Categorieën
Advies

Advies 2014-02

Advies van … 2014 van het LOWI inzake de klacht van …2013 van … tegen het gezamenlijke voorgenomen besluit … van Bestuur … en Bestuur … van … 2013.

1. De klacht

Op … 2013 heeft … (hierna te noemen Klaagster) een klacht ingediend bij het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI). De klacht is gericht tegen het gezamenlijk voorgenomen besluit van Bestuur …en … Bestuur (hierna te noemen Bestuur) van … 2013. Op basis van het advies van de .. Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI), ingesteld na een klacht van … en … op … 2013, en samengesteld uit leden van … en …, heeft het Bestuur Klaagster per brief van … 2013 het voorgenomen besluit meegedeeld, waarin wordt vermeld dat in het artikel …, allen tijdens het onderzoek, waar … verslag van doet, werkzaam aan de … en/of … ( …) sprake is van serieuze tekortkomingen, veroorzaakt door verwijtbare onzorgvuldigheid (…); en dat er onvoldoende bewijs is om opzettelijke manipulaties van de onderzoeksresultaten (…) aannemelijk te achten.

Het Bestuur adviseert de auteurs … terug te trekken. In het CWI- advies wordt Klaagster als co-auteur medeverantwoordelijk gesteld voor de serieuze onzorgvuldigheden in het onderzoek, waarbij tevens wordt vermeld dat Klaagster niet betrokken is geweest bij de vervaardiging van …in …. De CWI concludeert dat de bijdrage van Klaagster in … nochtans moet worden beoordeeld als verwijtbare onzorgvuldigheid, maar niet als wetenschappelijk wangedrag. Klaagster verzet zich niet tegen dit oordeel in de zin dat zij instemt dat van wetenschappelijk wangedrag geen sprake is.

Haar klacht heeft betrekking op drie andere punten, namelijk:

Dat de gehele procedure en het onderzoek naar de klacht van … en … voor haar niet transparant is gebleken. Na de Skype-conferentie van … 2013 was haar beloofd dat zij het verslag van deze discussie binnen drie of vier weken zou ontvangen, met de mogelijkheid tot correctie. Klaagster heeft dit verslag nimmer ontvangen, zodat zij dat verslag derhalve ook niet heeft kunnen controleren of corrigeren. Evenmin ontving Klaagster de definitieve adviezen van de door CWI geraadpleegde deskundigen.

Klaagster is het ten sterkste oneens dat in de evaluatie van de CWI … niet verwijtbare onzorgvuldigheid wordt verweten, terwijl hij toch vanaf het begin van … betrokken is geweest bij het schrijven, corrigeren en indienen van dit artikel. Hij ontving telkenmale van de onderzoekers de teksten en de afbeeldingen. Naar de mening van Klaagster was het zijn taak om de co-auteurs te controleren op fouten. Hij is daarom niet minder verantwoordelijk voor die fouten dan … en Klaagster.

Vervolgens brengt Klaagster naar voren dat het feit dat … een nieuwe fout aantrof in …, nadat het onderzoek al was begonnen, hem niet ontslaat van de verantwoordelijkheid voor de eerder gemaakte fouten. Klaagster verzoekt het LOWI de beoordeling van … te herzien.

Tenslotte acht Klaagster het gedrag van … bij het artikel …(hierna te noemen: …) onduidelijk en niet transparant. Zo ontving Klaagster als co-auteur nimmer een afschrift van het bericht dat … op … 2013 naar de redactie van … stuurde en waarin gesproken werd van een corrigendum. Na … maanden stilte ontving Klaagster van … op … 2013 een email, waarin werd meegedeeld dat … zou worden teruggetrokken; zonder toelichting of nadere motivering. Op … 2013 ontving Klaagster van het Bestuur het bericht (van … 2013) dat het Bestuur de auteurs adviseerde om beide artikelen,… en …, terug te trekken.

De klacht van Klaagster heeft derhalve enerzijds betrekking op de door CWI en … gevolgde onheldere procedures, anderzijds op de ongelijke wijze van beoordelen door de CWI en het Bestuur van …, respectievelijk Klaagster en ….

2. De procedure

In zijn vergadering van … heeft het LOWI besloten dat de klacht ontvankelijk is, waarna beide partijen daarvan op de hoogte werden gesteld. Het LOWI verzocht het Bestuur het gehele dossier op te sturen en, indien gewenst, een verweerschrift binnen vier weken op te stellen. Het Bestuur heeft op … 2013 een verweerschrift ingediend.

Het LOWI heeft op … 2013 informatieve gesprekken gevoerd afzonderlijk met Klaagster en met …. Van deze twee gesprekken is een … verslag gemaakt dat aan Klaagster is toegezonden en een …. verslag dat aan . is toegezonden ter controle op onjuistheden. De definitieve verslagen zijn aan het Bestuur opgestuurd. Het verslag van … is ook aan … toegezonden.

Aan het begin van het gesprek met Klaagster overhandigde zij een schriftelijke notitie, waarin werd uitgelegd wat haar rol indertijd is geweest en waarin zij met name benadrukte dat de omstandigheden waarin zij verkeerde in … 2013, toen zij via een Skype-conferentie werd ondervraagd, bepaald ongunstig waren geweest, door persoonlijke omstandigheden (…).

Door die omstandigheden en door haar onbekendheid met de procedure waren haar verklaringen van.. 2013 niet geheel in overeenstemming met de gang van zaken zoals zij die tijdens het onderzoek en het schrijven van … ervaren had. Zij overhandigde nu een bijgestelde beschrijving van haar rol destijds tijdens het onderzoek. Tijdens het informatieve gesprek van … 2013 wees zij nogmaals op het feit dat zij nimmer in de gelegenheid is geweest het verslag van de Skype-conferentie in … 2013 te controleren en eventueel te corrigeren op onjuistheden, omdat zij dit verslag nooit heeft ontvangen.

Tijdens dit gesprek werd Klaagster gevraagd nader toe te lichten wat zij bedoelde met haar klacht dat … op dezelfde wijze als zijzelf en … door de CWI beoordeeld had dienen te worden, namelijk dat als bij haar sprake is geweest van verwijtbare onzorgvuldigheid, ook bij … sprake is geweest van verwijtbare onzorgvuldigheid. Kon dit worden uitgelegd als een (nieuwe) klacht tegen … of als een klacht tegen het Bestuur, dat in het voorgenomen besluit blijk geeft “met twee maten te meten”, dat wil zeggen co-auteurs ten onrechte op ongelijke wijze te beoordelen?

Het LOWI legt op basis van deze nadere toelichting de klacht zo uit, dat het niet gaat om een nieuwe beschuldiging jegens …te formuleren (dat zou een andere procedure vereisen), maar als een beroep op het gelijkheidsbeginsel, dat naar de mening van Klaagster, geschonden is door CWI en Bestuur.

Op … 2014 is een hoorzitting gehouden waarbij aanwezig waren: Klaagster, vertegenwoordigers van het Bestuur: …, voorzitter CWI, …, secretaris CWI, …, … en als derde belanghebbende …; van de zijde van het LOWI: prof. dr. mr. C.J. M. Schuyt, voorzitter, prof. mr. E.H. Hondius, prof. dr. J. Reedijk, prof. dr. J.W.M. van der Meer, allen leden, en Mw. mr. dr. E.G. van Arkel, secretaris.

3. Standpunten van partijen

In het verweerschrift van … 2013 stelt het Bestuur dat de klacht van Klaagster dat ze nooit het verslag ontvangen had van haar hoorzitting (de Skype-conference in … 2013) terecht is voorgedragen. De oorzaak was de tijdsdruk geweest, waarin de CWI moest werken. Niettemin is het verslag op verzoek beschikbaar.

Daarnaast stelt het bestuur zich op het standpunt dat de deskundigenadviezen niet naar partijen hoeven te worden opgestuurd. Ten aanzien van de rol van … benadrukt het Bestuur in het verweerschrift dat die als onderzoeksleider intrinsiek mocht vertrouwen op de integriteit van zijn medewerkers; voorts dat de onjuiste representatie van de … gegevens in de afbeeldingen niet direct bespeurbaar zijn. … had geen reden te twijfelen aan de juistheid van de … gegevens.

Naar de mening van CWI heeft … voldoende verantwoordelijkheid getoond door direct actie te ondernemen, nadat de vergissingen (..) aan het licht waren gekomen. Het Bestuur had derhalve geen reden af te wijken van het advies van de CWI.

Ten aanzien van … stelt het Bestuur dat de retraction van dit artikel buiten het onderzoek naar de klacht van … en … stond en geen onderdeel vormde van het CWI-advies noch van het voorgenomen besluit van het Bestuur. Het advies van het Bestuur (in brief van … 2013 aan Klaagster vermeld) om … terug te trekken kwam voort uit de fouten in dit artikel, niet vanwege een kwestie van vermoeden van schending van wetenschappelijke integriteit. Klaagster heeft niet meer op het verweerschrift gereageerd en bleef bij haar … klachten, zoals vermeld in het klaagschrift van … 2013.

Ter hoorzitting herhaalde Klaagster haar standpunten en benadrukte nogmaals dat zij in … 2013 door … niet voldoende in staat geweest is alert te reageren op alle beweerde fouten en gebreken in … en haar rol daarbij, waarbij werd opgemerkt dat dit soort problemen voor haar als recente nieuwkomer in het wetenschappelijk veld tamelijk moeilijk te volgen waren. Zij voelde zich nu beter in staat een realistische beschrijving te geven van haar aandeel in het onderzoek en het aanleveren van onderzoekgegevens aan …. Al eerder was vastgesteld dat Klaagster geen deel heeft gehad aan de vervaardiging van … in … van …..

…. bood mede namens het Bestuur excuses aan voor het niet sturen van het verslag van de hoorzitting van … 2013. Op verzoek van het LOWI werd vervolgens beloofd – en is dit ook geschied – dat dit verslag alsnog aan Klaagster zou worden opgestuurd, met gelijktijdig afschrift aan LOWI. Daarnaast benadrukte het Bestuur dat het oordeel in het CWI-advies over het aandeel van Klaagster in … hoofdzakelijk gebaseerd was op het verslag van de hoorzitting, zoals dat op dát moment (… 2013) bekend was bij de CWI. Klaagster had naar de mening van het Bestuur bijgedragen aan de vervaardiging van de … en had de experimenten samen met … uitgevoerd. Ten aanzien van … persisteerde het Bestuur op het feit dat hij er op mocht vertrouwen dat zijn medewerkers de juiste … gegevens aan hem voorlegden.

4. Overwegingen van het LOWI

Het LOWI is een adviesorgaan dat is opgericht op initiatief van het KNAW, NWO en VSNU.

4.1 Algemene opmerkingen

Het LOWI adviseert de bij het LOWI aangesloten instellingen (KNAW, NWO, VSNU en Stichting Sanquin) over door de besturen van voornoemde instellingen genomen (voorlopig) besluiten inzake schending van wetenschappelijke integriteit na een (ontvankelijke) klacht hierover bij het LOWI.

Het LOWI baseert zijn oordeel over schending van wetenschappelijke integriteit op – doch niet uitsluitend – de normen van wetenschappelijke integriteit die primair zijn af te leiden uit de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2004 herzien in 2012 (VSNU).

Hiernaast laat het LOWI zich ook leiden door de Notitie Wetenschappelijke Integriteit 2001 (KNAW, NWO, VSNU) en de Notitie Wetenschappelijk Onderzoek: dilemma’s en verleidingen, 2005 tweede druk (KNAW) dat een uitwerking is van de Notitie Wetenschappelijke Integriteit van 2001, alsook door internationale normen vastgelegd in Best Practices for Ensuring Scientific Integrity and Preventing Misconduct 2007 (OECD), The European Code of Conduct for Research Integrity 2010 (ESF, ALLEA), The Singapore Statement on Research Integrity 2010 en The Montreal Statement 2013.

Het gaat hier niet om nieuwe maar om bekende en reeds lang voor codificatie bestaande normen van wetenschapsbeoefening waaraan werd – en wordt – afgemeten wanneer en onder welke omstandigheden sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit. Het uitgangspunt bij de beoordeling van schending van wetenschappelijke integriteit voor het LOWI is in beginsel de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2004/2012 (hierna ook Gedragscode).

Schending van deze (inter)nationale normen leidt niet per definitie tot een schending van wetenschappelijke integriteit. Er kan sprake zijn van (verwijtbaar) onzorgvuldig handelen zonder dat dit resulteert in schending van wetenschappelijke integriteit.

Bij de vraag of sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit kan het LOWI gewicht toekennen aan deskundigenoordelen. Het LOWI is echter niet gebonden aan deze oordelen. Ook niet wanneer de deskundigen zich uitspreken over schending van wetenschappelijke integriteit. Uitsluitend het LOWI is bevoegd te oordelen over klachten aangaande de procedure en de inhoud van vermoede schendingen van wetenschappelijke integriteit.

Het LOWI is niet bevoegd om te oordelen over civielrechtelijke kwesties noch wetenschappelijke controversen. Bij schending van wetenschappelijke integriteit is het derhalve van belang onderscheid te maken tussen schending van wetenschappelijke integriteit enerzijds, en bekritiseerbare of slechte wetenschap anderzijds. Bij kritiseerbare en slechte wetenschap is veelal sprake van een interpretatieverschil c.q. een verschil van mening over een wetenschappelijk oordeel. Deze dienen te worden bediscussieerd en beslecht in het daartoe geëigende forum van wetenschappelijke tijdschriften, bij voorkeur in het tijdschrift waarin het bekritiseerde artikel is verschenen. Het LOWI is noch uitgerust noch bevoegd om als arbiter op te treden in wetenschappelijke controversen.

4.2 Overwegingen van het LOWI ten aanzien van de klacht

4.2.1 Niet ontvangen van het verslag van de Skype-hearing van … 2013.

Het LOWI acht de eerste klacht van Klaagster terecht voorgedragen en gegrond, zoals dit eigenlijk in het verweerschrift al was toegegeven door het Bestuur. Het argument van de tijdsdruk is echter twijfelachtig, omdat de periode, waarin het verslag toegestuurd had kunnen worden (… – … 2013) hiervoor ruim voldoende was.

Echter door verslag niet op te sturen en Klaagster niet in de gelegenheid te stellen om eventuele correcties hierop aan te brengen, hetgeen als een ernstige procedurele onzorgvuldigheid kan worden beschouwd, is de grondslag voor het oordeel van de CWI over het uiteindelijke aandeel van Klaagster in … onvolledig en gebrekkig. Voor zover dit CWI-oordeel is overgenomen in het voorgenomen besluit kleeft eenzelfde gebrek aan dit voorgenomen besluit. Klaagster heeft geen gelegenheid gehad de door de CWI gebruikte beschrijving van haar werkzaamheden te corrigeren of bij te stellen.

Naar het oordeel van het LOWI zal hiermee in het definitieve besluit van het Bestuur rekening gehouden moeten worden. Nu zowel in het informatieve gesprek met het LOWI Klaagster een en ander beter heeft kunnen verwoorden is nieuwe informatie over haar rol beschikbaar gekomen. Daar komt bij dat… tijdens de hoorzitting verklaard heeft dat Klaagster’s huidige beschrijving, ter hoorzitting gegeven, van de rol van Klaagster in het gehele onderzoeksproces “ closer to the truth [is] than the information on which the CWI based its information from the Skype call …”.

Het LOWI zal de verklaringen van Klaagster, in het informatieve gesprek en in de hoorzitting gedaan, in beschouwing nemen bij de beoordeling van de tweede klacht.

4.2.2 Een gelijke beoordeling van … en …?

De tweede klacht kan op twee manieren worden gelezen en beoordeeld: enerzijds wordt door Klaagster gesuggereerd dat … aan dezelfde maatstaven van zorgvuldigheid of verwijtbare onzorgvuldigheid moet worden gemeten als de andere auteurs (gelijkstelling van het oordeel over … naar boven), anderzijds kan worden beweerd dat, indien … er op mocht vertrouwen dat zijn medewerkers de juiste … en de juiste …. gegevens presenteerden, eenzelfde vertrouwensbasis bestaat voor een co-auteur die evenmin als … een aandeel heeft gehad in de vervaardiging van de betwiste …. in ….van … .

Het LOWI heeft over de verantwoordelijkheid van alle co-auteurs geoordeeld in de klachtprocedure van … en …. Het LOWI komt ten aanzien van de tweede klacht van Klaagster tot dezelfde conclusie over de rol van Klaagster, … auteur van …., als in het advies over die klacht. Overwegingen en conclusie worden hier herhaald.

Het voorgenomen besluit maakt onderscheid in de rol en verantwoordelijkheid van de … auteurs van …, doordat aan alle … auteurs op de persoon toegespitste oordelen zijn toegezonden. Het LOWI zal de vraag naar de afzonderlijke verantwoordelijkheid eveneens behandelen.

In het CWI-advies van …. 2013 en in het voorgenomen besluit van het Bestuur van ….2013 wordt onderscheid gemaakt tussen de … auteurs van …. Het LOWI volgt de CWI en het Bestuur in het buiten beoordeling laten van de tweede auteur …, wegens de zeer marginale rol die hij gespeeld heeft in de totstandkoming van het artikel.

Het LOWI volgt de CWI en het Bestuur eveneens waar het gaat om de centrale rol die …, corresponderend auteur, tevens Belanghebbende, heeft gehad in het ontwerp en de uitvoering van het onderzoek, dat ten grondslag heeft gelegen aan …, alsmede aan de totstandkoming van de tekst en de bijbehorende … en … van dit artikel. Belanghebbende was van de … auteurs dé expert op het gebied van … en hij heeft als enige gewerkt aan het maken van …. in ….. Deze … worden betwist, zodat de verantwoordelijkheid in elk geval bij Belanghebbende kan worden gelegd.

Moeilijker wordt, naar het oordeel van het LOWI, de toedeling van verantwoordelijkheid van de …. auteur … en de onderzoeksleider tevens …. auteur …. In het CWI advies en in het voorgenomen besluit wordt de verantwoordelijkheid van … op dezelfde wijze beoordeeld als die van …, terwijl … geen verantwoordelijkheid wordt toegekend voor de inhoud van …, noch voor zijn aandeel in het gehele onderzoek, dat geleid heeft tot …. Het CWI-advies vermeldt het feit dat …, na de melding door Klaagsters van het vermoeden van scientific misconduct, naast de door Klaagsters aangewezen anomalieën en betwiste …, zelf nog een nieuwe anomalie in … heeft aangewezen.

Dit acht het LOWI niet relevant in de beoordeling van de mate, waarin … verantwoordelijk wordt geacht voor de fouten, slordigheden en manipulaties in …. Immers, een nieuw ontdekte fout maakt eventuele verantwoordelijkheid voor oude en andere fouten niet ongedaan, alsof de twee fouten – oud en nieuw – tegen elkaar kunnen worden weggestreept.

Anders ligt dit bij het argument in het CWI-advies dat … als …. er op mocht vertrouwen dat de door de mede-auteurs aangedragen …. gegevens en … juist waren en op correcte wijze de daaraan ten grondslag liggende ruwe … gegevens weerspiegelden. … is gedurende … jaar, van begin van het onderzoek tot de indiening van …, bij het onderzoek betrokken geweest. Hij heeft in alle fasen van … meegeschreven aan de tekst. Als ervaren en verantwoordelijk … zou hij derhalve hebben moeten letten op slordigheden in het onderzoek en op fouten in de presentatie en eventuele discrepanties tussen … en ….

Echter zoals het CWI advies terecht stelt “komen de fouten die gemaakt zijn met de data niet direct tot uitdrukking in de …n. Alleen als … met een wantrouwend oog worden bekeken vallen ze op”(cursivering LOWI).

Een onderzoeksleider hoeft niet met een wantrouwend oog naar de onderzoeksresultaten van medewerkers te kijken. Hij mag vertrouwen op een correcte weergave van gegevens en met name dat er geen onverantwoorde manipulaties van gegevens of afbeeldingen plaats vinden. Indien er louter sprake zou zijn geweest van “enkele fouten, die door haast en per ongeluk geschiedden” zou het tot de verantwoordelijkheid van een goede onderzoeksleider behoren dat hij de vaak jongere medewerkers behoedt voor dergelijke fouten.

Indien wantrouwen nodig is om anomalieën te ontdekken, dan is er méér aan de hand dan simpelweg het maken van ‘fouten’. Dan kán de onderzoeksleider worden bedrogen door zijn medewerkers en dan is de verantwoordelijkheid van de onderzoeksleider voor de anomalieën evenredig minder: indien hij niets afwist van eventuele manipulaties dan is hij daar niet voor verantwoordelijk. Naarmate er meer sprake is van deliberate manipulations – waarvan hij geen weet kon hebben – is de onderzoeksleider minder verantwoordelijk, naarmate er uitsluitend sprake is van onzorgvuldigheid en het maken van fouten – waartegen hij op grond van ervaring dient te waken – is hij evenredig meer verantwoordelijk.

Nu het LOWI van oordeel is dat sprake is van meer dan alleen serieuze fouten in …, kan het LOWI het oordeel van CWI en Bestuur over de verantwoordelijkheid van … bevestigen, zij het op een andere grond dat in het CWI–advies wordt gegeven. … mocht er op vertrouwen dat er geen onverantwoorde manipulaties plaats vonden en dat op verantwoorde wijze met …gegevens werd omgegaan. Nu dit, naar het oordeel van het LOWI, op enkele onderdelen van … niet het geval blijkt te zijn, kan … niet verantwoordelijk worden gesteld voor die betwiste anomalieën in ….

Dit oordeel heeft echter gevolgen voor de beoordeling van het aandeel van … – … onderzoekster met de minste ervaring op het betreffende onderzoeksterrein. Indien de onderzoeksleider er op mag vertrouwen dat er op verantwoorde wijze met … gegevens wordt omgegaan, mogen mede-onderzoek(st)ers en co-auteurs eveneens van dit zelfde vertrouwen uitgaan.

In de procedure is vast komen te staan dat … niet heeft bijgedragen aan de totstandkoming van … in …. Dat was uitsluitend het werk van …, die daartoe op dit gebied ook uitsluitend de kennis bezat. … leverde haar onderzoekgegevens aan … aan en mocht er op vertrouwen dat er in vervolgens gemaakte …. geen manipulaties zouden plaats vinden. Zij draagt en erkent wel medeverantwoordelijkheid voor de weergave van de … in …, waarin werd nagelaten …. Zij beroept zich hier op onervarenheid.

Indien …, naar het oordeel van CWI, Bestuur en LOWI, mocht vertrouwen op verantwoord omgaan met … gegevens, dan ziet het LOWI niet in, waarom dat niet zou gelden voor …, die evenmin als … aan de totstandkoming van de betwiste …. weergegeven in …., heeft meegewerkt. De tweede klacht van Klaagster over een naar haar mening onjuiste ongelijke beoordeling van … en Klaagster door CWI en in het voorgenomen besluit, is naar het oordeel van het LOWI op grond van bovenstaande overwegingen gegrond. Het LOWI geeft het Bestuur in overweging om het oordeel over Klaagster te heroverwegen.

4.2.3 De retraction van …

De opmerkingen van Klaagster in haar derde klacht, namelijk dat … haar als co-auteur zo goed als geheel buiten het retraction- proces van … heeft gelaten en slechts sporadisch op de hoogte heeft gesteld wat er gaande was (… 2013: corrigendum; … 2013: retraction zonder opgaaf van reden) zijn terecht naar voren gebracht. Echter deze klacht treft geen doel, omdat de retraction van … op eigen initiatief van … is ingezet en door alle co-auteurs werd onderschreven, zij het dat Klaagster en … zich hierbij door de andere co-auteurs onder druk gezet voelden om de retraction te ondertekenen.

Over de termen van de oorzaken van deze retraction bestaat, ook bij de co-auteurs zelf, de nodige onduidelijkheid. De besluitvorming over een dergelijke retraction ligt bij auteurs, redactie van het tijdschrift en (eventueel) bij de uitgever. Het Bestuur heeft niet de bevoegdheid noch de mogelijkheid om de besluitvorming hierover te bepalen; het kan slechts advies uitbrengen aan auteurs, zoals het Bestuur ook heeft gedaan, en dit advies in een brief van … 2013 aan Klaagster heeft meegedeeld.

Het LOWI is evenmin bevoegd om zich over de (privaatrechtelijke) betrekkingen tussen auteurs,, tijdschriftredacties en uitgevers uit te spreken. Het LOWI volgt derhalve ten aanzien van de derde klacht de mening van het Bestuur in het verweerschrift van … 2013, dat de terugtrekking van … geen deel heeft uitgemaakt van het CWI-advies noch van het voorgenomen besluit.

De derde klacht is bij het LOWI aan het verkeerde adres gericht en wordt derhalve door het LOWI niet-ontvankelijk geacht.

5. Het oordeel en advies van het LOWI

Het LOWI is van oordeel dat op grond van de in paragraaf 4 gegeven overwegingen de eerste en de tweede klacht van Klaagster gegrond moeten worden verklaard.

5.1

Klaagster heeft terecht geklaagd dat de CWI eerst beloofd heeft dat het verslag van de Skype hearing van … aan haar ter correctie zou worden toegezonden en dat dit daarna niet is gebeurd. Eerst op de hoorzitting van … 2014 bij het LOWI heeft de vertegenwoordiger van het Bestuur verklaard het verslag alsnog toe te willen zenden aan Klaagster. De consequenties van het niet-toesturen, namelijk een onvolledige en gebrekkige grondslag voor het oordeel van de CWI over de rol van Klaagster, zullen, naar het oordeel van het LOWI, in overweging dienen te worden genomen in het definitieve besluit van het Bestuur.

Het LOWI adviseert het Bestuur op dit punt in het definitieve besluit rekening te willen met de nieuwe bevindingen over de rol van Klaagster in het onderzoekproces en de totstandkoming van …, zoals die ter hoorzitting, uit het eigen onderzoek van het LOWI, en uit andere stukken thans blijkt te zijn geweest.

5.2

Klaagster heeft terecht geklaagd dat het niet geheel te begrijpen valt dat Klaagster wel, maar …niet, het oordeel van verwijtbare onzorgvuldigheid heeft gekregen, nu … van af het begin van het schrijfproces … en … heeft beoordeeld en van commentaar voorzien. Hij zou, naar het oordeel van het LOWI, als ervaren …. zijn medewerkers juist dienen te behoeden voor fouten, zoals bijvoorbeeld de fout van Klaagster met de ….

Het LOWI voegt daar aan toe dat indien … “intrinsiek mocht vertrouwen op de integriteit van zijn medewerkers” en er dus van uit mocht gaan dat …. in … van … correct waren vervaardigd en weergegeven, dit evenzeer dient op te gaan voor Klaagster, die geen deel heeft gehad aan het vervaardigen van deze … in …..

Het LOWI adviseert het Bestuur het voorgenomen besluit ten aanzien van Klaagster te heroverwegen, in het licht van geconstateerde nieuwe bevindingen én in het licht van een gelijke beoordeling van het vertrouwen dat onderzoekers mogen hebben in de wetenschappelijke integriteit van collega-onderzoekers.

Namens het LOWI

Dr. mr. C.J.M. Schuyt, voorzitter

Mr. dr. E.G. van Arkel, secretaris