Categorieën
Advies

Advies 2015-01

Advies van 4 februari 2015 van het LOWI ten aanzien van de klacht van …, ingediend op … 2014 en gericht tegen het (voorlopig) besluit van … Bestuur van … van … 2014.

1. De klacht

De klacht van … (hierna: Klager), ingediend bij het LOWI bij brief van … 2014, richt zich tegen het (voorlopig) besluit van … Bestuur van … (hierna: het Bestuur) van … 2014. In dit besluit heeft het Bestuur de klacht van Klager van … 2013 betreffende een vermeende schending van wetenschappelijke integriteit door … (hierna: Belanghebbende) op advies van de Vertrouwenspersoon … (hierna: Vertrouwenspersoon) niet-ontvankelijk verklaard. Klager is van mening dat de overwegingen waarom de klacht niet-ontvankelijk is verklaard niet overtuigen. Klager verzoekt het LOWI derhalve om een oordeel over voornoemd besluit van het Bestuur.

2. De procedure

Bij brief van … 2014 heeft Klager zich tot het LOWI gewend. Het LOWI heeft besloten de klacht in behandeling te nemen en dit op … 2014 medegedeeld aan Klager en aan het Bestuur, met het verzoek aan het Bestuur binnen zes weken een verweerschrift in te dienen. Eveneens op … 2014 heeft het LOWI Belanghebbende in de gelegenheid gesteld zich te voegen in de LOWI-procedure. Belanghebbende heeft op … 2014 aan het LOWI laten weten van deze gelegenheid gebruik te maken. Het Bestuur heeft een verweerschrift ingediend op … 2014. Bij brief van … 2014 heeft Klager gereageerd op het verweerschrift van het Bestuur. Op … 2014 heeft het Bestuur laten weten geen aanleiding te zien hierop te reageren. Belanghebbende heeft op … 2014 schriftelijk gereageerd.

Op … 2014 heeft Klager na de afronding van de hierboven genoemde schriftelijke rondes, op zijn verzoek en na daartoe door het LOWI in de gelegenheid te zijn gesteld, stukken … overgelegd. Op … en … 2014 heeft Belanghebbende respectievelijk het Bestuur hierop schriftelijk gereageerd.

In zijn vergadering van … 2014 heeft het LOWI ex artikel 9 van zijn Werkwijze besloten de zaak op de stukken af te doen. Het advies is ondertekend door Plv. Voorzitter, Mr. E.H. Hondius. De Voorzitter van het LOWI heeft zich in deze zaak verschoond.

3. Standpunt van partijen en belanghebbende

3.1 Klager

De klacht die Klager in eerste instantie op … 2013 heeft ingediend bij het Bestuur richtte zich tegen het optreden van Belanghebbende in zijn hoedanigheid van deskundige in een … procedure bij de …rechter. … Belanghebbende die op verzoek van de …rechter een deskundigenbericht uitbracht, concludeerde, kort gezegd, dat de dienstverlening van Klager niet beantwoordde aan de norm die daaraan mag worden gesteld.

In zijn klacht van … 2013 voert Klager aan dat Belanghebbende zijn benoeming als deskundige niet had mogen aanvaarden. Zijn redenering luidt dat (i) Belanghebbende connecties heeft met het …kantoor … in een procedure jegens Klager, in die zin dat Belanghebbende en …, beiden lid zijn van de redactie van een en hetzelfde tijdschrift; en (ii) Belanghebbende deze connectie in de gerechtelijke procedure heeft verzwegen waardoor zijn onpartijdigheid ter discussie staat. Voorts, aldus Klager, is het deskundigenbericht niet met de vereiste zorgvuldigheid tot stand gekomen.

Belanghebbende heeft Klager niet gehoord bij het opstellen van zijn deskundigenbericht en mede hierdoor is de, rechtens onjuiste, conclusie van Belanghebbende in dit deskundigenbericht gebaseerd op een dossier dat niet compleet was.

In zijn klacht van … 2014 bij het LOWI heeft Klager op grond van nagenoeg dezelfde redenering gesteld dat Belanghebbende de wetenschappelijke integriteit heeft geschonden door in de gerechtelijke procedure zijn vriendschappelijke band met het …kantoor te verzwijgen. Klager is van mening dat zolang Belanghebbende hoogleraar is en als zodanig in het maatschappelijke leven functioneert, hij onderworpen is aan ethische regels.

Voorts is Klager van mening dat persoonlijke motieven ten grondslag liggen aan het schrijven door Belanghebbende van een vernietigend rapport in de gerechtelijke procedure, waarover het Bestuur Klager had moeten horen.

Bij brief van … 2014, in reactie op het verweerschrift van het Bestuur, licht Klager nader toe dat een hoogleraar ook bij zijn optreden als deskundige in een rechtsgeschil is gebonden aan de regels voor wetenschappelijke integriteit, en dat Belanghebbende deze regels heeft geschonden door ten gunste van een … een negatief rapport uit te brengen betreffende Klager, zonder eerst Klager te horen.

Klager beroept zich in dit kader op de bij het LOWI nader ingebrachte bewijsstukken die het LOWI op … 2014 ontving. … .

Klager geeft aan dat hij met dit … bewijst dat diverse wetenschappers hebben geweigerd een negatief oordeel over Klager uit te spreken, terwijl Belanghebbende wel een vernietigend oordeel heeft uitgesproken zonder het gehele dossier te hebben ontvangen, en zonder Klager te horen, dit ten faveure van het …kantoor waarmee Belanghebbende is bevriend.

Het is tekenend, aldus Klager, dat andere hoogleraren de wetenschappelijke integriteit wel in acht hebben genomen en daarom geweigerd hebben een deskundigenoordeel jegens Klager uit te spreken. Meer specifiek verwijst Klager naar de … wetenschappers die – voordat Belanghebbende werd aangezocht – door de …rechter als deskundigen waren aangezocht en die zich hebben teruggetrokken.

Klager stelt ten slotte dat het Bestuur niet aan de grieven van Klager voorbij had mogen gaan op grond van het feit dat de …rechter de handelwijze van Belanghebbende niet heeft bestreden. Dit is geen rechtvaardiging voor de opvatting dat Belanghebbende de wetenschappelijke integriteit niet heeft geschonden, aldus Klager, (…)

3.2 Het Bestuur

Het Bestuur heeft bij besluit van … 2014 de klacht van Klager niet-ontvankelijk verklaard. Het Bestuur heeft hierbij het advies van de Vertrouwenspersoon van … 2014 overgenomen. Dit advies houdt, kort samengevat, in dat door Klager niet is aangegeven op welke wijze Belanghebbende de regels van wetenschappelijke integriteit heeft geschonden waar

(i) het enkele gegeven dat twee personen gelieerd zijn aan de redactie van een en hetzelfde tijdschrift geen reden is om te veronderstellen dat een van beiden om die reden niet in staat is tot het geven van een onafhankelijk oordeel;

(ii) er evenmin reden is om aan te nemen dat een onafhankelijk oordeel niet mogelijk is als een redactielid optreedt in een zaak waarbij een kantoorgenoot van een redactiemedewerker is betrokken; en

(iii) voor een vermoeden van een niet onafhankelijk oordeel andere argumenten nodig zijn dan een lidmaatschap/medewerkerschap van een redactie van een en hetzelfde tijdschrift.

In zijn verweerschrift van … 2014 aan het LOWI herhaalt het Bestuur de gronden van zijn besluit van … 2014. Klager voert geen feiten aan die aanleiding geven tot een onderzoek naar schending van de wetenschappelijke integriteit door Belanghebbende.

Voorts is het Bestuur van mening dat door de …rechter al een uitspraak is gedaan over het vermeende niet-naleven van de vereisten van onafhankelijkheid door Belanghebbende. Het past, aldus het Bestuur, niet om via een andere route dan die van de rechtsgang zelf een ander oordeel te vragen over de rechterlijke uitspraak.

In zijn reactie op de bewijsstukken van Klager van … 2014 heeft het Bestuur op … 2014 laten weten in deze stukken geen aanwijzing te zien die de bewering van Klager over de schending van wetenschappelijke integriteit door Belanghebbende ondersteunt.

Uit de stukken blijkt, aldus het Bestuur, slechts dat één wetenschapper duidelijk heeft geweigerd als deskundige op te treden, dat van een andere wetenschapper niets is vernomen en dat bij een derde persoon vooral de hoogte van het honorarium een rol lijkt te hebben gespeeld. In geen van de gevallen is een beroep gedaan op wetenschappelijke integriteit.

3.3 Belanghebbende

Belanghebbende laat zich aanvankelijk niet uit over de klacht van Klager bij het LOWI. Wel wenst Belanghebbende te reageren op de brief van … 2014 van Klager. Bij brief van … 2014 ontkent Belanghebbende dat hij bevriend is met … en meldt zelfs geen idee te hebben hoe hij of zij er uitziet. Verder stelt Belanghebbende dat de stelling van Klager dat … wetenschappers zich hebben teruggetrokken als deskundigen vanwege een risico van partijdigheid hem niet bekend is, en dat deze stelling door Klager niet wordt onderbouwd.

In reactie op de bewijsstukken van Klager van … 2014 merkt Belanghebbende bij e-mail van … 2014 op dat Klager slechts aantoont dat een door … aangezochte wetenschapper ondanks rappelleren geen deskundigenbericht heeft uitgebracht en dat dit weer een andere stelling is dan Klager in zijn brief van … 2014 inneemt.

4. Overwegingen van het LOWI

4.1 Algemeen

Het LOWI adviseert besturen van bij het LOWI aangesloten instellingen over door hen genomen (voorlopig) besluiten inzake schending van wetenschappelijke integriteit na een (ontvankelijke) klacht hierover bij het LOWI. Het LOWI baseert zijn oordeel over schending van wetenschappelijke integriteit primair – doch niet uitsluitend – op de normen van wetenschappelijke integriteit die zijn af te leiden uit de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2004 herzien in 2012 en 2014 (VSNU).

Zie voor het beoordelingskader verder www.lowi.nl. Schending van deze normen leidt niet per definitie tot schending van wetenschappelijke integriteit. Er kan sprake zijn van (verwijtbaar) onzorgvuldig handelen zonder dat sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit.

Het LOWI is niet bevoegd om te oordelen over civielrechtelijke kwesties noch over wetenschappelijke controversen. Bij het laatste is sprake van een interpretatieverschil c.q. een verschil van mening over een wetenschappelijk oordeel. Deze dienen te worden bediscussieerd en beslecht in het daartoe geëigende forum van wetenschappelijke tijdschriften, bij voorkeur in het tijdschrift waarin het bekritiseerde artikel is verschenen. Het LOWI is uitgerust noch bevoegd om als arbiter op te treden in wetenschappelijke controversen.

4.2 Klacht Klager en Besluit Bestuur

Bij (voorlopig) besluit van … 2014 verklaart het Bestuur de klacht van Klager van … 2013 niet-ontvankelijk. De klacht bij het LOWI van … 2014 is tegen dit besluit gericht. Klager stelt – kort samengevat – dat Belanghebbende de wetenschappelijke integriteit heeft geschonden

(i) door in zijn hoedanigheid als deskundige in een gerechtelijke procedure vriendschappelijke banden met een …kantoor te verzwijgen ten gunste van dit kantoor dat tegen Klager optrad waardoor de onafhankelijkheid van het deskundigenadvies in het geding is; en

(ii) door een rechtens onjuist deskundigenadvies in de gerechtelijke procedure op te stellen

(iii) door onder meer Klager niet te horen. Klager voegt hier aan toe dat ook het Bestuur Klager had moeten horen.

Ad (i) Onafhankelijk deskundigenoordeel

Er kan sprake zijn van wetenschappelijk handelen als een onderzoeker die vanwege zijn specifieke kennis op het vakgebied waarop hij werkzaam is door de rechter wordt verzocht om als onafhankelijk deskundige in rechte op te treden. Zie LOWI-advies 2012-02.

De vraag die alsdan aan de orde komt is waaruit de schending van wetenschappelijke integriteit bestaat. Deze schending door Belanghebbende bestaat hierin, aldus Klager, dat Belanghebbende zijn connecties met het …kantoor … verzwegen heeft voor de rechter en daarmee niet onafhankelijk dan wel partijdig of bevooroordeeld is geweest. Het LOWI stelt op grond van de stukken vast dat Belanghebbende niet ontkent deel uit te maken van de redactie van hetzelfde tijdschrift als een …genoot … .

Het LOWI stelt voorts vast dat niet gebleken is dat Belanghebbende connecties heeft c.q. bevriend is met … . Blijkens de klacht moet

(a) uitgegaan worden van een vriendschappelijke relatie tussen Belanghebbende en …kantoor …;

(b) en moet op grond van deze vriendschappelijke relatie met …kantoor ervan uitgegaan worden dat Belanghebbende als deskundige in deze procedure niet tot een onafhankelijk oordeel kon komen; en

(c) is om die reden sprake van schending van wetenschappelijke integriteit wanneer Belanghebbende deze vriendschappelijke relatie verzwijgt voor de rechter en partijen, terwijl een onderzoeker die als deskundige wordt geraadpleegd door de rechter ook dan onderworpen is aan ethische regels.

Het LOWI volgt Klager in zijn redenering voor zover hij bedoelt te stellen dat de normen van wetenschappelijke integriteit ook gelden wanneer een onderzoeker als deskundige wordt geraadpleegd door een rechter en diens handelen in dat kader kan worden gekwalificeerd als wetenschappelijk handelen. Zie LOWI-advies 2012-02.

Het LOWI volgt Klager niet in zijn redenering waar hij de door hem gestelde schending van wetenschappelijke integriteit baseert op het gezamenlijk deel uitmaken van Belanghebbende en … van een redactie van een en hetzelfde tijdschrift, en het door Belanghebbende als deskundige zelf niet kenbaar maken hiervan.

Het moedwillig verzwijgen van deze relatie door Belanghebbende, zoals Klager stelt, is niet vast komen te staan. Uit de stukken blijkt dat Klager zijn twijfel aan de onpartijdigheid van Belanghebbende reeds in de gerechtelijke procedure heeft aangevoerd en dat de rechter in het nadeel van Klager heeft geoordeeld. Het LOWI kan het gestelde moedwillig verzwijgen daarbij ook niet goed plaatsen in de zin dat de gegevens omtrent de samenstelling van redacties vrij beschikbaar zijn. Het verwijt van moedwillig verzwijgen impliceert dat een persoon over informatie beschikt die niet toegankelijk is voor anderen. Daarvan is hier echter geen sprake.

Het LOWI ziet zich reeds hierom voor de vraag gesteld of het niet kenbaar maken van een connectie als voornoemd door Belanghebbende een schending van wetenschappelijke integriteit kan opleveren.

Het LOWI beantwoordt deze vraag ontkennend. Klager dient voor een geslaagd beroep op schending van wetenschappelijke integriteit andere bewijzen aan te voeren. Klager is hiertoe door het LOWI ook in de gelegenheid gesteld. Klager heeft evenwel geen andere bewijsstukken aangeleverd dan die van … 2014. Uit deze stukken trekt Klager vergaande conclusies over de overwegingen van andere wetenschappers die eerder zijn benaderd als deskundigen. De betreffende stukken bieden echter onvoldoende aanknopingspunten voor deze conclusies van Klager en het LOWI deelt ze dan ook niet.

De stelling van Klager dat uit deze stukken volgt dat andere wetenschappers in tegenstelling tot Belanghebbende wel wetenschappelijk integer handelden door te weigeren als deskundigen op te treden, zegt verder niets over de wetenschappelijke integriteit van Belanghebbende.

Aangezien Klager geen enkel steekhoudend argument aanvoert waarom de weigering om als deskundige op te treden de wetenschappelijke integriteit dient, lijkt Klager hiermee eerder te impliceren dat het aanvaarden door een onderzoeker van een opdracht van een rechter om als deskundige op te treden in een gerechtelijke procedure per definitie een schending van wetenschappelijke integriteit oplevert. Dit is onjuist maar ook onwenselijk, omdat een rechter dan nimmer de expertise van wetenschappers zou kunnen inroepen. Het LOWI bevestigt dan ook het (voorlopige) besluit van het Bestuur van … 2014 en het onderliggende advies van de Vertrouwenspersoon in dit opzicht.

Ad (ii) Onjuist deskundigenadvies

Op grond van artikel 7.4 van het Reglement is het LOWI niet bevoegd over de inhoud van een civielrechtelijk geschil te oordelen c.q. komt dit onderdeel van de klacht niet in aanmerking voor een inhoudelijke behandeling door het LOWI. Zo volgt uit de door Klager overgelegde uitspraak van … 2013 van de …rechter, … , dat het standpunt van Klager dat het deskundigenbericht niet voldoet aan de zorgvuldigheidseisen (mede) omdat het dossier niet compleet was (mede) omdat Klager niet is uitgenodigd voor het onderzoek, reeds is beoordeeld door de rechter (…). Deze heeft in de omstandigheid dat Klager niet de gelegenheid heeft gehad om opmerkingen te maken en verzoeken te doen echter geen aanleiding gezien om het deskundigenbericht niet aan zijn beslissing ten grondslag te leggen.

Ook het standpunt van Klager dat Belanghebbende een juridisch onjuist oordeel heeft gegeven is door de rechter van de hand gewezen (…).Dat betekent dat het onderdeel van de klacht dat betrekking heeft op de totstandkoming en inhoud van het deskundigenbericht van Belanghebbende expliciet onderwerp is (geweest) van een …rechterlijke toetsing. Of het oordeel van de …rechter in deze procedure al gezag van gewijsde heeft gekregen is niet van belang. Het LOWI bevestigt ook in dit opzicht het (voorlopige) besluit van het Bestuur van … 2014 en het onderliggende advies van de Vertrouwenspersoon.

Ad (iii) Horen van Klager

Klager is in eerste instantie door het Bestuur en in de procedure bij het LOWI opnieuw in de gelegenheid gesteld om zijn klacht omtrent vermeende schending van wetenschappelijke integriteit van Belanghebbende concreet te onderbouwen. Klager is hier niet in geslaagd. Klager heeft geen overtuigende aanvullende bewijsstukken bij het LOWI overgelegd, waaruit aanknopingspunten kunnen blijken voor een onderzoek naar een vermoede schending van de wetenschappelijke integriteit die tijdens een hoorzitting mondeling nader zouden kunnen worden toegelicht. Het LOWI heeft het al dan niet horen afhankelijk gesteld van de bewijsstukken.

De omstandigheid dat Klager niet in eerste instantie is gehoord door het Bestuur beschouwt het LOWI als een logisch gevolg van het besluit van het Bestuur dat – in navolging van de Vertrouwenspersoon – concludeert tot niet-ontvankelijkheid van de klacht.

Het LOWI ziet derhalve geen reden de klacht terug te verwijzen, te meer nu het LOWI het (voorlopige) besluit van het Bestuur en het onderliggende advies van de Vertrouwenspersoon bevestigt. Het LOWI is immers van oordeel dat het Bestuur en de Vertrouwenspersoon terecht tot niet-ontvankelijkheid van de klacht van Klager hebben geoordeeld. Zo bepaalt de op Klagers klacht van toepassing zijnde … dat de Vertrouwenspersoon, indien naar zijn oordeel aanwijzingen zijn voor een vermoeden van schending van de wetenschappelijke integriteit, een nader onderzoek kan instellen. Indien de Vertrouwenspersoon tot het oordeel komt dat een melding niet ontvankelijk is, stuurt hij dit advies naar het Bestuur.

Naar het oordeel van het LOWI heeft de Vertrouwenspersoon op grond van het door Klager aangevoerde mogen en kunnen concluderen dat de klacht niet ontvankelijk was. Hetzelfde geldt voor het Bestuur, te meer waar het LOWI op grond van het door Klager gestelde en de door Klager nader aangeleverde bewijsstukken geen schending van wetenschappelijke integriteit constateert en derhalve ook in dit opzicht het (voorlopige) besluit van het Bestuur van … 2014 en het onderliggende advies van de Vertrouwenspersoon bevestigt.

5.1 Oordeel

Het LOWI is van oordeel dat de klacht van Klager – dat het Bestuur ten onrechte zijn klacht niet ontvankelijk heeft verklaard en hem ten onrechte niet heeft gehoord – ongegrond is.

5.2 Advies

Het LOWI adviseert het Bestuur zijn (voorlopige) besluit van … 2014 te bevestigen.

Mr. E.H. Hondius, Plv. Voorzitter

Mr. dr. E. Grace van Arkel, (Plv.) Ambtelijk Secretaris

Een ieder heeft het recht om zich binnen een jaar na datum van dit advies tot de Nationale ombudsman te wenden met een verzoek een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop het LOWI zich in de procedure van de totstandkoming van dit advies jegens hem of een ander heeft gedragen.