Categorieën
Advies

Advies 2024-20

Klacht over factsheet RIVM. Normen uit de gedragscode zijn slechts van toepassing voor zover dat in redelijkheid kan worden verlangd. Factsheet is niet onzorgvuldig geformuleerd.

naar aanleiding van het verzoek van:

1. [Verzoeker]

over het aanvankelijk oordeel van

2. de Directeur Generaal van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Procesverloop

Op 29 april 2024 heeft [Verzoeker] een klacht ingediend bij de Commissie van Toezicht van het RIVM over schending van de wetenschappelijke integriteit door (medewerkers van) het RIVM.

Hierna is conform de op dat moment geldende Klachtenregeling en Vertrouwenspersoon Wetenschappelijke Integriteit RIVM 2019 een Klachtencommissie Wetenschappelijke Integriteit (hierna: de KWI) samengesteld.

Op 6 mei 2024 heeft de KWI de directeur-generaal van het RIVM (hierna: de DG) geadviseerd om de klacht niet verder in behandeling te nemen.

Op 13 mei 2024 heeft de DG in zijn aanvankelijk oordeel dit advies overgenomen.

Op 20 juni 2024 heeft Verzoeker het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (hierna: LOWI) verzocht om advies uit te brengen over het aanvankelijk oordeel.

Op 1 juli 2024 heeft het LOWI aan Verzoeker en de DG laten weten dat het verzoek voor behandeling in aanmerking komt.

Op 29 juli 2024 dient de DG zijn verweerschrift in.

Op 18 augustus reageert Verzoeker op het verweer van de DG.

Op 30 augustus 2024 heeft de DG het LOWI laten weten geen gebruik te maken van de mogelijkheid om een laatste reactie te geven.

Het LOWI heeft vervolgens besloten dat het zich op basis van de schriftelijke uitwisseling van standpunten voldoende geïnformeerd acht en dat het de zaak op de stukken zal afhandelen.

Partijen zijn van dit besluit om geen hoorzitting te houden op de hoogte gebracht.

Overwegingen

Inleiding

1. Deze zaak betreft een factsheet van het RIVM van november 2023 met de titel “Een betere gezondheid door schone lucht, Effect van houtstook op luchtkwaliteit en gezondheid”.

2. Over deze factsheet is veelvuldig gecorrespondeerd tussen Verzoeker […] en het RIVM. Ook heeft een gesprek plaatsgevonden, waarbij tevens [een branchevereniging] aanwezig was. Partijen zijn het echter niet eens kunnen worden. 

Klacht

3. Verzoeker stelt dat het RIVM niet handelt naar zijn Gedragscode Wetenschapsbeoefening RIVM door een factsheet te publiceren die onvolledige, onjuiste en daarmee misleidende informatie bevat waardoor beleidsmakers op basis van verkeerde informatie keuzes en maatschappelijke kosten maken:

  • De factsheet is volgens Verzoeker onvolledig omdat niet is vermeld dat ten opzichte van stoken in een open haard zeer grote gezondheidswinst is te halen door goed te stoken, met goed brandhout en in goede houtkachels. Ook is niet vermeld dat de hoeveelheid fijnstof zonder rekening te houden met de bron, de variatie (in gebruik) binnen de bron en de samenstelling (chemische reactiviteit), weinig zegt over de gezondheidsrisico’s van fijnstof.
  • De factsheet is naar zijn mening onjuist omdat die is gebaseerd op de gegevens uit emissieregistratie.nl waarin een TNO-datamodel wordt gebruikt dat verouderd is en (te) grote onzekerheidsmarges kent.
  • Hij acht de factsheet misleidend omdat beleidsmakers die onvoldoende expertise hebben om de onderliggende data te analyseren, een verkeerd beeld krijgen van de gezondheidsrisico’s van houtstook en de factsheet verkeerd interpreteren, terwijl het RIVM geen moeite doet om in de maatschappij ontstane misinterpretaties van de cijfers te corrigeren.

KWI-advies

4. De KWI komt tot de conclusie dat de klacht niet tot het oordeel kan leiden dat het handelen van betrokkenen een schending van de wetenschappelijke integriteit behelst. Daarom is van (verdere) behandeling afgezien.
De KWI overweegt daarbij dat in diverse gesprekken en uitgebreide correspondentie door het RIVM serieus is gepoogd de vele vragen en opmerkingen van klager te beantwoorden. De meningsverschillen zijn daarbij niet weggenomen, maar er is niet gebleken dat door het RIVM ongewenste resultaten heimelijk zijn verworpen, resultaten opzettelijk verkeerd zijn geïnterpreteerd, of anderszins de wetenschappelijke integriteit is geschonden. Daarbij moet in aanmerking worden genomen dat een factsheet een populairwetenschappelijke uiting is waaraan andere eisen worden gesteld dan aan andere vormen van wetenschappelijke verslaglegging. Een factsheet dient beknopt en begrijpelijk te zijn voor het algemene publiek en kan niet aan alle facetten van de problematiek aandacht besteden.

Aanvankelijk oordeel

5. De DG sluit zich aan bij de conclusie van de KWI. Van een inbreuk op de wetenschappelijke integriteit is volgens de DG geen sprake.

Verzoek aan LOWI 

6. Verzoeker vraagt het LOWI om advies te geven over de afwijzing van de klacht. Hij is het niet eens met het aanvankelijk oordeel, omdat overheidsinstanties en GGD de factsheet wel degelijk zien als een stuk gebaseerd op feiten, dat wel alle essentiële informatie over houtstook beschrijft. Het stuk is volgens Verzoeker ook niet begrijpelijk geschreven, aangezien er door beleidsmedewerkers, de media en zelfs de Staatssecretaris onjuiste conclusies worden getrokken. Het RIVM weigert deze verkeerde conclusies te corrigeren.

Standpunt DG

7. In het verweerschrift van de DG wordt allereerst een toelichting gegeven op het proces van communicatie met Verzoeker. Na uitgebreide correspondentie, waarbij antwoorden op zijn vragen weer tot vervolgvragen leidden, heeft op 13 november 2023 een gesprek plaatsgevonden waarbij ook de branchevereniging aanwezig was. De na het gesprek resterende vragen zijn schriftelijk uitgebreid beantwoord. Zoals afgesproken in het gesprek is die notitie niet aan Verzoeker, maar aan de branchevereniging gestuurd. In de notitie wordt onder andere uitgelegd hoe de berekeningen van de emissieregistratie (die aan de basis liggen van de factsheet) tot stand zijn gekomen.

8. In reactie op de stelling van Verzoeker dat de hoeveelheid fijnstof zonder rekening te houden met de bron, de variatie (in gebruik) binnen de bron en de samenstelling (chemische reactiviteit), weinig zegt over de gezondheidsrisico’s van fijnstof verwijst de DG naar het vele onderzoek dat is gedaan naar de relatie tussen fijnstof en gezondheid waarbij er geen onderscheid wordt gemaakt op deze factoren. Ook de Gezondheidsraad en WHO onderschrijven de wetenschappelijke consensus dat er een algemene relatie is tussen blootstelling aan fijnstof en gezondheid. De verschillende kenmerken van fijnstof kunnen relevant zijn voor de gezondheidseffecten ervan, maar de deeltjesgrootte wordt door de WHO nog steeds gezien als een goede schatter voor het bepalen van de gezondheidseffecten.

9. Verzoeker had gevraagd om apart in kaart te brengen wat het effect zou zijn van het vervangen van open haarden en conventionele kachels door goede ecodesign kachels met katalysator. De DG stelt in reactie hierop dat scenario’s van wat er in de toekomst zou kunnen gebeuren niet relevant zijn voor deze factsheet, die immers beoogt om op basis van de emissieregistratie de meest actuele informatie over de huidige situatie te geven.

Reactie Verzoeker

10. Verzoeker reageert teleurgesteld op het verweer van de DG, omdat niet wordt ingegaan op de vragen die hij had gesteld. Hij vindt dat de DG zich verschuilt achter het standpunt van de WHO, terwijl hij weet dat TNO eind 2022 heeft gesteld dat de samenstelling van fijnstof een grote invloed heeft op de gezondheid en dat het huidige model – dat gebaseerd is op hoeveelheid en afmeting – niet meer toereikend is. De onderliggende data is dusdanig onzeker dat het model niet gebruikt zou mogen worden.

11. Verzoeker heeft kritiek op de manier waarop condenseerbaar fijnstof soms wel en soms niet wordt meegeteld in de berekeningen.

12. Verder heeft hij bezwaar tegen de stelling van de DG dat het inherent is aan statistieken dat veralgemeniseerd wordt. Dat zou volgens Verzoeker niet mogen als er grote verschillen in data mogelijk zijn (bv vuurkorf versus goed gestookte open haard). Volgens Verzoeker is in de factsheet naar de gewenste uitkomst toegeschreven (“Houtstook is slecht!”). Hij acht het doel van een factsheet (basis voor besluitvorming door beleidsmakers) niet verenigbaar met het karakter dat een factsheet volgens de DG heeft (populairwetenschappelijke uiting).

Laatste reactie DG

13. De DG heeft het LOWI laten weten geen gebruik te maken van de mogelijkheid om een laatste reactie te geven.

Beoordeling LOWI

Toetsingskader

14. Het LOWI toetst of het aanvankelijk oordeel voldoet aan de daaraan uit het oogpunt van zorgvuldige klachtbehandeling te stellen eisen en of het oordeel in overeenstemming is met de normen voor wetenschappelijke integriteit (zie artikel 14, eerste lid, Reglement LOWI 2022).

15. Het LOWI constateert dat deze zaak door het RIVM is behandeld conform de op dat moment geldende Klachtenregeling en Vertrouwenspersoon Wetenschappelijke Integriteit RIVM 2019. Naar aanleiding van de in LOWI-advies 2024-10 geconstateerde procedurele tekortkomingen (zo wordt er bijvoorbeeld onvoldoende onderscheid gemaakt tussen de taak van de vertrouwenspersoon en de taak van de KWI) is deze regeling inmiddels aangepast naar het model van Universiteiten van Nederland. Daarom – en omdat Verzoeker hier zelf niet over klaagt – ziet het LOWI in dit geval, anders dan in LOWI-advies 2024-10, geen aanleiding om af te zien van een inhoudelijke beoordeling van het Verzoek.

16. Het LOWI constateert verder dat Verzoeker in zijn klacht niet aangeeft tegen welke personen de klacht is gericht. Wel is er veel wetenschappelijk-inhoudelijke communicatie geweest tussen Verzoeker en de auteurs van de factsheet. Aangenomen mag worden dat Verzoeker deze personen op het oog had bij het indienen van zijn klacht. Dat Verzoeker deze personen niet in zijn klacht heeft genoemd staat, in de gegeven omstandigheden niet aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek in de weg.

Uitbreiding klacht

17. In het verzoek aan het LOWI heeft Verzoeker zijn oorspronkelijke klacht uitgebreid met klachten over de data van emissieregistratie.nl. Zoals het LOWI eerder heeft overwogen, bijvoorbeeld in LOWI-advies 2024-03 (overweging 26), is uitbreiding van de klacht in deze fase van de procedure waarin het LOWI advies wordt gevraagd over het aanvankelijk oordeel van de DG niet toegestaan. Het LOWI zal zijn advies daarom beperken tot punten die betrekking hebben op de factsheet.

Karakter factsheet

18. Verzoeker stelt dat een factsheet alle relevante informatie over een onderwerp dient te beschrijven, omdat die anders niet kan dienen als basis voor het afwegen van maatregelen door beleidsmakers. Een factsheet dient daarom volgens hem te voldoen aan de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit.
De DG stelt in een brief waarin diverse vragen van Verzoeker worden beantwoord, dat een factsheet tot doel heeft op een bepaald vraagstuk op hoofdlijnen de meest recente (inter)nationale wetenschappelijke kennis samen te brengen en over te dragen. In het advies van de KWI, dat door de DG is overgenomen, wordt gesteld dat een factsheet om zijn doel van informeren van het algemene publiek te bereiken, beknopt en begrijpelijk dient te zijn, waarbij nu eenmaal niet aan alle facetten van de problematiek aandacht kan worden geschonken. Een factsheet is volgens de KWI/de DG een populairwetenschappelijke uiting, waaraan andere eisen worden gesteld dan aan andere vormen van verslaglegging over wetenschappelijk onderzoek.

19. Het LOWI is met de KWI van oordeel dat een factsheet een ander karakter heeft dan bijvoorbeeld een wetenschappelijk artikel waarin verslag wordt gedaan van een specifiek wetenschappelijk onderzoek. Een factsheet geeft een korte samenvatting van meerdere onderzoeken over een bepaald onderwerp. Het is een breed wetenschappelijk product, waarbij in het algemeen geen peer review plaatsvindt. In geval van een factsheet mag worden verwacht dat de vermelde informatie is verkregen door middel van uitgebreid onderzoek en met bronvermelding. Het is echter, gelet op het doel van een factsheet, niet nodig en niet mogelijk om alle specifieke details van de dataverzameling te vermelden. In een factsheet kan daarom geen zeer gedetailleerde informatie verwacht worden. Dat geldt ook voor de factsheets die het RIVM in het kader van zijn wettelijke en bestuurlijke taak naar buiten brengt en die als basis dienen voor beleid. Naar de mening van het LOWI zijn voor een factsheet de principes en normen van de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit (verder: NGWI) slechts van toepassing voor zover dat in redelijkheid kan worden verlangd (zoals ook voor populairwetenschappelijke uitingen, onderwijsmateriaal en adviezen van onderzoekers geldt). Daarbij wordt, afhankelijk van de aard van de wetenschappelijke uiting, minder strikt omgegaan met wetenschappelijke eisen dan bij reguliere wetenschappelijke publicaties.

Normschending?

20. Verzoeker geeft niet aan welke norm of normen uit de NGWI in dit geval geschonden zouden zijn. Daarom is het LOWI uitgegaan van de algemene zorgvuldigheidsnorm: een factsheet moet zorgvuldig zijn geformuleerd. Gezien wat Verzoeker heeft aangevoerd zou specifiek norm 53 van de NGWI ook van toepassing kunnen zijn: Wees eerlijk in publieke communicatie en helder over de beperkingen van het onderzoek en van de eigen expertise. Communiceer pas over onderzoeksresultaten aan het algemene publiek als er voldoende zekerheid over de resultaten bestaat.
Op basis van de stukken en gelet op het feit dat een factsheet op een andere manier en minder strikt moet worden beoordeeld dan bijvoorbeeld een wetenschappelijk artikel, komt het LOWI tot de conclusie dat niet is gebleken dat niet aan de algemene zorgvuldigheidsnorm of aan norm 53 van de NGWI is voldaan. Verzoeker heeft kritiek op de wetenschappelijke kwaliteit van de factsheet en partijen verschillen van inzicht over de vraag in hoeverre een factsheet gedetailleerd en genuanceerd moet of kan zijn. Voor zover het gaat om een inhoudelijk-wetenschappelijk debat is een klachtenprocedure over wetenschappelijke integriteit echter niet het juiste middel. Dat debat moet worden gevoerd op andere wijzen, zoals ook in dit geval is gebeurd door de correspondentie tussen Verzoeker en het RIVM. Gegeven het doel en de beperkingen van een factsheet is het LOWI van oordeel dat het RIVM voor de gehanteerde mate van detaillering en nuancering heeft kunnen kiezen.

Conclusie

21. Gelet op het voorgaande is het verzoek in inhoudelijk opzicht ongegrond. Het LOWI zal de DG daarom adviseren de klacht definitief ongegrond te oordelen, in plaats van de klacht niet verder in behandeling te nemen.

ADVIES

Het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit

I.  verklaart het verzoek ongegrond;

II. adviseert de directeur-generaal van het RIVM om de klacht in plaats van niet verder in behandeling te nemen definitief ongegrond te verklaren.

Aldus vastgesteld op 23 oktober 2024 door mr. E.J. Daalder, voorzitter. De ambtelijk secretaris is verhinderd het advies te ondertekenen.