkt het LOWI vervolgens dat … nadien duidelijk is geworden dat wat hij in 1992 beoordeelde in opdracht van … meetgegevens betrof uit 1991.

Het ligt dan echter op de weg van Klager bij het kunnen weten en/of kunnen vaststellen van een vermeende schending van wetenschappelijke integriteit door …. en …. voortvarend te handelen, althans daarmee niet te wachten tot 2011. Het feit dat er in 1992 nog geen procedures bekend waren om schendingen van wetenschappelijke integriteit aan te klagen, kan als verontschuldiging worden aangevoerd.

Echter, uit het voorgesprek is duidelijk geworden dat Klager in 2007 (meer expliciet: bij brief van … 2007) op de hoogte was gekomen van het feit dat de meetgegevens van het … monster uit 1992 betrekking hadden op ….. Vanaf het moment dat Klager daarvan op de hoogte was, zou Klager, nu in 2007 de procedures bij schending van integriteit wel bestonden en ruim bekend waren, alsnog een klacht bij het CvB …. hebben kunnen indienen.

Dat Klager ook toen verzuimd heeft dit te doen, maakt, naar het oordeel van het LOWI, dat in dit geval sprake is van een niet verontschuldigbare termijnoverschrijding bij het indien van een klacht.

Naast de vraag of de termijnoverschrijding in dit geval verontschuldigbaar is, is voor de niet-ontvankelijkheid bij de onderhavige klacht tevens van belang geweest dat het gaat om handelen van bestuursleden van … verenigingen zijnde hoogleraren anders dan op het wetenschapsgebied waarvoor zij door de Instelling zijn aangesteld. … was bestuurslid van … en …. was bestuurslid van …. tevens Voorzitter van … waar het …. onderzoek van …. plaats had.

Beiden handelden bij het … onderzoek voorts in opdracht van …. en handelden noch … noch … als … onderzoeksleider namens de Instelling(en) door wie zij als hoogleraar waren aangesteld. Zoals Klager zelf stelt in zijn klacht van …. 2011 op pagina …: ‘De drie professoren handelden in opdracht van/namens ….’ Het gaat bij het kwestieuze handelen door … en …. dan ook om bestuursdaden. Het in de klacht vermelde onderzoek bij … werd voorts verricht door een niet erkend laboratorium, niet door … noch door ….

Hier doet niet aan af dat … en … door het bestuur van de … vereniging(en)gevraagd zijn vanwege hun wetenschappelijke positie en mogelijke raakvlakken met hun expertise en affiniteit met ….. Zij handelden niet uit hoofde van hun eigen wetenschapsbeoefening en oefenden hun nevenfuncties in opdracht van … uit, … als bestuurslid, … als … onderzoeksleider, op persoonlijke titel uit, daarbij terecht of onterecht al dan niet gebruik makend van hun status als professor. Zij zijn dan ook bij de … vereniging(en) als bestuursleden betrokken (geweest) en niet als wetenschapsbeoefenaars.

De klacht jegens …, dat hij gaten heeft gedicht in het … reglement van … , heeft betrekking op privaatrechtelijk handelen als bestuurslid van een vereniging en staat los van de vraag of sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit.

Het gaat met andere woorden bij het handelen van … en … in opdracht van de …. vereniging(en) niet om activiteiten in het kader van hun eigen wetenschapsbeoefening maar om particuliere activiteiten die slechts in een civiele procedure beoordeeld kunnen worden.

Ten overvloede merkt het LOWI op dat wanneer … en … als hoogleraren op hun wetenschapsgebied hun eventueel onjuiste interpretaties publiek hebben geventileerd, ook dit geen schending van wetenschappelijke integriteit oplevert. Het gaat dan om verschillen in inzicht aangaande interpretatie die onderwerp kunnen of moeten zijn van wetenschappelijk debat.

Hier voegt het LOWI aan toe dat in het voorgesprek duidelijk is geworden dat van de twee unieke … monsters van …. slechts nog één … monster behouden is gebleven. Hierdoor zal het geschil niet anders dan betrekking kunnen hebben op een verschil van inzicht over de interpretatie van meetgegevens.

Het LOWI bevestigt derhalve het besluit van het CvB … d.d. …. 2011 met verbetering van de grondslag waarop dat berust in hierboven genoemde zin.

Een afschrift van dit besluit wordt per gelijke datum aan het CvB …. gezonden alsook aan …. en …..

Namens het LOWI,

Prof. dr. mr. C.J.M. Schuyt, voorzitter

Mr. dr. E.G. van Arkel, secretaris

11 juni 2012