Advies van … 2014 van het LOWI inzake de klacht van … 2013 van … tegen het gezamenlijk voorgenomen besluit van … Bestuur van … en …Bestuur van … van … 2013.
1. De klacht
Op … heeft …, juridisch adviseur en gemachtigde, namens zijn cliënt … (hierna te noemen: Klager) een verzoek ingediend bij het LOWI om een second opinion te geven van het gezamenlijk voorgenomen besluit … van Bestuur … en … Bestuur… (hierna te noemen: het Bestuur) van … 2013. Het LOWI vat dit verzoek op als een klacht tegen voornoemd voorgenomen besluit.
Op basis van het advies van de … (CWI), ingesteld na een klacht van … en … op … 2013, en samengesteld uit leden van … en …, heeft het Bestuur Klager per brief van … 2013 het voorgenomen besluit meegedeeld, waarin wordt vermeld dat in het artikel … gepubliceerd in …, met als auteurs …, allen tijdens het onderzoek, waar … verslag van doet, werkzaam aan de … en/of … (hierna te noemen …) sprake is van serieuze tekortkomingen, veroorzaakt door verwijtbare onzorgvuldigheid (…).
Voorts deelt het Bestuur mee dat er onvoldoende bewijs is om opzettelijke manipulaties van de onderzoeksresultaten (…) aannemelijk te achten. Het Bestuur adviseert de auteurs … terug te trekken. In het CWI-advies wordt Klager als co-auteur medeverantwoordelijk gesteld voor de serieuze onzorgvuldigheden in het onderzoek dat is gerapporteerd in …. De CWI concludeert dat de bijdrage van Klager in … nochtans moet worden beoordeeld als verwijtbare onzorgvuldigheid, maar niet als wetenschappelijk wangedrag.
Klager verzet zich in het klaagschrift van …2013 niet expliciet tegen dit oordeel, maar maakt enkele bezwaren tegen de ondoorzichtigheid van de gevolgde procedure en acht de beoordeling van Klager in vergelijking met de beoordeling van co-auteur … onjuist, omdat … evenzeer verantwoordelijk is voor … als … auteur en Klager als … auteur. Klager ervaart deze uiteenlopende beoordeling van … en hemzelf als rechtsongelijkheid.
Tevens maakt Klager bezwaar tegen het advies van het Bestuur, in de brief van … 2013, waarin het Bestuur adviseert om het artikel … (hierna te noemen: …) terug te trekken. Klager acht de geconstateerde tekortkomingen in … van dien aard dat niet een retraction, maar een corrigendum op zijn plaats is. Het proces van retraction is bovendien voor hem onduidelijk en niet transparant geweest.
De klacht van Klager heeft, samengevat, derhalve betrekking op (1) het retraction-proces van …; (2) de ongelijke beoordeling tussen … en Klager; en (3) de door CWI en het Bestuur gevolgde procedure bij het onderzoek van de klacht van … en … inzake wetenschappelijk wangedrag (…).
2. De procedure
In zijn vergadering van … 2013 heeft het LOWI besloten dat de klacht ontvankelijk is, waarna beide partijen daarvan op de hoogte werden gesteld. Het LOWI verzocht het Bestuur het gehele dossier op te sturen en, indien gewenst, een verweerschrift binnen vier weken op te stellen. Het Bestuur heeft op … 2013 een verweerschrift ingediend.
Het LOWI heeft op … 2013 een informatief gesprek gevoerd met …. Van dit gesprek is een verslag gemaakt, dat aan … ter controle op onjuistheden is voorgelegd en later aan het Bestuur en … is opgestuurd.
Op … 2013 zond de secretaris van de CWI aan het LOWI een bericht door van …, gedateerd … 2013, met mededelingen over onderzoek in … verricht door … en enkele mede-onderzoekers van …. Hoewel status en bedoeling van dit stuk onduidelijk waren, heeft het LOWI niettemin dit bericht aan Klager doorgestuurd met het verzoek eventueel commentaar hierop te geven. Dit heeft Klager gedaan op … en … 2014.
Het LOWI heeft op … 2014 een informatief gesprek gevoerd met Klager in aanwezigheid van zijn juridisch adviseur. Van dit gesprek is een verslag gemaakt, dat aan Klager ter controle op onjuistheden is voorgelegd en later aan het Bestuur is opgestuurd.
Op … 2014 vond tevens een hoorzitting plaats, waarbij aanwezig waren: Klager, diens gemachtigde …, en …, echtgenote van Klager; van de zijde van het Bestuur: … en als derde belanghebbende …; van de zijde van het LOWI: prof. dr. mr. C.J. M. Schuyt, voorzitter, prof. mr. E.H. Hondius, prof. dr. J. Reedijk, prof. dr. J.W.M. van der Meer, allen leden, Mw. mr. dr. G. van Arkel, secretaris en Mw. A. Muller, notuliste. Het verslag van de hoorzitting is aan partijen gezonden met het verzoek dit verslag op feitelijke onjuistheden te corrigeren.
3. Standpunten van partijen
Klager is van mening dat het advies van het Bestuur in de brief van …2013 aan Klager om … en … terug te trekken niet gerechtvaardigd is, omdat het Bestuur zelf, naar de mening van Klager, in zijn voorgenomen besluit van … 2013 had aangegeven dat de fouten in … minder uitgebreid waren en gecorrigeerd konden worden. Nu is zijn advies veranderd van ‘corrigendum’ naar ‘retraction’. Klager erkent dat er onopzettelijk fouten zijn geslopen in … artikelen (zoals ook geëvalueerd door de CWI), maar hij begrijpt niet “dat er geen transparant proces is van … aangaande de verandering in haar advies van ‘corrigendum’ naar ‘terugtrekking’”.
Voorts maakt Klager bezwaar tegen het feit dat … als ‘onschuldig’ is geëvalueerd voor fouten in …, voornamelijk, aldus Klager, “omdat hij zelf (nl. …, LOWI) enkele fouten heeft aangewezen, nádat het onderzoek aanvang had genomen”, terwijl Klager en de … auteur, …, negatief geëvalueerd zijn. Alle co-auteurs schrijven gezamenlijk het artikel en zijn derhalve gezamenlijk verantwoordelijk voor de inhoud van dit artikel. … is als co-auteur, aldus Klager, in gelijke mate verantwoordelijk. Klager ervaart het verschil in evaluatie als rechtsongelijkheid.
Tenslotte is Klager van mening dat de procedure naar aanleiding van de klacht van … en … zeer schimmig is geweest en vooral “achter de gordijnen” en achter de rug van Klager om heeft plaatsgevonden. Als illustratie voor deze klacht noemt Klager de gang van zaken rond de ontvangst van bovengenoemde klacht op … 2013, terwijl het Bestuur heeft aangegeven dat de klacht over … pas op … 2013 is ontvangen.
In die tussentijd heeft de Rector Magnificus van …contact gehad met de indiener van de klacht, …, én met …, één van de co-auteurs, maar niet met de … auteur van …, zijnde Klager. Hiermee heeft de Rector …, naar de mening van Klager, een grondregel van integriteitsonderzoek geschonden, namelijk dat slechts één van de beklaagden wordt benaderd.
Daarnaast is het retraction-proces van … niet transparant geweest. … liet Klager op …2013 weten dat hij deze retraction in gang had gezet, waarop Klager op … 2013 contact op nam met de Rector …, die hierop niet heeft geantwoord. Op … 2013 echter volgde het advies van het Bestuur aan Klager om … terug te trekken. Volgens Klager is hier geen sprake van transparante communicatie.
Het Bestuur stelt zich in het verweerschrift van … 2013 ten aanzien van Klagers klacht over de ongelijke behandeling tussen … en hemzelf op het standpunt dat … intrinsiek mocht vertrouwen op de integriteit van zijn medewerkers. De onjuiste presentatie van de oorspronkelijke …gegevens in de … van … is niet direct zichtbaar, waardoor … geen reden had om te twijfelen aan de juistheid van deze gegevens.
Daarnaast wordt in het CWI-advies nergens gesteld dat … “onschuldig” is beoordeeld, ómdat hij andere fouten heeft aangewezen. … treft minder verwijt, omdat hij nadat de fouten en vergissingen aan het licht waren gekomen, zijn verantwoordelijkheid heeft genomen en onmiddellijk in actie is gekomen. Het Bestuur heeft geen reden gevonden om dit CWI-advies niet op te volgen.
Voorts wijst het Bestuur er op dat de Rector …, nadat hij een melding had ontvangen van een klacht van … op … 2013, … had gevraagd om de klacht nader te specificeren en te onderbouwen. Deze onderbouwing werd ontvangen op … 2013 en deze onderbouwing vormde aanleiding tot het instellen van de CWI.
Ten aanzien van de klacht over het retraction-proces van … stelt het Bestuur dat de procedure noch de inhoud van … onderwerp is geweest van het CWI-advies en derhalve ook niet voorkomt in het voorgenomen besluit van het Bestuur van … 2013. Het advies (van …2013, LOWI) om … terug te trekken was gebaseerd op fouten en tekortkomingen in dit artikel en niet op basis van een oordeel over wetenschappelijke integriteit.
Tijdens de hoorzitting herhaalden partijen hun standpunten met een uitgebreide toelichting. Wat betreft de toezending op … 2013 aan het LOWI door de secretaris CWI van een bericht , d.d. … 2013 van …, werd na het bezwaar van de zijde van de juridisch adviseur van Klager, dat dit bericht van … 2013 Klager nimmer had bereikt en nu pas na doorzending door het LOWI, voor het eerst onder ogen was gekomen, door beide partijen, op voorstel van het LOWI, besloten om dit stuk buiten de procedure te houden.
Op de vraag van het LOWI met welk doel dit stuk van … 2013 van … aan het LOWI was toegestuurd, kon de vertegenwoordiger van het Bestuur onvoldoende antwoord geven, hetgeen een reden te meer was om dit stuk buiten beschouwing te laten in de onderhavige procedure.
4. Overwegingen van het LOWI
Het LOWI is een adviesorgaan dat is opgericht op initiatief van het KNAW, NWO en VSNU.
4.1 Algemene opmerkingen
Het LOWI adviseert de bij het LOWI aangesloten instellingen (KNAW, NWO, VSNU en Stichting Sanquin) over door de besturen van voornoemde instellingen genomen (voorlopig) besluiten inzake schending van wetenschappelijke integriteit na een (ontvankelijke) klacht hierover bij het LOWI.
Het LOWI baseert zijn oordeel over schending van wetenschappelijke integriteit op – doch niet uitsluitend – de normen van wetenschappelijke integriteit die primair zijn af te leiden uit de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2004 herzien in 2012 (VSNU).
Hiernaast laat het LOWI zich ook leiden door de Notitie Wetenschappelijke Integriteit 2001 (KNAW, NWO, VSNU) en de Notitie Wetenschappelijk Onderzoek: dilemma’s en verleidingen, 2005 tweede druk (KNAW) dat een uitwerking is van de Notitie Wetenschappelijke Integriteit van 2001, alsook door internationale normen vastgelegd in Best Practices for Ensuring Scientific Integrity and Preventing Misconduct 2007 (OECD), The European Code of Conduct for Research Integrity 2010 (ESF, ALLEA), The Singapore Statement on Research Integrity 2010 en The Montreal Statement 2013.
Het gaat hier niet om nieuwe maar om bekende en reeds lang voor codificatie bestaande normen van wetenschapsbeoefening waaraan werd – en wordt – afgemeten wanneer en onder welke omstandigheden sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit. Het uitgangspunt bij de beoordeling van schending van wetenschappelijke integriteit voor het LOWI is in beginsel de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2004/2012 (hierna ook Gedragscode).
Schending van deze (inter)nationale normen leidt niet per definitie tot een schending van wetenschappelijke integriteit. Er kan sprake zijn van (verwijtbaar) onzorgvuldig handelen zonder dat dit resulteert in schending van wetenschappelijke integriteit.
Bij de vraag of sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit kan het LOWI gewicht toekennen aan deskundigenoordelen. Het LOWI is echter niet gebonden aan deze oordelen. Ook niet wanneer de deskundigen zich uitspreken over schending van wetenschappelijke integriteit. Uitsluitend het LOWI is bevoegd te oordelen over klachten aangaande de procedure en de inhoud van vermoede schendingen van wetenschappelijke integriteit.
Het LOWI is niet bevoegd om te oordelen over civielrechtelijke kwesties noch wetenschappelijke controversen. Bij schending van wetenschappelijke integriteit is het derhalve van belang onderscheid te maken tussen schending van wetenschappelijke integriteit enerzijds, en bekritiseerbare of slechte wetenschap anderzijds.
Bij kritiseerbare en slechte wetenschap is veelal sprake van een interpretatieverschil c.q. een verschil van mening over een wetenschappelijk oordeel. Deze dienen te worden bediscussieerd en beslecht in het daartoe geëigende forum van wetenschappelijke tijdschriften, bij voorkeur in het tijdschrift waarin het bekritiseerde artikel is verschenen. Het LOWI is noch uitgerust noch bevoegd om als arbiter op te treden in wetenschappelijke controversen.
4.2 Overwegingen van het LOWI ten aanzien van de klacht
4.2.1 Terugtrekking …
Het LOWI overweegt ten aanzien van de eerste klacht van Klager over de noodzaak tot en de gang van zaken bij het retraction-proces van … als volgt.
De retraction van … is op eigen initiatief van … in … 2013 ingezet en werd in … 2013 door alle co-auteurs onderschreven, zij het dat Klager en de eerste auteur … zich hierbij door de andere co-auteurs onder druk gezet voelden om de retraction te ondertekenen. Over de termen van de oorzaken van deze retraction bestaat, ook bij de co-auteurs zelf, de nodige onduidelijkheid. De besluitvorming over een dergelijke retraction ligt bij auteurs, redactie van het tijdschrift en met name de hoofdredacteur.
Het Bestuur heeft niet de bevoegdheid noch de mogelijkheid om de besluitvorming hierover te bepalen; het kan slechts advies uitbrengen aan auteurs, zoals het Bestuur ook heeft gedaan, en dit advies in een brief van … 2013 aan Klager heeft meegedeeld. Dat Klager meent dat het Bestuur niet tot retraction had hoeven of had mogen adviseren, maar slechts tot een ‘corrigendum’ laat onverlet dat de besluitvorming primair bij (co)auteurs ligt en niet bij het Bestuur, zodat deze klacht geen doel kan treffen.
Het LOWI is evenmin bevoegd om zich over de (privaatrechtelijke) betrekkingen tussen auteurs, tijdschriftredacties en uitgevers uit te spreken. Het LOWI volgt derhalve ten aanzien van de eerste klacht de mening van het Bestuur in het verweerschrift van … 2013, dat de terugtrekking van … geen deel heeft uitgemaakt van het CWI-advies noch van het voorgenomen besluit, waartegen de klacht van Klager primair gericht is.
Het LOWI kan zich evenmin uitspreken over het feit dat het Bestuur, naar de mening van Klager, had kunnen en moeten volstaan met een corrigendum, nu initiatief en besluitvorming geheel in handen is geweest van de auteurs van … gezamenlijk. De klacht wordt derhalve door het LOWI niet-ontvankelijk geacht.
4.2.2 Beroep op rechtsgelijkheid
Ten aanzien van de tweede klacht, de ongelijke behandeling door CWI en Bestuur, van Klager en …, overweegt het LOWI als volgt.
Het voorgenomen besluit maakt onderscheid in de rol en verantwoordelijkheid van de … auteurs van …, doordat aan alle … auteurs op de persoon toegespitste oordelen zijn toegezonden. Het LOWI zal de vraag naar de afzonderlijke verantwoordelijkheid eveneens behandelen.
In het CWI-advies van … 2013 en in het voorgenomen besluit van het Bestuur van … 2013 wordt onderscheid gemaakt tussen de … auteurs van …. Het LOWI volgt CWI en het Bestuur in het buiten beoordeling laten van de … auteur …, wegens de zeer marginale rol die hij gespeeld heeft in de totstandkoming van het artikel.
Het LOWI volgt de CWI en het Bestuur eveneens waar het gaat om de centrale rol die Klager, … auteur, heeft gehad in het ontwerp en de uitvoering van het onderzoek, dat ten grondslag heeft gelegen aan …, alsmede aan de totstandkoming van de … en de bijbehorende … en … van dit artikel. Klager was van de … auteurs dé expert op het gebied van … en hij heeft als enige gewerkt aan het maken van de – door … en … betwiste – … in … in …, zodat de verantwoordelijkheid voor de totstandkoming van … in elk geval bij Klager kan worden gelegd.
Moeilijker wordt, naar het oordeel van het LOWI, de toedeling van verantwoordelijkheid van … en … auteur …. In het CWI-advies en in het voorgenomen besluit wordt de verantwoordelijkheid voor het bedenken en uitvoeren van het experimentele onderzoek en de vervaardiging van … in …neergelegd bij Klager, terwijl … geen verantwoordelijkheid wordt toegekend voor de inhoud van …, noch voor zijn aandeel in het gehele onderzoek, dat geleid heeft tot ….
Het CWI-advies vermeldt het feit dat …, na de melding door Klagers van het vermoeden van scientific misconduct, naast de door Klagers aangewezen anomalieën en betwiste …, zelf nog een nieuwe anomalie in … heeft aangewezen. Dit acht het LOWI niet relevant in de beoordeling van de mate, waarin … verantwoordelijk wordt geacht voor de fouten, slordigheden en manipulaties in …. Immers een nieuw ontdekte fout maakt eventuele verantwoordelijkheid voor oude en andere fouten niet ongedaan, alsof de twee fouten – oud en nieuw – tegen elkaar kunnen worden weggestreept.
Anders ligt dit bij het argument in het CWI-advies dat … als …. er op mocht vertrouwen dat de door de medeauteurs aangedragen …gegevens en … juist waren en op correcte wijze de daaraan ten grondslag liggende ruwe …gegevens weerspiegelden. … is gedurende … jaar, vanaf het begin van het onderzoek tot de indiening van …, bij het onderzoek betrokken geweest. Hij heeft in alle fasen van … meegeschreven aan de tekst.
Als ervaren en verantwoordelijk … zou hij derhalve hebben moeten letten op slordigheden in het onderzoek en op fouten in de presentatie en eventuele discrepanties tussen … en …. Echter, zoals het CWI advies terecht stelt “komen de fouten die gemaakt zijn met de data niet direct tot uitdrukking in …. Alleen als …. voortdurend met een wantrouwend oog worden bekeken vallen ze op”(cursivering LOWI).
Een onderzoeksleider hoeft niet met een wantrouwend oog naar de onderzoeksresultaten van medewerkers te kijken. Hij mag vertrouwen op een correcte weergave van gegevens en met name dat er geen onverantwoorde manipulaties van gegevens of afbeeldingen plaats vinden.
Indien er louter sprake zou zijn geweest van “enkele fouten, die door haast en per ongeluk geschiedden” zou het tot de verantwoordelijkheid van een goede onderzoeksleider behoren dat hij de vaak jongere medewerkers behoedt voor dergelijke fouten. Indien wantrouwen nodig is om anomalieën te ontdekken, dan is er méér aan de hand dan simpelweg het maken van ‘fouten’. Dan kán de onderzoeksleider worden bedrogen door zijn medewerkers en dan is de verantwoordelijkheid van de onderzoeksleider voor de anomalieën evenredig minder: indien hij niets afwist van eventuele manipulaties dan is hij daar niet voor verantwoordelijk.
Naarmate er meer sprake is van deliberate manipulations – waarvan hij geen weet kon hebben – is de onderzoeksleider minder verantwoordelijk, naarmate er uitsluitend sprake is van onzorgvuldigheid en het maken van fouten – waartegen hij op grond van ervaring dient te waken – is hij evenredig meer verantwoordelijk.
Nu het LOWI van oordeel is dat sprake is van meer dan alleen serieuze fouten in …, kan het LOWI het oordeel van CWI en Bestuur over de verantwoordelijkheid van … bevestigen, zij het op een andere grond dat in het CWI –advies wordt gegeven. … mocht er op vertrouwen dat er geen onverantwoorde manipulaties plaats vonden en dat op verantwoorde wijze met ….gegevens werd omgegaan. Nu dit, naar het oordeel van het LOWI, op enkele onderdelen van … niet het geval blijk te zijn, kan … niet verantwoordelijk worden gesteld voor die betwiste anomalieën in ….
Om bovengenoemde redenen heeft de CWI in haar advies en het Bestuur in het voorgenomen besluit naar het oordeel van het LOWI terecht een zwaarder gewicht toegekend aan de bijdrage van Klager in de totstandkoming van de betwiste anomalieën en de nog sterker betwiste … in … van …, dan aan de algehele verantwoordelijkheid van …, die er op mocht vertrouwen dat de door de … auteur vervaardigde en aangeleverde … een juiste weergave vormden van de …gegevens.
Het LOWI verwijst voor verdere overwegingen ten aanzien van de aard en de omvang van de geconstateerde anomalieën tevens naar het LOWI-advies in de klachtprocedure, die …en … bij het LOWI hebben aangespannen, dat Klager als Belanghebbende gelijktijdig zal worden toegezonden.
Het LOWI acht de tweede klacht van Klager ongegrond.
4.2.3 Klacht over de gevolgde procedure
Een groot deel van het klaagschrift en van de derde klacht van klager, namelijk over de gevolgde procedure, heeft betrekking op de terugtrekking van … (…klaagschrift). De wisselende verwijzingen naar … en … maakt het moeilijk om de klacht tegen het voorgenomen besluit – waarvan … geen deel uitmaakt – met betrekking tot de gevolgde procedure precies te volgen.
Het LOWI ziet als procedurele klacht dat de gehele procedure voor Klager te weinig transparant is geweest, met name omdat Klager op belangrijke momenten van het onderzoekproces niet of niet voldoende op de hoogte werd gesteld van beslissingen door het Bestuur of door …, respectievelijk door beiden na samenspraak. Voor zover dit gebrek aan transparantie slaat op de gang van zaken met … treft deze klacht geen doel (zie paragraaf 4.2.1).
Voor zover dit gebrek aan transparantie slaat op het onderzoek naar de klacht over … constateert het LOWI, dat deze procedure niet op alle onderdelen de zorgvuldigheid heeft gekend die bij een dergelijke forse beschuldiging gewenst zou zijn gewenst, met name niet ten aanzien van de mededelingen die aan Klager gedaan werden over de voortgang van het onderzoek. Dit werd enerzijds veroorzaakt door de grote tijdsdruk die ontstond na de klacht, anderzijds door het feit dat Klager inmiddels de Universiteit … had verlaten en in … werkzaam was. Het feit dat de procedure voor Klager niet geheel transparant is geweest, kan echter geen gevolgen hebben voor het oordeel over zijn aandeel in … in het definitieve besluit.
Voor zover deze procedurele klacht op één specifiek punt is gericht overweegt het LOWI als volgt. De in … van het klaagschrift geformuleerde klacht over het optreden van de Rector Magnificus, namelijk dat de Rector een grondregel van het onderzoekproces “met voeten (heeft) getreden” is naar het oordeel van het LOWI ongegrond.
Nadat op … 2013 een melding was ontvangen van een beschuldiging van scientific misconduct in een artikel in het …tijdschrift …, is een spoedige actie van de kant van het Bestuur vanzelfsprekend en noodzakelijk. Dat per email contact werd opgenomen met de toenmalige klager, …, met het verzoek deze klacht uitvoerig toe te lichten en te onderbouwen, acht het LOWI een noodzakelijke eerste stap.
Deze toelichting met uitvoerige documentatie van de naar de mening van … gemanipuleerde … in … van …, werd reeds op … 2013 ontvangen, waarna onmiddellijk een CWI werd ingesteld. Dat de Rector eveneens contact heeft opgenomen met …, de eindverantwoordelijke … gedurende het publicatietraject, en niet met Klager als …. auteur, valt te begrijpen en te billijken, te meer daar … inmiddels was gaan werken aan …, zodat ook met die universiteit de consequenties van de klacht moest worden besproken.
Dit heeft geleid zowel tot een met spoed ingezet onderzoek door ter zake deskundigen medewerkers van … en … naar de primaire …gegevens en de daarbij behorende … en …, alsook tot een gezamenlijke aanpak door …en … van deze klacht. Beide stappen waren noodzakelijk en behoefden geenszins te wachten op contact met de … auteur, die als voornaamste verantwoordelijke voor de scientific misconduct was aangeklaagd.
Op grond van deze overwegingen acht het LOWI deze specifieke klacht ongegrond.
5. Oordeel en advies van het LOWI
Het LOWI is van oordeel dat de eerste klacht van Klager over de gang van zaken bij de retraction van … niet ontvankelijk is, nu dit artikel geen deel uit maakt van het voorgenomen besluit en daarin ook niet vermeld wordt.
Het LOWI is van oordeel dat de tweede klacht, de ongelijke beoordeling van Klager en … ongegrond is.
Het LOWI is van oordeel dat Klager in de gevolgde klachtprocedure naar aanleiding van de klacht van scientific misconduct in … in algemene zin beter op de hoogte had kunnen worden gesteld van de voortgang van dit onderzoek, waardoor dit onderzoek voor Klager meer transparant zou kunnen zijn geworden. Daarnaast is het LOWI echter van oordeel dat de specifieke klacht dat de Rector Magnificus … een grondregel van integriteitsonderzoek zou hebben miskend niet op juiste gronden naar voren is gebracht en derhalve ongegrond wordt verklaard.
Het LOWI adviseert het Bestuur de eerste klacht niet-ontvankelijk te verklaren en de tweede en de derde, gespecificeerde, klacht ongegrond te verklaren.
Het LOWI adviseert het Bestuur het voorgenomen besluit ten aanzien van het aandeel van Klager in … te heroverwegen, in die zin, dat in het definitieve besluit van het Bestuur rekening dient te worden gehouden met het advies dat het LOWI, gelijktijdig met dit advies, heeft uitgebracht in de klachtprocedure bij het LOWI van de klagers … en ….
Namens het LOWI
dr. mr. C.J.M. Schuyt, voorzitter
Mr. dr. E.G. van Arkel, secretaris